Van Hamme naar Aalst in een bolleke

Tja, ik maak dan wel graag ironische opmerkingen over crashen en neerstuiken en zo voor ik in een vliegtuig stap, maar ’t is toch altijd met een zekere opluchting dat ik weer uit zo’n machine stap en de vaste grond onder mijn voeten voel. ‘Een mens is niet gemaakt om te vliegen,’ placht mijn broer vroeger te zeggen. Hij weigerde dan ook steevast in een vliegtuig te stappen. 

De tijd aan boord vloog redelijk snel voorbij want ik had mijn voorzorgen genomen. Zaterdag nog snel het eerste uur van Retrovisie FM gedownload en naar mijn iPod overgezet zodat ik mijn gedachten wat zou kunnen verzetten tijdens de vlucht. Overigens: ter attentie van de mannen van RadioVisie wil ik wel even zeggen dat ze het beter geen podcast kunnen noemen. Voor een goeie definitie daarvan, één adres: http://www.podcasting.be.

Het was toch vreemd om 10.000 meter hoog de stem van Luc De Groot te kunnen beluisteren, weliswaar via een microfoon die maar half zijn gat werkte. 

Luc de Groot

Luc praatte met Maurice Bokkebroek, de legendarische technicus van Mi Amigo uit de jaren zeventig. Bokkebroek is één van die namen uit het verleden waarmee je direct kan testen of iemand een gelijkgestemde ziel is. Noem in een zaal met honderd mensen de naam Bokkebroek en de mensen die de naam kennen, zijn de echte zeezenderfans. Otto is ook zo’n naam. Ik was echtwaar ook een echte zeezenderfan in de seventies.

Tegenwoordig is dat natuurlijk wel een stuk minder. Je kan niet zelf in het milieu gezeten hebben en dan nog steeds met dezelfde onbevangenheid naar dat milieu kijken. Ik moet toegeven dat ik wel nog graag eens luister naar programma’s uit die tijd, of naar jingles en commercials. Het klinkt allemaal lekker antiek en de geur van de zomer van 1976 straalt er vanaf. Dàt aspect van de zeezenders en de piraten kan ik nog wel smaken, het loutere gevoelsaspect dat de eigen herinneringen terugbrengt. Andere mensen zijn dan weer goed in het opsommen van data en feitjes en ze kennen de hele piraten-historie glad van buiten. Ikke niet. Ik zou zelfs de geschiedenis van de Magdalena niet kunnen navertellen zonder blunders te maken, en ik heb toch zo’n drie maanden op dat schip gezeten.

Erik Mes, Luc De Groot, Ben van Praag, Ton Schipper
Hamme, 1979

Luc De Groot. Ik leerde hem kennen na mijn Mi Amigo-avontuur en hij haalde me binnen bij Radio Plus, de Brusselse vrije radio waarvan hij de Nederlandstalige kant bestierde. ’t Zal zeker niet omwille van mijn kwaliteiten geweest zijn, maar wel omdat ik die zomer op een zeezender had gezeten natuurlijk. Ik had in die tijd nog geen eigen vervoer, en Luc kwam mij ophalen in Hamme met zijn bolleke, een onvoorstelbaar kleine auto waarin juist twee mensen pasten. Hij nam mij dan mee naar zijn thuisstudio boven Dirk Martens, waar tegenwoordig die praatcafé’s van de Vlaamse radiokenners doorgaan, weetjewel. En daar nam ik dan één uurtje programma op voor Radio Plus, op van die Maxell-cassettes. Hoe heette dat programma ook weer? De Flashbackshow, geloof ik.

Ik vond het wel prettig dat ik radio kon blijven maken, nadat Mi Amigo op de klippen was gelopen. Lang duurde mijn tijd bij Plus ook niet, want om één of andere reden stopte de hele Nederlandstalige ploeg ermee. Je moet weten dat de Brusselse radio’s toen nog zo goed als allemaal tweetalig waren. Krankzinnige toestanden, hoor. De Vlamingen hadden bij Plus de volledige woensdag, en daar hield het bij op. Later zou ik bij Radio Huguette belanden en daar waren de zaken een beetje eerlijker verdeeld, maar die tweetaligheid bleef even krankzinnig. Bij Contact was het nog erger. Ik heb daar ook nog een aantal maanden gedraaid in 1980 en de Vlamingen en Franstaligen zaten er gewoon door elkaar heen gehusseld. Geen wonder dat Maeva een paar maanden later zo’n succes werd. Een krachtige zender en 24 uur per dag enkel Nederlandstalige presentatie, daar kon Contact in het begin niet tegenop natuurlijk. Enfin, ik heb Luc De Groot eigenlijk nog nooit bedankt dat hij mij bij Plus binnenhaalde. Ik neem aan dat ik anders gewoon in mijn alternatieve realiteit was beland en nu netjes zou staan lesgeven. Je leven wordt gestuurd op sleutelmomenten en door bepaalde mensen. De miserie is dat je zoiets nooit doorhebt als het gebeurt, maar altijd veel later.

onbekend, Danny Debruyn, Luc De Groot, Peter Hoogland
1980 (Radio Huguette)

Een jingle voor Zondag Zondag, ingesproken door Luc De Groot

Mijn Jersey Girl

De MS Magdalena in 1979 – (c) onbekend

Wel ja, hoe gaat dat in het leven? Je hebt van die lange periodes tijdens dewelke je zo goed als nooit meer denkt aan andere tijden in je bestaan en dan hoor/lees/ruik je iets dat je met een rotvaart terug in je eigen verleden laat roetsjen.
Door die mail van Martien Engel en de site van Mi Amigo 192 ben ik wat aan ’t rondsurfen geweest en kwam ik terecht bij een andere, voor mij ronduit fijne website waar ik ooit al eens op terecht was gekomen maar waarvan ik het bestaan zo goed als vergeten was.

Dossier Mi Amigo is van de hand Theo van Halsema en is een aanrader voor iedereen die ooit naar Mi Amigo heeft geluisterd, of het nu om de originele ging of om het vervolg vanaf de Magdalena. De site bevat tientallen teksten uit krantenartikels die ooit verschenen over Mi Amigo.

Zelf heb ik tijdens mijn verblijf aan boord flink wat foto’s genomen maar die werden allemaal in beslag genomen door de Nederlandse politie, dus je kan je wel voorstellen dat ik met een flinke brok van nostalgie in de keel plots na 26 jaar een foto zag van het toilet op de Magdalena. Rare ervaring: na een dikke kwarteeuw zit je nietsvermoedend op internet te zwalpen en zie je plots de godvergeten wc terug waarop je zelf nog hebt gezeten tijdens een zomer op de Noordzee, een zomer die redelijk allesbepalend is geweest in je leven.

Op diezelfde site staat ook nog de volledige programmering en ik moet lachen als ik zie dat ze mij op zaterdagochtend het programma Muziektrein hadden gegeven, een programma voor de derde leeftijd. Tjonge, ’t was wel echt een breed format. 

Terwijl ik zo op die website de geur van 1979 zit op te snuiven, moet ik mezelf bijna echt dwingen om de realiteit onder ogen te zien: al die teksten gaan wel degelijk over een stukje geschiedenis dat ik zelf heb meegemaakt, waar ik met mijn gat bovenop zat. En geen haar op mijn hoofd dat er toen aan dacht dat ik een stukje geschiedenis meemaakte. Ik besefte toen enkel dat ik zat waar ik in mijn jongensdromen altijd had willen zitten. Geen zorgen, geen gezever. Plaatjes draaien vanop de zee. De kust, de rest van de wereld en de toekomst ver weg. Nothing matters in this whole wide world when you’re in love with a Jersey girl, zou Springsteen jaren later zingen.

Mijn Jersey girl heette drie maanden lang Magdalena.

Mi Amigo lied vanaf de Noordzee, 1979

De blijde intrede van P. Valain

Een dikke week of zo geleden kreeg ik een smsje van Ludo uit Lint die me eraan herinnerde dat ik op 13 juli een kwarteeuw presentator op de radio was. Apart van het feit dat ik het een lelijk woord vind en dat ik mezelf nooit zo zie, was ik het zelf ook nog eens glad vergeten. Een gezonde dosis nostalgie is niet slecht in een mensenleven, maar echt vàst hang ik niet aan het verleden.

n
Uit de tijd vòòr ik het zelf deed, en enkel een fan was

Maar misschien is het nu, op deze zwoele en drukkende zomeravond in augustus 2004, wel goed eens in ’t eigen hart te kijken en een blik te werpen op die andere zomer in 1979, toen mijn wereld van de ene op de andere dag veranderde. De eerste dag van juli van dat jaar, ik ruik hem nog. Op de radio weerklonk voor het eerst in lange tijd weer het geluid van een nieuwe zeezender. Op die dag kwam Mi Amigo opnieuw in de ether. Ja jongens, dat waren nu eens drie woorden die mijn hart sneller deden slaan. Zeezender, Mi Amigo en ether. Wat was ik een fan van dat station in 1976-77! Daar zal ik nu maar niet over beginnen of ik blijf bezig. Ik was trouwens ook een fan van elke zeezender en een nog grotere fan van de ether.Geef toe, het idee dat iemand op een boot in een microfoon praat en volkomen draadloos wordt zijn stem overgebracht naar een radiotoestel dat ergens helemaal anders staat, dàt idee is toch te gek voor woorden? Een antennemast had voor mij een ongelooflijk groot waauw-gehalte.

Enfin, zal ik eens uit de doeken doen hoe ik bij Mi Amigo terecht ben gekomen die doldwaze zomer van 1979? Het verhaal is redelijk bizar en het bewijst hoe je het geluk een handje kan helpen en hoe je een droom kan laten uitkomen als tijd en plaats en toeval een beetje meewillen.

Ten eerste: Mi Amigo kwam dus terug in de lucht na een afwezigheid van bijna anderhalf jaar. Weliswaar vanop een ander schip, maar toch. Op 1 juli klonk Guitar Holiday keihard op de 272 m middengolf. Overal hé. In Nederland, in België en ver daarbuiten.

Ten tweede: ik was een paar dagen daarvoor afgestudeerd als leraar Nederlands/Engels (Rijksnormaalschool Gent, diploma op eenvoudige vraag te bezichtigen) en ik had nog geen job, dus vrij als een vogel, dàt was ik.

Ten derde: mijn toenmalig lief had ook een paar dagen daarvoor te kennen gegeven dat ze het niet meer zag zitten (Den Bunt in Hamme, tranen op eenvoudige vraag te bekijken) en ik was dus eigenlijk nog veel vrijer dan een vogel.

Ten vierde: ik was als gevolg van ten derde redelijk wanhopig en rijp voor a change of life.

Eigenlijk was het puur een kwestie van handelen zonder veel nadenken. Het was al zo lang een droom om ooit op een zendschip te zitten. Dat dateerde van de tijd van Veronica en nog meer: Noordzee. Om maar te zwijgen over Mi Amigo, het station waar ik me voor het eerst echt betrokken bij voelde, niet in het minst door het schitterende Baken 16, elke middag live vanaf de Noordzee. 
Handelen dus, zei ik. Het was de tiende juli, geloof ik, en inmiddels was de nieuwe Mi Amigo begonnen met de normale programma’s in plaats van dagenlang dat muziekje van Oasis te herhalen. Nu ja, normale programma’s was een beetje overdreven. Er was één (1) dj aan boord die eerste dagen: Wim de Groot. Later kwamen daar nog Daniel Bolen en Johan Vermeer bij. Allemaal live, geen bandjes meer vanuit Spanje zoals vroeger. Het was voor mij nu of nooit. Ik had nog nooit een radiostudio van binnen gezien. Geen idee wat een mengpaneel was, nikske niemendal wist ik. Ik besteedde een complete dag aan een proefprogramma van een halfuur, dat ik op cassette opnam, met enkel een platendraaier en een oude microfoon. Na een dag klonk het goed, hoewel het dus puur boerenbedrog was. Maar foert, ik dacht niet langer na en stuurde het bandje de volgende dag naar het enige adres dat ik kon bedenken: de Mi Amigo Fanclub in Wevelgem, ter attentie van Mireille en Fernand. Ik zou wel zien wat het werd.

Wat het werd? De post moet aan superspeed mèt prior gewerkt hebben, denk ik. Op 12 juli in de voormiddag ging de telefoon. Een warme stem met Westvlaams accent. Of ik nog altijd aan boord van de Magdalena wilde? Euh.. ja.En of ik al een dj-naam had? Euh.. ja. Die had ik inderhaast bedacht dezelfde dag van mijn boerenbedrog, in Antwerpen op de Keyserlei in tearoom St. Moritz, recht tegenover het Century Center, samen met mijn voormalig lief. Sommige dingen vergeet je nu eenmaal nooit, kwarteeuw of niet. De schoonbroer van mijn voormalig lief heette Van Praagh. Een goeie naam, vonden mijn toenmalig lief en ik, alleen die hasj was er te veel aan. En de voornaam kwam als vanzelf. Ik was in mijn kinderjaren een grote fan van Kapitein Zeppos en mijn held was de jonge Ben Kurrel die naast Zeppos 9schitterde. Ja, ik had dus een naam, meneer.

‘Kan je morgen om 9 uur in het Sint-Pieterstation zijn, in de cafetaria? Plak een grote sticker met een letter B op je koffer…’ 

En zo kwam het, mijn onbekende lezers, dat ik op 13 juli 1979, het jaar dat niet eens meer in de kalender van Windows XP zit (echt waar! juist gecontroleerd! 1 januari 1980 is het vroegste dat je kan oproepen!), dat ik op die dag in het Sint-Pieterstation werd opgehaald door Germain die mij even later buiten op de achterbank van een Mercedes dumpte en zelf vooraan ging zitten naast iemand die zich Patrick Valain noemde.

En we sjeesden van Gent naar Blankenberge in no time. En we gingen daar eerst nog eten in een restaurant vlakbij het station. En later werd ik naar een kleine boot gebracht, stiekem want het mocht niet van de polies. En nog wat later was die kleine boot onderweg op de Noordzee. En ik werd zeeziek, voor de eerste en de laatste keer in mijn leven. Het was redelijk slecht weer. En nog later zag ik haar liggen in de verte, en ze werd steeds groter, en het was echt echt echt: ik was op weg om aan boord van een superecht zendschip te gaan, en ik zou echt op de radio moeten praten hoewel ik nog nooit een studio had gezien. En oh oh oh waar was ik in godsnaam aan begonnen?

(wordt vevolgd)
(hehe wat ben ik slecht!)