Afspraak met een kabouter

Het is raar, maar ik heb in mijn radio-loopbaan twee Benny Baetens gekend. 
De tweede werkte bij Uniek FM in Turnhout in de tijd dat ik daar ook programma deed. Mijn Kempense periode, zeg maar. Deze Benny had blonde haren en hij was een regelrecht succes bij de dames. Veel verder zal ik daar niet over uitweiden, want voor hetzelfde geld is Benny op dit ogenblik een rechtschapen en liefhebbende huisvader, wiens leven ik zeker niet in de war wil schoppen door uitgebreide onthullingen uit een ver verleden. Jaren geleden heb ik ooit eens opgevangen dat hij boer geworden is. Boer, godbetert. Dat zullen zijn fans ook nooit gedacht hebben waarschijnlijk. 

De andere Benny Baeten was de originele. Hij zat bij Maeva en deed het nachtprogramma, nadat Ronny Van Gelder was opgestapt. Benny Baeten (The Original) kwam eigenlijk van Maeva Lokaal in Antwerpen, en dat was dan weer gegroeid uit Radio Brabo. Toen bleek dat de ontvangst van Maeva vanuit Ukkel toch niet honderd procent was op alle plaatsen in Vlaanderen, besloot P. Valain dan maar hier en daar wat lokale stations over te nemen en Radio Brabo was de gelukkige voor Antwerpen. Benny Baeten kwam van daar en mijn collega Marc Hermans zat daar oorspronkelijk ook.

Ja, de Marc. Hoe die bij Maeva terechtgekomen is en uiteindelijk één van de drie Villa-boys werd… Dat was voor hem ook een kwestie van handelen zonder veel nadenken. Het geluk een handje toesteken, de kans grijpen wanneer ze op je afkomt onder begeleiding van een groot bord met in hoofdletters DIT IS HET MOMENT!

Toen Brabo werd omgetoverd in Maeva Lokaal, bleef Marc eerst in Antwerpen zitten, samen met collega’s als Luk Van der Donk, Willy De Knipper en anderen. Hij deed er de lokale ontkoppelingen. Ik ontmoette hem voor het eerst toen hij samen met Luk naar Ukkel kwam om in Wekkerwacht te komen praten over Maeva Lokaal. Dat spel daar in Antwerpen duurde niet lang, de jacht op Maeva was inmiddels al een tijdje open. In januari 1982 waren we voor het eerst in beslag genomen, geloof ik. En ook Maeva Lokaal werd snel door de overheid opgedoekt. Gevolg: Marc en zijn collega’s zaten zonder werk.

Patrick Valain had in die tijd al gemerkt dat het voor Arie en mezelf een beetje te moeilijk werd om met z’n tweetjes de hele tijd Maeva in de lucht te houden (elk uur programma’s starten, nieuwslezen en nog eens zelf programma doen ook) en hij stuurde het leven van Marc een heel andere richting uit met de simpele vraag: Wil je bij die twee in Ukkel gaan wonen, Marc?

Dat was voor Marc zo’n beetje hetzelfde als toen Germain aan mij vroeg of ik nog altijd aan boord van de Magdalena wilde. Tegenwoordig denkt Marc iets langer na als hij een keuze moet maken, maar toen was hij jong en hij wilde wel wat en dus pakte hij zijn koffer en liet zijn Antwerpse leven compleet achter zich, toenmalig lief en al. Vandaar dat vanaf die dag een Rotterdammer, een Antwerpenaar en een Hammenaar samen gingen wonen en bijna anderhalf jaar lang radiootje mochten spelen op 103 puntje 5.

Ik moet me zeker niet laten afleiden door het strand hier vlakbij, en de oceaan die af en toe mijn blik trekt en mij doet zoeken naar scheepjes en zo. Hoe kwam ik eigenlijk bij Benny Baeten? Welnu, ook deze Antwerpse krullebol kwam van het opgedoekte Maeva Lokaal bij de nationale broer terecht, net zoals Luk Van der Donk. En van Benny had ik in 23 jaar niets meer gehoord tot ik vorige week een e-mail van hem kreeg vanuit Spanje. Hij had mijn euh.. dagboek ontdekt op Internet en liet weten dat hij meeleest vanuit San Miguel de Salinas. Daar zit hij volgens Marc al sinds de late jaren tachtig. Internet is cool, zeg dat ik het gezegd heb.

En Luk Van der Donk.. ik zou verdorie niet weten waar die zit tegenwoordig, maar ik hoorde hem graag bezig ’s morgens voor ik mijn programma begon. Tussen Nevel en Dauw heette zijn ding, en hij deed dat op een manier die mij zeer aansprak. Mijn wekker liep af rond 5:30 en dan ging ik meestal in de woonkamer zitten, een koffie drinken en een beetje roken, en luisterde ik ondertussen naar de radio. In de vroegste periode naar Wout Wolkema en later dus naar Van der Donk. Er was overigens een tijd dat we nog geen telefoon hadden in Ukkel, en om te vermijden dat ik me zou verslapen, had ik een afspraak met Kabouter Rondbuik. Ja man, als iemand die Maeva niet kent op deze site terechtkomt, zal die ook nogal ogen trekken, denk ik. Kabouter Rondbuik, hoe bedenk je het? In elk geval, toen we dus nog geen telefoon hadden, kreeg ik van Rondbuik een walkie-talkie en als ik om 5:30 geen contact had gezocht met hem, kwam hij meteen naar de studio om mij wakker te maken.

(Mijn To Do-lijstje: vertellen over mijn calamiteiten bij het opstaan ’s morgens – over de hardhandige manier van wekken van Ron Vandeplas – over die keer dat Valain, Hoogland en Willy De Geest in allerijl naar Ukkel kwamen gereden omdat de zender uit de lucht was toen ik mij verslapen had – over de ochtend dat ik programma deed zonder dat ik het wist – over de kennismaking met Kabouter Rondbuik – en niet te vergeten, de hilarische anekdote over Arie en de zes telefoons)

‘Zou blonde Benny uit de Kempen ook Internet hebben?’
Op die manier moet ik één van mijn volgende bijdragen beginnen, dan kan ik eens uitweiden over de tijd van de Victoriestraat in Turnhout en het Lantaarnpad in Herentals. Dedju, op deze manier zou een mens nog aan zijn mémoires beginnen zonder dat hij er zelf erg in heeft. 

De Parel van de Noordzee

Mijn trouwe kameraad, de Travelmate, staat op mijn schoot terwijl ik in de auto doorheen het Portugese landschap rijd. Geen nood, vrienden. Ik zit niet zelf achter het stuur. Voor het weer moet je overigens op dit ogenblik niet echt hier zijn, het is bewolkt op z’n Vlaams. Ondertussen maak ik van de gelegenheid gebruik om mijn weblogje een beetje bij te werken. 

Waar was ik trouwens gebleven de laatste keer dat ik het over de parel van de Noordzee had? Zo noemde mijn Mi Amigo-collega Ferry Eden de MS Magdalena, de schuit die langs geen kanten aan een parel deed denken. Overigens, Ferry was nog niet aan boord toen ik op 13 juli 1979 voor het eerst voet op dat zendschip zette. Voet zette is eigenlijk een slechte omschrijving voor wat ik deed, want het was meer een dodensprong dan iets anders. Het was rotslecht weer op de Noordzee, en een voortdurend schommelend niveauverschil tussen de kleine tender en het zendschip maakte het onmogelijk om gewoon over te stappen. Na 25 jaar begrijp ik nog altijd niet hoe ik die sprong overleefd heb, want na het springen hing ik met beide handen vast aan de railing van de Magdalena maar wel aan een heel andere kant dan waar de bemanningsleden klaar stonden om me op te vangen. Het werd dus voor hen rennen om bij mij te geraken en voor mij lichtjes panikeren.

Maar alla, uiteindelijk stond ik dan toch waar zoveel anderen alleen maar van konden dromen: op het dek van een heuse zeezender, met boven mijn hoofd de magische antennes waar muziek uitkwam die ze tot in Noorwegen en Spanje konden horen. Jammer dat het geen mast was zoals bij Radio Noordzee maar een horizontale zoals bij Veronica indertijd. Zo’n grote, vertikale mast op een schip heeft toch net iets meer macho-gehalte

Tijdens mijn verblijf aan boord zou ik op een dag met een koptelefoon aan dek gaan staan en het geluid van Mi Amigo horen. En die koptelefoon was nergens op aangesloten, beste vrienden. Ik stond daar gewoon met de stekker in de hoogte en ik hoorde Mi Amigo, geloof het of niet. 

Aan boord waren behalve de dj’s die ik al eerder noemde, enkel een paar bemanningsleden uit Ghana en een Griekse kapitein. Kees Borrel, de legendarische zendertechnicus van de vorige Mi Amigo-boot, was er ook maar hij zou meteen met de tender vertrekken naar het vasteland.

Ik kreeg een eigen kajuit. Jaja, een kajuit. Nog zo’n woord dat mijn fantasie op hol deed slaan. Trouwens, ik was nog vergeten zeggen dat Patrick Valain mee aan boord was gegaan, omdat hij de studio wilde nakijken, het klonk niet helemaal zoals het moest. Mijn eerste nacht deelde ik mijn kajuit met Patrick, die het bed boven mij in beslag nam. Ik wist toen niet dat Valain amper twee jaar later een veel grotere rol in mijn loopbaan zou gaan spelen. Samen een kajuit delen, het zou verbleken bij onze verdere avonturen in Ukkel en Asse.

Toen Wim de Groot mij de studio liet zien, stond ik al te bibberen op mijn benen. Tjonge, dat was nog eens wat anders dan die ene cassettedeck waarop ik mijn proefprogramma in elkaar had gedraaid. Was dàt nu een mengtafel? En die microfoon, zou ik daar echt in moeten praten? Ze lieten er geen gras over groeien, want diezelfde avond werd ik al voor de leeuwen gegooid. Wim zou een bandje laten meelopen in een radio naast de studio, en dat bandje heb ik nog steeds. Ik geloof dat ik in 25 jaar twee keer naar dat programma heb geluisterd, elke keer met de nodige afschuw. Maar ja, iedereen is ooit moeten beginnen. Alleen begint niet iedereen onmiddellijk bij een station dat in grote delen van Europa te ontvangen is. 

Het had wel degelijk ièts natuurlijk, hoe slecht het ook was. De eerste keer dat ik ‘Dit is Radio Mi Amigo Internationaal’ mocht zeggen, dat deed mijn hartje toch een beetje harder slaan, dat kan je wel denken. En de allereerste Mi Amigo-jingle die ik draaide, was ook heel bijzonder.

Nog zo van die herinneringen:
’s Nachts op het dek staan roken (Marlboro, gratis geleverd aan huis met de tender), over de railing leunen en heel in de verte de lichtjes van de Belgische kust zien en voor de rest niks dan duisternis en het geluid van de zee. Klots klots. Over de stormen vertel ik later nog wel, nu hou ik het wat romantisch.

Het nieuws mogen doen. Een radio afgestemd op BRT 1 of op Hilversum en dan maar het nieuws jatten, beetje in een andere vorm gieten en uittikken op een oude schrijfmachine. En dan voorlezen op de radio. Ik herinner me die keer dat ik in het programma van Ferry Eden nieuws moest lezen en zo nipt op tijd in de studio kwam dat ik niet meer met Ferry van plaats kon wisselen en dan maar nieuws las vanop zijn schoot. Zou hij dit niet te persoonlijk opvatten? vroeg ik me tijdens het nieuwslezen af. Zijn voorkeur en die van zijn vriend Jerry Hoogland (ja, de Peter heeft dààr zijn naam gehaald) waren me inmiddels bekend namelijk.

Over voorkeuren gesproken: op een dag zonder kloppen binnenvallen in de kajuit van de twee Ghanezen (niet opzettelijk! toevallig!) en die twee daar aantreffen met de broek op de grond, vrolijk spelend met elkaars dingeling.

Of de vijftiende augustus van het Jaar Onzes Heren 1979. Ook een dag om nooit uit te wissen. Een schip met heel veel (honderd? meer?) Mi Amigo-fans kwam langs, op initiatief van de fanclub. De boot draaide uren lang rond de Magdalena, en ondertussen zat ik programma te doen. Ik kon de reacties tot in de studio horen als ik iets zei.

En dan die dagen dat ik Ook Goeiemorgen mocht presenteren, het programma waar ik zelf trouw naar luisterde toen het nog vanop de MV Mi Amigo werd uitgezonden. ’s Nachts zonden we in die periode niet meer uit, om brandstof te sparen. Dus ik mocht om kwart voor zes ’s morgens, nadat ik uit mijn nest kwam gekropen, die grote middengolfzender aanzetten. Waauw. En nog eens waauw. De kracht die daarvan uitging. En dan in de studio al om 5.55 wat jingles draaien, om de freaks een plezier te doen. En om zes uur echt beginnen, met de eerste plaat en dan die vrolijke tune van OGM. Plim plom plim plom plim plam plim plam… tarara.

Ja mannekes, ik weet dat ik slecht was, maar van die hele periode die amper drie maanden zou duren, heb ik in al die 25 jaar daarna nog geen seconde spijt gehad. Ik zou het op dit moment in de tijd nooit meer doen, gesteld dat ik het zou aangeboden krijgen, maar gooi mij met een knal terug naar 22-jarige leeftijd in 1979 en ik zou zonder nadenken opnieuw op die boot gaan zitten.

Maar ja, de Magdalena bestaat niet meer, hij is ontmanteld, en het zou me sterk verwonderen als er ergens op de wereld nog een stukje roestig metaal van dat schip bestaat. ’t Ging voorbij hé, zoals alles. 

Een zondagochtend in Asse

In 1983 was er op zondagochtend bij Maeva een praatprogramma dat de diepmenselijke naam Maeva’s Praatstoel meekreeg. Zoals meestal, was dat iets dat we in de Witte Villa zelf hadden geregeld met z’n drieën. Patrick Valain had naar het voorstel geluisterd en enkel yep, doe maar of iets in die zin gemompeld. Eén van de goeie eigenschappen van Valain zoals we hem meestal noemden als we het onder ons over hem hadden, was ongetwijfeld het simpele feit dat hij ons gewoon liet doen

Maeva was toen populair genoeg om die Praatstoel elke week volledig te wijden aan één van de medewerkers. BV’s hoefden niet te komen, de dj’s waren voldoende geliefd. Ik had het genoegen het programma te mogen presenteren, en ik vond het wel plezant mijn collega’s te ondervragen. Ik liet hen ook altijd een liedje zingen en zo en sommigen keken daar best wel flink tegenop. De laatste aflevering van de Praatstoel was ik zelf te gast, en omdat ik moeilijk mijn eigen mezelve kon interviewen, deed Arie van Loon toen voor één keer die job. Die zondag was ik flink verkouden en dat kon je toen ook duidelijk horen. 

Dit gezegd zijnde, kom ik waar ik moet zijn: bij mijn mailbox en bij het e-mailtje dat ik daarstraks kreeg van Marky Mark, overigens een geschikte gast. Je kent hem wel, die boenke boenker van RGR, dat groot lawijt. Welnu, deze heer Holemans stuurde mij een fragmentje uit die bewuste laatste praatstoel dat ik jullie niet wil onthouden. Vooral omdat ik tegenover Arie enige uitspraken doe over mijn toekomst als dj die we nu, 21 jaar later, fijn kunnen toetsen aan de realiteit. De kwaliteit is niet waanzinnig goed, maar wat kan ons dat schelen, nietwaar? ‘k Ben al lang blij dat er wat stukken van het verleden overblijven. 

Een tussendoortje tijdens Fabian van Fallada

Lap! Het schoon weer is voorbij, en in plaats van in de tuin lig ik languit in de sofa met mijn trouwe Travelmate op schoot. Een wondertje en een schoon machien, maar het ding wordt na verloop van korte tijd nogal heet onderaan, dus ik moet snel zijn. 

Mijn dagboekje beoogt niet enkel een plaats te zijn waarin ik terugblik naar mijn avonturen uit het verleden maar ook gebruik ik dat af en toe om te melden 0wat ik tegenwoordig uitspook. Wat heb ik vandaag dus al gedaan? Awel, ik heb vanmorgen al vier uur gewerkt en ongeveer een 39-tal klanten aan de telefoon gehad. Drie daarvan waren héél boos, de rest gematigd vriendelijk en eentje verontschuldigde zich zelfs uitvoerig omdat haar internet niet meer werkte. 

Verder heb ik gesproken met Ronny ‘Carmen’ Van Gelder die mij meedeelde dat alles weer in orde is zodat ik straks om 18 uur weer netjes de lucht in kan. Ik heb eveneens voor het eerst in jaren gekletst met Manneke Doemp. Hij rookt inderdaad weer, heb ik jammerlijk genoeg moeten vaststellen. En ja, ik ga meewerken aan Radio Zeven, het project van o.m. Diederik en Christoph Thys. Nog nooit zo’n korte en snelle onderhandelingen meegemaakt. Wil je meedoen, Ben? Ja hoor, Diederik. Et voilà , tien minuten later is er al een persbericht. Over speed gesproken. 
Maar goed, ik bevestig het hier dus maar voor het gemak.

Nog voor ik het vergeet: na 25 jaar ook mijn excuses aanbieden aan mijn moeder omdat ik haar in 1979 lichtelijk verraste met de mededeling ‘Ma, morgen vertrek ik voor 6 weken naar een schip.’
Waarop ze licht zwetend en een beetje paniekerig uitriep: ‘Moh vent toh! En ge kunt niet eens zwemmen!’

Ze had nog gelijk ook, ik kon niet zwemmen. Hoe zot kan een mens zijn in zijn jeugdige overmoed!

De blijde intrede van P. Valain

Een dikke week of zo geleden kreeg ik een smsje van Ludo uit Lint die me eraan herinnerde dat ik op 13 juli een kwarteeuw presentator op de radio was. Apart van het feit dat ik het een lelijk woord vind en dat ik mezelf nooit zo zie, was ik het zelf ook nog eens glad vergeten. Een gezonde dosis nostalgie is niet slecht in een mensenleven, maar echt vàst hang ik niet aan het verleden.

n
Uit de tijd vòòr ik het zelf deed, en enkel een fan was

Maar misschien is het nu, op deze zwoele en drukkende zomeravond in augustus 2004, wel goed eens in ’t eigen hart te kijken en een blik te werpen op die andere zomer in 1979, toen mijn wereld van de ene op de andere dag veranderde. De eerste dag van juli van dat jaar, ik ruik hem nog. Op de radio weerklonk voor het eerst in lange tijd weer het geluid van een nieuwe zeezender. Op die dag kwam Mi Amigo opnieuw in de ether. Ja jongens, dat waren nu eens drie woorden die mijn hart sneller deden slaan. Zeezender, Mi Amigo en ether. Wat was ik een fan van dat station in 1976-77! Daar zal ik nu maar niet over beginnen of ik blijf bezig. Ik was trouwens ook een fan van elke zeezender en een nog grotere fan van de ether.Geef toe, het idee dat iemand op een boot in een microfoon praat en volkomen draadloos wordt zijn stem overgebracht naar een radiotoestel dat ergens helemaal anders staat, dàt idee is toch te gek voor woorden? Een antennemast had voor mij een ongelooflijk groot waauw-gehalte.

Enfin, zal ik eens uit de doeken doen hoe ik bij Mi Amigo terecht ben gekomen die doldwaze zomer van 1979? Het verhaal is redelijk bizar en het bewijst hoe je het geluk een handje kan helpen en hoe je een droom kan laten uitkomen als tijd en plaats en toeval een beetje meewillen.

Ten eerste: Mi Amigo kwam dus terug in de lucht na een afwezigheid van bijna anderhalf jaar. Weliswaar vanop een ander schip, maar toch. Op 1 juli klonk Guitar Holiday keihard op de 272 m middengolf. Overal hé. In Nederland, in België en ver daarbuiten.

Ten tweede: ik was een paar dagen daarvoor afgestudeerd als leraar Nederlands/Engels (Rijksnormaalschool Gent, diploma op eenvoudige vraag te bezichtigen) en ik had nog geen job, dus vrij als een vogel, dàt was ik.

Ten derde: mijn toenmalig lief had ook een paar dagen daarvoor te kennen gegeven dat ze het niet meer zag zitten (Den Bunt in Hamme, tranen op eenvoudige vraag te bekijken) en ik was dus eigenlijk nog veel vrijer dan een vogel.

Ten vierde: ik was als gevolg van ten derde redelijk wanhopig en rijp voor a change of life.

Eigenlijk was het puur een kwestie van handelen zonder veel nadenken. Het was al zo lang een droom om ooit op een zendschip te zitten. Dat dateerde van de tijd van Veronica en nog meer: Noordzee. Om maar te zwijgen over Mi Amigo, het station waar ik me voor het eerst echt betrokken bij voelde, niet in het minst door het schitterende Baken 16, elke middag live vanaf de Noordzee. 
Handelen dus, zei ik. Het was de tiende juli, geloof ik, en inmiddels was de nieuwe Mi Amigo begonnen met de normale programma’s in plaats van dagenlang dat muziekje van Oasis te herhalen. Nu ja, normale programma’s was een beetje overdreven. Er was één (1) dj aan boord die eerste dagen: Wim de Groot. Later kwamen daar nog Daniel Bolen en Johan Vermeer bij. Allemaal live, geen bandjes meer vanuit Spanje zoals vroeger. Het was voor mij nu of nooit. Ik had nog nooit een radiostudio van binnen gezien. Geen idee wat een mengpaneel was, nikske niemendal wist ik. Ik besteedde een complete dag aan een proefprogramma van een halfuur, dat ik op cassette opnam, met enkel een platendraaier en een oude microfoon. Na een dag klonk het goed, hoewel het dus puur boerenbedrog was. Maar foert, ik dacht niet langer na en stuurde het bandje de volgende dag naar het enige adres dat ik kon bedenken: de Mi Amigo Fanclub in Wevelgem, ter attentie van Mireille en Fernand. Ik zou wel zien wat het werd.

Wat het werd? De post moet aan superspeed mèt prior gewerkt hebben, denk ik. Op 12 juli in de voormiddag ging de telefoon. Een warme stem met Westvlaams accent. Of ik nog altijd aan boord van de Magdalena wilde? Euh.. ja.En of ik al een dj-naam had? Euh.. ja. Die had ik inderhaast bedacht dezelfde dag van mijn boerenbedrog, in Antwerpen op de Keyserlei in tearoom St. Moritz, recht tegenover het Century Center, samen met mijn voormalig lief. Sommige dingen vergeet je nu eenmaal nooit, kwarteeuw of niet. De schoonbroer van mijn voormalig lief heette Van Praagh. Een goeie naam, vonden mijn toenmalig lief en ik, alleen die hasj was er te veel aan. En de voornaam kwam als vanzelf. Ik was in mijn kinderjaren een grote fan van Kapitein Zeppos en mijn held was de jonge Ben Kurrel die naast Zeppos 9schitterde. Ja, ik had dus een naam, meneer.

‘Kan je morgen om 9 uur in het Sint-Pieterstation zijn, in de cafetaria? Plak een grote sticker met een letter B op je koffer…’ 

En zo kwam het, mijn onbekende lezers, dat ik op 13 juli 1979, het jaar dat niet eens meer in de kalender van Windows XP zit (echt waar! juist gecontroleerd! 1 januari 1980 is het vroegste dat je kan oproepen!), dat ik op die dag in het Sint-Pieterstation werd opgehaald door Germain die mij even later buiten op de achterbank van een Mercedes dumpte en zelf vooraan ging zitten naast iemand die zich Patrick Valain noemde.

En we sjeesden van Gent naar Blankenberge in no time. En we gingen daar eerst nog eten in een restaurant vlakbij het station. En later werd ik naar een kleine boot gebracht, stiekem want het mocht niet van de polies. En nog wat later was die kleine boot onderweg op de Noordzee. En ik werd zeeziek, voor de eerste en de laatste keer in mijn leven. Het was redelijk slecht weer. En nog later zag ik haar liggen in de verte, en ze werd steeds groter, en het was echt echt echt: ik was op weg om aan boord van een superecht zendschip te gaan, en ik zou echt op de radio moeten praten hoewel ik nog nooit een studio had gezien. En oh oh oh waar was ik in godsnaam aan begonnen?

(wordt vevolgd)
(hehe wat ben ik slecht!)

De klok van halfnegen

‘t Was vandaag nog eens als vanouds een rechtstreekse uitzending samen met mijn gewaardeerde collega Marc. Forest begon vandaag met de Top 1052 en vier uurtjes daarvan mochten wij voor onze rekening nemen, om het met een oeroud radio-cliché te zeggen.

Marc had een ventilator, zijn ghetto-blaster en een zak vol ijsgekoelde dranken meegebracht en dat was nodig ook. Pas op, ik hou van Forest, het volk en zijn leiders maar het kan daarboven verdorie een sauna zijn. Alle ramen open, de geluiden van het zondagse Hamme waren deel van het programma, en dan maar volle petrol. Mike Duprez heeft de hele zwik netjes voorbereid, de volledige lijst voor de hele week is op professionele wijze ingevoerd in Carmen (Ronny, kom eens naar Hamme kijken!) en eigenlijk was het op die manier kinderlijk eenvoudig om te doen.

Ook Joeri Totté was er en Dale Cooper, twee fijne mensen die het ook allemaal op vrijwillige basis doen, net als Marc en ik overigens. Er stond van de week een discussie op be.radio over radiomakers die zonder vergoeding, op hobbybasis dus, hun medewerking verlenen aan een lokale radio. Is daar iets verkeerd mee?was de onderliggende vraag. Natuurlijk is daar niets verkeerd mee, is mijn onderliggend antwoord. Ik kan het weten, denk ik. Zo goed als alle radiostations waar ik ooit aan heb meegewerkt, hebben mij daar minder goed tot zeer goed voor betaald. In het wit en in het zwart, jawel. Radio is jarenlang mijn beroep geweest en dus moest ik daar mijn brood mee verdienen. Tegenwoordig doe ik het gratis voor de radio uit mijn geboortestreek, en ik merk bij mezelf weinig verschil in mijn houding tegenover het radiomaken en in mijn manier van doen op de radio. De collega’s van Forest doen het ook allemaal graag, de radio haalt met niet al te veel reklame een break-even op het einde van elk boekjaar en bestaat al meer dan twintig jaar. Is daar iets verkeerd mee? Ik denk het niet.

Is er iets verkeerd met radiomakers die het om den brode doen? Ook niet. Zolang ze het nog voor de fun doen ook, en daar wringt het schoentje. 

Natuurlijk: als een lokale radio een redelijke winst haalt en toch enkel met vrijwilligers wil werken, zit daar voor mij wel een geurtje aan, hoewel ik toch de neiging heb om te zeggen: wie het voor niets wil doen, zal het ook niet erg vinden om er niet voor betaald te worden. ’t Blijft een vrije keuze, nietwaar.

Genoeg gezeurd, allerschattigste dagboek. 
Het was een fijne, hete zondagmiddag en de vier uur vlogen voorbij. De muziek kon mij niet op elk moment even hard bekoren maar dat heb je nu eenmaal met een lijst van meer dan duizend nummers, zeker als je nog onderaan zit.

Tussendoor was er zelfs nog tijd om wat te surfen, de bekende radiosites, de nieuwsgroep, je kent dat wel. Veel nieuws was er niet te lezen. Op iRadio stonden wij, op de Radiowereld van Manneke Doemp werden we de tweeling genoemd en op de weblog van Eric Hofman beschreef de lange zijn onverbrekelijke band met Marc. Jamaar Marc, wat is het nu? Ga je mij ontrouw zijn?
Oh ja, en op de nieuwsgroep wordt Extra Gold onder vuur genomen. Volgens de zelfverklaarde radiogoeroe K.G. draait die radio enkel muziek uit de jaren 40-50-60. Tja, ik hoor toch meestal muziek van later, vent. De jaren 70 overwegen, da’s waar. Maar ook hits van later hoor ik passeren. Doe mij er nog aan denken dat ik eens een boom opzet over het fenomeen K.G.

Er zaten ook twee gasten in het programma, die kwamen babbelen over een openluchtvoorstelling van Het Gezin Van Paemel, volgende week in Hamme. Ik merkte het gebrek aan enthousiasme in de ogen van Marc om het interview te doen en ik kon gelukkig op slinkse wijze Dale Cooper zo ver krijgen dat hij het gesprek deed. Hehehe. 

Het weekend is weer zo goed als afgelopen, we gaan naar de klok van halfnegen toe, wat mij betreft, ondergetekende heeft het met heel veel plezier gedaan, blijf vooral afgestemd op dit fijne dagboek, want morgen ben ik er weer met een nieuwe aflevering! 

Misschien vandaag nog, als ik goesting heb, en als het niet te warm blijft. 

De jonge directiesecretaresse

Op de -overigens mooie- site van Jan Leirs lees ik in een stukje over Family Radio het volgende mysterieuze zinnetje: ‘Een toffe ervaring enneh toffe collega’s daar in Neder-Over-Heembeek, op één persoon na dan misschien maar die werkt er intussen niet meer’ 

Nu heb ik zelf een behoorlijk lange tijd bij Family Radio gewerkt, zo ongeveer van september 1998 tot juni 2000, en zo goed als alle collega’s daar vond ik inderdaad tof. De radiocollega’s dan toch. Voor de rest was het daar eigenlijk meer een muziekfabriek dan iets anders. Een tijdlang heb ik enkel programma gedaan, in de ochtend natuurlijk, maar later boden ze mij heel veel geld om fulltime een kantoorjob te doen als webmaster van Family Radio en Contact Vlaams. Jan was overigens mijn opvolger daar, nadat ik besloot dat het welletjes geweest was en overstapte naar Multipop in Antwerpen. Een verhaal apart trouwens, wellicht iets voor later op deze virtuele bladzijden.

Soit, dat ochtendprogramma ging de eerste maanden wel. Ik vond het wel aangenaam om na jaren lokaal aanmodderen weer iets nationaal te kunnen doen. Vòòr Family kwam ik overigens van Antigoon, toen het nog van Piet Keizer was. Ook daar zit nog stof in voor meer. Later, vrienden en vriendinnen, niet alles tegelijk. Er was een tijd sprake om van dat tweede produkt een nieuwe Maeva te maken, met naam en al. Dat liep verkeerd af (ja, ook hierover zou ik een flinke boom kunnen opzetten maar laat ik dat vooral niet doen), zodat op het laatste nippertje een andere naam moest worden bedacht.

Tja, een geniale inval was het niet om de keten Family Radio te noemen. Zeker niet met die schrijfwijze, zodat iedereen de neiging had om het op z’n Engels uit te spreken terwijl we eigenlijk het fletse Familieradio moesten zeggen. Danny De Bruyn belde mij op bij Antigoon omdat hij mij er graag bij wou. Tuurlijk datte. Later heb ik vernomen dat mijn naam nogal kwistig viel bij het ompraten van lokale radio’s om in de keten te stappen. Ah ja, als den dezen meedeed, zou het echt wel een tweede Maeva worden. Flauwekul natuurlijk. Maeva maak je echt niet enkel met een aantal namen van vroeger, laat staan met één enkele naam. Maar goed, ik liet me overhalen en die eerste maanden waren zoals gezegd, redelijk aangenaam in de ochtend. Ze lieten me min of meer mijn gang gaan, alleen werd het mij al snel duidelijk dat het strakke praatformat van Contact ook bij ons zou opgelegd worden. 

IP, de reclameregie, had overigens geen greintje geduld en om de paar maanden werd omgeschakeld van format, programmering, muziekkeuze zodat de keten uiteindelijk totaal geen kans kreeg. Tja, als je niet gehinderd bent door enige vorm van radiofeeling en enkel maar met flink wat dollartekens in de ogen door het leven gaat, is dat te verwachten. 

Doe mij er later aan denken dat ik het ook nog eens heb over de fameuze aprilgrap indertijd waarbij Family voor één dag echt Radio Maeva werd. Het idee was eigenlijk van den Bruinen, de uitwerking mocht ik zelf helemaal doen (samen met Arie van Loon die voor een paar dagen uit Nederland over kwam). Mijn ex-collega uit Aalst heeft daarvoor nog danig onder zijn edele delen gekregen van IP die dachten dat de luisteraars plots massaal gingen afhaken en ècht zouden aannemen dat Family verdwenen was. Oh my God.

Louis Weenen

Waar had ik het eigenlijk over? Ohja, over Jan Leirs. Net als hij had ik eigenlijk geen problemen met de collega’s. Ik heb er in feite een aantal keicoole gasten leren kennen. Jeroen Gorus om maar iemand te noemen. Hij beconcurreerde mij in de ochtend en we deden dus programma op dezelfde tijd, op amper 10 meter van elkaar. Sjieke gast. Eén van de betere radiomakers van de moderne tijd. Tom van Wezendaele, ook een fijn mens. Hij deed de nacht bij Family en Contact, en bleef meestal nog een tijdlang plakken ’s morgens. Ik kwam hem een paar maanden geleden toevallig tegen in Waasmunster maar hij maakt geen radio meer. God ja, er zijn er nog natuurlijk. Grim Vermeiren, ook een toffe kadeeNu bij de 4FM nieuwsdienst, toen nog bij Radio Beiaard in Dendermonde. En Louis Weenen die nieuws kwam lezen bij mij. En de beruchte Jo Buggenhout waar ik vreemd genoeg redelijk wat sympathie voor voelde.

En ik leerde er ook de onovertroffen Van Opstal kennen, zowat de enige die ik nog regelmatig spreek. Geen collega meer, maar een vriend geworden. 

Met de personen buiten de studio had ik weinig of geen contact. Met de Franstaligen bijvoorbeeld, niet in het minst omdat mijn Frans op geen botten trekt. Ook omdat het sfeertje mij niet aanstond. Het achterbakse gedoe enzo, je kent dat wel van overal op de wereld. Ik kon dan weer wel overweg met den Bruinen want die kende ik al zolang. Zelfs met Jan Dooms kon ik het op persoonlijk vlak best vinden.

Maar.. oh God! Wie ik totaal niet kon verdragen, was o.m. de vrouw van de baas, hoe heette ze ook weer? Chantal! Brrr… ik zie haar weer voor me, helemaal opgedirkt en opgetut. De macht lag voor een groot deel bij haar, dus ver zou ik het daar toch niet gebracht hebben. Francis zelf kon ik wel hebben, de man heeft een zekere charme, dat moet ik toegeven. En er liep daar nog zo’n rare rond. Hoe heette die ook weer? Ook Chantal? Zwart haar, verantwoordelijk voor de boekhouding en de uitbetaling van de lonen. Kortom, iedereen was super vriendelijk voor haar maar ik kon het niet opbrengen. Brrrr.

Wèl tof was Katrin, de jonge directiesecretaresse van der Rudy. Ja, de Rudy uit de Kempen. Ook daar had ik al wat mee beleefd in mijn jaren daar. Ik moet dringend Marc nog eens aanspreken voor meer details uit die tijd want het begint al te vervagen. Maar met Katrin had ik wel fijne gesprekken, dat is een feit. 

Het schijnt dat er nogal vrij veel plek is op zo’n weblog van Skynet, dus ik heb nog mogelijkheden genoeg om alle mensen uit het verleden aan bod te laten komen en sommige van hen een flinke veeg uit de pan te geven. Hihi. 

Maar wat ik dus eigenlijk al die tijd wou zeggen: Jan Leirs, welke collega bedoel je eigenlijk waar je niet mee overweg kon?? Want dat interesseert mij dus wel, die intermenselijke verhoudingen en de daarmee gepaarde ongemakken. Let me know, J. 

Maeva, zonder meer

Radio Maeva - Asse

Bij het rondneuzen op mijn harde schijf kom ik weer allerlei foto’s tegen die normaal gebruikt moeten worden op de Radio Maeva-website. Daarmee bedoel ik dus de website die zal gaan over de originele Maeva uit het begin van de jaren tachtig, laat hier zeker geen twijfel over bestaan. Die site is eigenlijk al een meerjarenplan aan ’t worden. Het originele idee komt uit de koker van Arie van Loon, ex-collega van mij. Arie wilde een aantal jaren geleden al gebruik maken van Internet om daar alles op te verzamelen wat met Maeva te maken had: foto’s, teksten, herinneringen, gesprekken, programma-fragmenten. Kortom, de ultieme verzameling voor de Maeva-fans van toen.

Na de dood van Arie nam ik me voor om daar zeker mee door te gaan, samen met Marc. De site is inmiddels in een vrij gevorderde staat, maar nog lang niet klaar voor publicatie. Plus daarbij: de naam Maeva komt regelmatig op een minder fijne manier in het nieuws, en op zo’n momenten gaat mijn goesting tijdelijk over en drop ik het hele website-plan voor een tijdje in de koelkast.

Maeva is nog steeds een naam die bij heel veel mensen een belletje doet rinkelen, en zelfs de jongere radiomakers die nooit naar het station hebben geluisterd, blijken de naam te kennen. Ook voor die mensen zou de site interessant kunnen zijn. 

Moment, ik zal even een mooie foto van de Witte Villa zoeken en die hiernaast zetten. Vergelijk de hoogte van de Villa met de hoogte van de imposante mast die toen voorzien was van twee keer acht dipolen. Ik heb nog ergens een foto van Marc, Arie en ikzelf terwijl we met z’n drietjes een eindje die mast inkruipen. 

Zoute stokjes en Carmen in volle vlucht

Het is warm. En ik vreet me te pletter aan van die zoute stokjes. Zalig om mee in de tuin te zitten en ze één voor één uit het pakje te halen en op te knabbelen. Tot zover deze blik op mijn huidige bezigheid.

Vervolgens over tot de orde van de dag. Beetje orde scheppen in mijn hoofd, dàt moet ik doen. Nu ik eindelijk zo’n weblog (ok, dat woord kan er nog net mee door) begonnen ben, is er zoveel dat ik wil vertellen, maar allemaal tegelijk kan het niet want dan is er voor de volgende dagen niks meer over.

Ge zijt precies een crooner uit Las Vegas met die bril op,’ zei Marc vanmorgen op het werk. De foto is mijn meest recente, door Marc notabene zelf genomen op de barbecue van Forest afgelopen zondag. De bril is niet eens van mij, maar van mijn buurman. Ik zag geen steek, want ’t is er geen op sterkte uiteraard, maar de foto leek me wel cool. Meer moet je daar niet achter zoeken. Om Marc plezier te doen, hierbij een foto van hèm. Let op de opdruk op zijn blitze T-shirt.

Straks zit ik voor ’t eerst op Extra Gold. De Carmen-probleempjes zijn van de baan. Laat het duidelijk zijn, voor Patrick Thijs een attack krijgt: ’t waren eigenlijk geen Carmen-probleempjes, maar probleempjes van Ronny, de Carmen-piloot van dienst. Die moet het programma onder de knie krijgen in volle vlucht en dat zal wel niet meevallen.
‘Bij Forest hebben we een maand proef gedraaid met Carmen. Buiten antenne,’ grijnsde Mike Duprez gisteren. Ik bespeurde wel enig leedvermaak in zijn ogen. Tja, het is nu eenmaal zo. Ik hoop van harte dat er straks niks verkeerd gaat, anders kan Evert het programma overnemen. Al zou dat misschien nog niet zo slecht zijn. Evert klinkt goed, en hij zit live, dat scheelt een heel stuk. Ja, lief dagboek, voor een uur per dag ga ik echt niet van Waasmunster naar euh… dinges rijden. Ik weet de naam van de uitzendplaats op dit moment zelfs niet meer, zozeer bedwelmd ben ik door de zoute stokjes.

Gisteren mailtje gekregen van Geert M. Dat is mijn eigen stalker. Al jaren hoor ik af en toe iets van Geert, en altijd weer blijkt hij perfect op de hoogte te zijn van mijn reilen en zeilen. Hij heeft mij nu teruggevonden dankzij deze site. Maar ’t is best een goeie vent, zo te zien. Hij stelt ook wel de juiste vragen. Waarom ik schrijf dat Maeva mij na al die jaren nog steeds achtervolgt bijvoorbeeld. Of waarom ik op mijn weblog geen link leg naar de site van Eric Hofman en wèl naar die van LDG. En waarom de aftelling op de Maeva-archiefwebsite plots verdwenen is. Kortom, intelligente vragen waarop ik binnenkort een antwoord hoop te formuleren op deze plaats.

Eén vraag heeft Geert niet gesteld: waarom noem ik Diederik Van Der Veken steeds weer Manneke Doemp? Antwoord daarop eveneens binnenkort in dit theater!

Rudi en het toilet

Een halfuurtje met Rudi aan de lijn gehangen vanavond.
Dat was ook weer een tijd geleden. We hadden het over Extra Gold, Outlook en over mijn euh… dagboek. Alles is wel off the record hé, zei hij toen het daarover ging. Uiteraard. Ik zou de meningen van Rudi van Vlaanderen niet durven ventileren via dit medium. Dat doet hij zelf wel.

De tijd dat Peter Hoogland mij vertelde dat hij nog wel een goeie dj kende voor Radio Huguette, die tijd ligt inmiddels een eeuw achter mij. Maar ’t is fijn om er soms aan terug te denken. Die Peter toch. Nog zo jong toen, in 1980. Hij had al zijn haar nog en van Joyce was nog geen spoor. Peter kende dus een dj, eentje uit Opwijk. En hij had gelijk, het was een goeie. Rudi deed zijn intrede bij Radio Huguette en meteen ook in de Vlaamse radiogeschiedenis.

Hij drukte onmiddellijk zijn stempel op die vrije radio uit Neder-over-Heembeek. Zijn stem was er eentje uit duizend, zijn spitsvondigheid en gevoel voor humor ook.
Hij slaagde erin om de slogan ‘Radio Huguette Internationaal, niet voor niets jouw vrije radio!’ net niet lachwekkend te laten klinken.

Ik moet dringend mijn zolder op om nog wat van die ouwe dingen op te zoeken en misschien wel online te zetten.

Leuke anekdote komt plots in me op. Ik belde in die tijd ooit eens naar Rudi, toen hij nog thuis woonde. Zijn toenmalig lief nam de telefoon op, en toen ik vroeg of ik hem kon spreken, zei ze vlotjes (tegen mij, toen nog bijna een wildvreemde): Momentje, Rudi zit juist te kakken.
Het menselijk geheugen onthoudt de raarste dingen.

Voor de rest moest ik voor Rudi vanavond mijn helpdesk-petje even opzetten om hem te adviseren bij een probleem met zijn Outlook Express. Zo af en toe lopen mijn verschillende levens wel eens door mekaar, of ik het leuk vind of niet.

Rudi Van Vlaanderen bij Huguette, 1980