De Levende Wekker

De Maeva-studio in Ukkel, 1981

Een zekere Jan D.M. (laat ik hem voor het gemak Jan De Maeva-fan noemen, anders krijg ik nog de GDPR-aanhangers aan mijn deur, wegens schending van de privacy van de genaamde Jan).. euh nu ben ik dus mijn draad kwijt… welnu, deze Jan schreef als reactie op één van mijn vorige postings Ben had in de Maeva periode een item in zijn ochtendprogramma waarin Peter Hoogland een luisteraar ging wekken.

Klopt als een bus, Jan De Maeva-fan. Bij Maeva in het algemeen en in het ochtendprogramma in het bijzonder deden we soms (zeg maar vaak) dingen waar de commerciële nationale radio’s van tegenwoordig nog een puntje aan kunnen zuigen. En we deden dat zonder de hulp van televisie-zenders, kranten en andere mediagroepen.

Dat item waar Jan het over heeft, gaf ik de naam De Levende Wekker. En het was inderdaad Peter Hoogland die in zijn witte Capri op verzoek elke dag door het Vlaamse land crosste om een luisteraar te gaan wakker maken. Mèt een ontbijt dat de Maeva-bakker (kabouter Rondbuik) afleverde aan de studio. Peter nam het hele gebeuren netjes op met een draagbare bandrecorder, en hij zorgde ervoor dat de opname diezelfde ochtend nog in Ukkel was, zodat ik het item semi-live op antenne kon brengen.

Niet slecht hé? Knipoogje in de richting van Ornelis, Van de Veire en andere Fien Germijnsen.

Voor de geïnteresseerden, ik plaats hieronder de promo voor De Levende Wekker die Peter Hoogland en ik zelf hadden ingesproken in de Ukkelse studio. Duurt zeker een minuut, maar de tijd speelde nog geen rol in die… euh tijd dus.

Als een zeef

Marc stuurde mij een berichtje om te zeggen dat hij volop fragmenten aan het beluisteren is voor één van onze volgende afleveringen. Het zijn stukjes uit programma’s van Mi Amigo Duisburg. Ik noem het zo voor het gemak, maar het heette gewoon Mi Amigo. Meer daarover later. In Tivoli Road van dit weekend nemen we al een aanloop naar het verhaal van dat nationale station uit 1984 dat Marc en ik opstartten, samen met Guido van Linthout en Ronny Van Gelder. Die Mi Amigo was overigens de eerste radio die echte concurrentie werd voor Maeva, nadat we daar weg waren.

Maar soit, zoals ik zei: meer daarover later. Waar het mij nu om gaat, is de teloorgang van het menselijk geheugen. Zowel Marc als ik zelf, beseffen stilaan dat het quasi onmogelijk is om alles wat we hebben meegemaakt, ook tot in detail te onthouden.

Ben? Wist je dat jij en ik nog programma hebben gedaan bij Lipstick?
Och gij! Nog vòòr Mi Amigo begon in Duisburg? Dat wist ik niet meer!
Ik ook niet. Totaal vergeten!
En dat Ferry Eden ook programma deed voor Duisburg.
Totaal vergeten!

Dit soort conversaties beginnen steeds vaker op te duiken. Zeker sinds we via Tivoli Road meer en meer met ons eigen verleden geconfronteerd worden. Vroeger dacht ik dat het een vroege vorm van dementie was die de kop op steekt, nu het pensioen een onvermijdelijk deel van de realiteit is geworden.
Echter, sinds een tijdje begrijp ik dat niemand èlk detail van zijn/haar leven voor eeuwig onthoudt. In ons geval, waarbij veel details in de vorm van audio-fragmenten regelmatig verschijnen, krijgen we evenwel vaak te maken met de harde bewijzen.

De momenten van och gij! Dat wist ik niet meer! zijn dan ook meer dan vroeger aanwezig. Gewoon accepteren is de boodschap, het heeft ook zijn goeie kanten. Welke goeie kanten dat zijn, dat ben ik helaas vergeten.

Nog iets voor de Maeva-fans: ik weet dat Ronny Van Gelder ons veel te vroeg ontvallen is. Maak u geen zorgen, hij wordt niet vergeten. In de komende afleveringen van onze podcast, zullen we het nog vaak hebben over de Ronny. En zoals Marc het soms zegt: hij krijgt zijn plaats in de geschiedenis.

Betrapt, Marc!

Zoals ik al beloofde in de loop van de bonus-aflevering van Tivoli Road, zet ik de foto’s die Marc Jacobs nam van het publiek op de boot, hier op internet. Denk er aan, die boot kwam in 1977 langszij de MV Mi Amigo liggen. Eerlijk gezegd, de foto is niet super duidelijk maar L. (de jongste dochter van Marc Hermans, die blijkbaar over een geoefend speurdersoog beschikt), meende in één van de fans haar vader te herkennen en riep dan ook uit Papa da zijde gij!.

Nu is de tijd voor ons (dus ook voor Marc) niet helemaal zonder gevolgen gebleven, maar ik kan bij goed toekijken toch bevestigen dat de jongeman die met een fototoestel in de hand een beetje boven het publiek uit torent, wel degelijk de genaamde Marc H lijkt te zijn. Betrapt!

Een flashback naar lang geleden

De nieuwe aflevering van Tivoli Road komt vanavond online. Op de website van de podcast kan je ze natuurlijk als eerste beluisteren, en even later ook op de meeste platforms (Apple, Spotify, Google e.a.). Niet meer in Koffiepauze, nee. Mocht daar nog verandering in komen, dan laten we het weten.

We hebben de tijdsduur van een item op de radio ruimschoots overschreden, we zijn nu immers onze eigen baas. Een dikke twintig minuten duurt het deze keer, we zijn redelijk los gegaan. Het is dan ook een bonus-aflevering geworden, met leuke fragmenten die Marc Jacobs ons bezorgde. We gaan terug in de tijd naar 1977 en naar Radio Caroline en Mi Amigo. Eigenlijk gaan we nog verder terug, naar 1967 dus. Bij de echte zeezender-fans zal inmiddels een lichtje gaan branden na het lezen van voorgaande tips. Een Aha-erlebnis, gelijk ze soms zeggen. Welaan dan, richt uw oren naar www.tivoliroad.be vanaf een uur of acht vanavond. Geniet van de stemmen van Marc Jacobs, Stuart Russell, Robbie Dale en vele anderen.

De opname van de aflevering hebben we zoals gewoonlijk op dinsdag laten plaatsvinden, tijdens onze wekelijkse wandeling doorheen het park. De weergoden wilden laten weten dat ze achter ons stonden, de zon scheen dat het een lieve lust was.
En enige tientallen schoolkinderen waren ook aan het profiteren van de lentezon. Je kan ze horen in de aflevering, maar dat zorgt voor de nodige sfeer.

Mag ik tot slot mijn beste commerciële ondernemers-skills boven halen? Wil je automatisch op de hoogte gebracht worden als ik een nieuwe posting doe op deze site? Drop dan je e-mailadres in het gepaste veldje aan de rechterkant (hiernaast dus). Voilà, geregeld.

Snel schakelen, il faut le faire.

Wel, toen ik nog voor het fijne kabelbedrijf werkte – alweer ACHT jaar geleden, kan je dat geloven?- was één van de vereiste skills op de klantendienst: snel kunnen schakelen.
Snel schakelen, dat is zeker één van de kunstjes die Marc en ik uit onze hoed getoverd hebben de voorbije twee weken. Mi Amigo (de èchte), de webradio waar Marc sinds vorig jaar zijn programma Koffiepauze deed, zit helaas een beetje in de problemen, door strubbelingen tussen boven en beneden. Waarbij je beneden mag opvatten als de plaats waar de talenten zetelen. De dj’s die vroeger deel uitmaakten van de originele ploeg uit de jaren toen Mi Amigo nog uitzond vanop de woelige baren van de Noordzee. De Getrouwen, zeg maar. Wat uiteraard niet betekent dat boven de plaats is waar één of meer Verraders zitten. Die analogie met het populaire reality-programma op tv komt me nu gewoon goed van pas, da’s al.

De strubbelingen zitten vooral in de communicatie tussen boven en beneden, in die mate zelfs dat de originele ploeg besloot om het gezamenlijk voor bekeken te houden, en op te stappen. Ik ga daar verder niet over uitweiden, probeer niet om me toch zover te krijgen. Laat ik het erop houden dat ik me heel waarschijnlijk zou aansluiten bij beneden, als ik er toch betrokken bij zou zijn.

Het gevolg is wel dat er geen gesproken programma’s meer zijn op dit moment. En dus ook geen Koffiepauze met Marc. En ja, dus ook geen Tivoli Road meer. En kijk, onze skills van bij de klantendienst komen ons op dit punt goed van pas.
We moesten snel schakelen.

Tivoli Road is bijna van de ene dag op de andere een podcast geworden.
Alle voorbije afleveringen staan inmiddels op de belangrijkste platformen en zijn dus te beluisteren op beide A-merken onder de besturingssystemen op de huidige smartphones. Ja, Apple (iOS) en Android inderdaad. En dankzij de aanwezigheid van Spotify onder Windows èn MacOS, zijn we ook te vinden op alle computer-systemen.

En voor de mannen/vrouwen/x-en die niets moeten weten van al die nieuwerwetse prullen en die eigenlijk alleen maar internet willen hebben: zelfs die koppige duvels kunnen toch naar onze podcast luisteren via de website www.tivoliroad.be

De nieuwste aflevering (de eerste onder het podcast-regime, zeg maar) komt zaterdag online. Morgen zal ik verslag doen over de opname daarvan die Marc en ik tijdens onze wandeling van dinsdag euh… opgenomen hebben dus hé.

Hoe gaat het verder?

Dat schrijft Marc Hermans een paar dagen geleden op zijn Facebook-profiel.
Zet maar een link naar mijn blog, zei ik stoutmoedig en zonder er veel over na te denken. Zo ben ik al mijn hele leven geweest: doen, en dan pas nadenken. Spijt komt naderhand, en altijd te laat.

Maar goed, ik moet eerlijk zijn. De kans is vrij groot dat u hier bent door die link op de FB-pagina van de Marc. Ik zie dat ook in mijn statistieken: een opvallende stijging van het aantal bezoekers sinds die posting van mijn radio-collega, metgezel sinds jaren en jawel: goede vriend. En ik mag zeker niet vergeten: compagnon de route op de weg die ons de voorbije maanden extra verbindt. De weg die we met z’n tweetjes bewandelen. Een pijnlijke rug en nek krijgen we er allebei van. Komt door het achteruit kijken. De blik iets vaker gericht op het verleden dan op de toekomst. Jawel, de weg door één van de meest onderschatte en mooiste plekjes van Mechelen, en nog vlak bij mijn deur ook. Tivoli Road.

Voor ik het vergeet: deze woorden schrijf ik NU. Niet in 2006, niet nog vroeger. Nee makkers. NU. In het Huidige Heden. We zijn waar we moeten zijn. Mijn oude weblog staat er weer volledig op. Ongecensureerd, ongewoke’d, onaangetast door de tijdsgeest. Ik heb alles gekopieerd en geplakt zoals het er oorspronkelijk stond, bijna een decennium geleden. Het enige wat ik wel deed, was het geheel opfleuren met wat foto’s die ik in de vroegere versie niet publiceerde.

Het was niet echt zo simpel als ik het hier laat klinken, hoor. Meer dan ik aangenaam vond, kwam ik namen tegen van collega’s, kennissen en vrienden waarbij ik dacht: tiens, die is dus dood. Soms met een knoop tussen hart en maag. Soms kwam het goed uit, de beslissing om niets aan de teksten van toen te veranderen. Ik kon dan namelijk doen alsof er niets aan de hand was. Doen alsof iedereen nog leefde.

Mijn moeder is ondertussen alweer bijna twee jaar dood. Dat word ik dus echt niet gewoon, jongens. Ik heb nog altijd de neiging om te denken: straks eens bellen naar ons ma en vertellen dat mijn rug weer opspeelt.
En radio-collega’s leven ook niet eeuwig. Noël en Frans en Ronny en de Lukken en wie nog allemaal. Ze zijn weg. Nu ik in het Huidige Heden zit, kan ik niet langer faken natuurlijk.

Hoe moet het nu verder?
Omdat ik niets meer van teksten heb om te plakken, zal ik het moeten doen met wat in mijn hoofd zit, en wat er uit wil komen.

Zal ik dan maar even de olifant in de kamer benoemen? De hete aardappel ter hand nemen? Tivoli Road. Wat gaan we daarmee doen?
Laten we er voor het gemak van uitgaan dat die naam u niet geheel onbekend is. Misschien dat u zelfs een trouwe luisteraar bent van het item uit Koffiepauze, het weekendprogramma dat Marc Hermans verzorgt bij de vriend aan huis van zovele mensen die met een brok nostalgie in de keel luisteren naar Mi Amigo (de èchte).

Er zijn inmiddels al een kleine zestig afleveringen geweest van Tivoli Road sedert begin oktober van vorig jaar. Al een tijdje zijn Marc en ik aan het nadenken over een manier om op safe te spelen, voor zover dat mogelijk is in dit leven natuurlijk. Stel dat er iets gebeurt met de radio. Ik zeg niet dat er iets zàl gebeuren, ik wil het zeker niet jinxen. Maar stèl.
Stel dat er iets gebeurt met het internet. Stel dat ze dat afschaffen. Of verbieden. Of dat ze de pries uit trekken. Ik heb het al eerder meegemaakt. Dus ja stèl.

Marc en ik zijn twee gasten die zo heel af en toe toch eens verder kijken dan onze neus lang is. We steken elke week toch iets te veel moeite in dat item om het te laten verbrodden door stèl dat.

Dus vrienden.
Tivoli Road is vanaf nu niet langer alleen een item in een radio-programma.
Laat het voorgaande even doordringen.

Tivoli Road is vanaf nu (ja NU) ook een podcast. Eigenlijk moet ik dan zeggen, hoewel ik een bloedhekel heb aan het woord: een heuse podcast.
Als u NU gaat zoeken naar Tivoli Road op Apple Podcasts (de app die op èlk Apple device gratis aanwezig is), dan zal u daar alvast de eerste twintig afleveringen vinden. En morgen nog meer. En de dag daarna absoluut nog meer.

Met andere woorden: als aanvulling (backup of whatever) op het radio-item kan u ons vanaf nu beluisteren als podcast. Probeer het maar als u het niet gelooft. De komende dagen zal ik dit blogje gebruiken als promotie-medium voor de podcast. Als u enige vorm van luiheid voelt of geen zin hebt om Tivoli Road in te typen in Apple Podcasts, zal ik u verwennen vanavond. Klik gewoon op deze link.

De groeten van Marc, en maak u geen zorgen (vooral voor de mensen die niet zo fanatiek van Apple houden als ikzelf). We werken eraan om Spotify ook te laten werken met Tivoli Road.

Voila. En voor zij die belust waren op sensatie, de pessimisten, de haters of whatever:

Alles gaat voorbij. Maar niet meteen.

Oh schone tijden!

De Nederlandstalige ploeg van Radio Plus (1980)

Op de website van Radio Maeva publiceren we al enige tijd het dagboek dat we een kwarteeuw geleden bijhielden in de Witte Villa. ’t Ligt eventjes stil nu, want tussen april en juli 1983 schreven we om een niet te achterhalen reden niks meer in het boek. In juli begon het opnieuw tot het einde op 11 november 1983.

Bij het nalezen van die -soms bittere- teksten uit het grijze verleden, merk ik dat o.a. Peter Hoogland er nogal van langs kreeg toen. Nu verdient dat wel enige duiding en relativering natuurlijk. Peter was wel degelijk een coole gast in die tijd. Een jongen waar ik altijd goed mee kon opschieten en die ik al kende uit mijn tijd bij Radio Plus en daarna Radio Huguette. Hij was één van onze jongste medewerkers en toen al een spring-int-veld.

Hierboven een fotootje uit de tijd van Radio Plus, nog in zwartwit. Oh schone tijden!
Je herkent van links naar rechts op de bovenste rij: een onbekende (ik dacht Luc van de fanclub, want die hadden we!), daarnaast ikke en naast mij Peter HooglandDanny Debruyn en Luc De Groot.
Onderaan zit Tom Denker (zoals Jan Dooms toen heette) en John De Vries (denk ik).

Voor eeuwig weg maar toch altijd aanwezig

Arie van Loon en Ben van Praag (Ukkel, 1982)

De website van Arie van Loon zit in een nieuw kleedje, voor het eerst sinds 2001.
Dat is zo gekomen: nu we volop bezig zijn met de Maeva-website, vond ik dat het ook tijd was om Arie’s plekje op het net eens op te frissen. Te dien einde richtte ik mij tot de webmaster met de woorden: “Denkt ge niet dat Arie’s site aan een nieuwe layout toe is?”. Waarop de webbie eens fronsend naar mij keek en vervolgens knikte. “Ik doe dat vannacht wel,” antwoordde ze. En inderdaad, vanmorgen was de site aanwezig op het wereldwijde net. En ze mag er verdorie zijn, mijn gedacht. Ik weet zeker dat Booike, Cor en Teun dat ook zullen vinden als ze er naartoe surfen.

Arie dus. Ik zie Valain nog altijd in Ukkel binnenkomen met de woorden: “We hebben een vervanger voor Ron!” Inderdaad, Ron van de Plas, toen nog geheel onbesproken en vrij van zonden, had het een aantal weken daarvoor wel gezien bij Maeva en was overgestapt naar Seven. De daarop volgende tijd zou ik in Ukkel het gezelschap krijgen van Bert De Groef en Peter Hoogland, want ik kon moeilijk in mijn eentje die hele familieradio recht houden. Heel die situatie kon hoe dan ook niet blijven duren want zowel Bert als Peter hadden hun eigen bezigheden buiten Maeva om.

En dus haalde Valain er iemand bij die eigenlijk al van bij de start bij het station had moeten komen maar er toen niet bij was wegens van de fiets gevallen en been gebroken of iets dergelijks. “Hij heet Arie van Loon,” vertelde onze programmaleider me. Toch niet wèèr een Hollander, dacht ik. Maar het was er wel eentje, en een rare ook nog. De eerste dag dat hij in Ukkel was, hield hij zich ongevraagd bezig met de grote schoonmaak. Ik moet toegeven dat mij dat goed uitkwam, want zelf hield ik niet zo van schoonmaken, ik wilde enkel radio maken. Heel het appartement blonk als nooit tevoren na Arie’s intrede. 

Arie en Ben, 1983

Na de eerste wat onwennige dag, klikte het meteen tussen ons. Het klikte ook snel tussen Arie en de luisteraars. Hij had een volledig eigen stijl van presenteren, hij moest maar één woord zeggen en je wist direct dat hij het was. Hij presenteerde als een dichter. Zijn stem was de pen waaruit de woorden vloeiden. 

Voor mij was hij een Hollander die mij met alle Hollanders verzoende, zoals Marc een Antwerpenaar is die mij alle cliché’s over Antwerpen doet vergeten. Je kon niet boos zijn op hem. Tevens was Arie heel bescheiden, en dan bedoel ik ècht bescheiden, niet vals bescheiden zoals we allemaal wel eens zijn.

Ik lees tegenwoordig met plezier zijn bijdragen aan het Witte Villa-dagboek die ik met regelmaat op de Maeva-site zet. Zijn handschrift ontcijferen in het originele boek, het is geen simpele opdracht maar ik vind het niet erg. Wil je wat mooie foto’s van Arie zien? Ze staan allemaal bijeen op zijn website. Surf er eens naar toe, lees het gastenboek met de ontelbare bijdragen van fans die in de weken na zijn dood op de site werden gezet. Het gastenboek is weer open, dus je kan je eigen bijdrage er ook neerzetten. 

Arie van Loon is dood, maar – zoals Marc vanmorgen zei: soms is hij er precies toch nog.

Over fans in alle soorten en maten

Redelijk slecht gezind ben ik vandaag.
Na een min of meer slapeloze nacht (ze komen in alle soorten en maten, maar de nachten met nachtmerries waarin je net niet beseft dat je droomt, dat zijn de ergste) viel ik eindelijk in slaap rond acht uur vanmorgen. Pakweg een halfuur later werd ik alweer wakker door het geroep en gelach van een bende geschiften (ze worden ook wel eens wielertoeristen genoemd) die vlak voor mijn deur een stopplaats hadden. Ik spreek over een stuk of vijftig van die mafketels die in december bij vriestemperatuur op een zondagmorgen gaan fietsen. En maar lawaai maken, en maar moppen vertellen terwijl ze aan hun stopplaats onder mijn slaapkamerraam glühwein of een ander warm drankje stonden te zuipen. Hoeveel vijzen moet een mens kwijt zijn om zo vroeg op zondag in groep te gaan rondrijden?

Ben van Praag en fans (1983)

Tot daar een verklaring voor mijn slecht humeur van vandaag.
Gelukkig is er Net Gemist, de nieuwste uitvinding van de openbare omroep die in samenwerking met het fijne kabelbedrijf hun programma’s van de voorbije zeven dagen aanbieden via de Digitale Televise. Ik zit nu de Laatste Shows van de hele week te bekijken. Ja, die DigiTV is geen slechte zaak. Op het werk zit ik in een soort testgroepje dat thuis de nieuwste digitale snufjes mag uitproberen voor ze live gaan. Ik kan je verzekeren dat er nog leuke dingen op komst zijn.

Op de Maeva-website lees ik een artikeltje van Marc Hermans (ik moet die teksten er zelf opzetten, dus er is geen ontsnappen aan) over de populariteit van Maeva indertijd. Die populariteit was inderdaad overweldigend. Je zal mij nooit horen beweren dat Maeva toen de beste radio was, maar het was wèl de populairste. We hadden fans in alle lagen van de bevolking, in alle euh.. soorten en maten dus. Oude fans, jonge fans, kleuters, fanatiekelingen, gehandicapten (heel vaak blinde fans – dove fans kwamen veel minder voor), getrouwde fans, vrijgezellen, mooie fans, lelijke fans, domme fans, sympathieke fans, ambetante fans, groupies, jaloerse vriendjes, dunne fans, dikke fans, goedgelovige fans, achterdochtige fans en – gelukkig maar – ook gewoon intelligente fans. Die laatste categorie vond ik de aangenaamste om mee om te gaan. 

Fans: Hendrik Rosiers, Denise, Lode en Martine (1983)

Een kwarteeuw later herinner ik me nog altijd namen als Ricky Jenniges (de jongedame die mij ooit een volgeschreven toiletrol opstuurde, maar elke zin was intelligent), Martine Monsaert, Lode en Martine (Lode was de man die het Wekkerwachtlied bedacht en de oorspronkelijke versie ervan zong), Lutgard -ABBA- Smets, Hendrik Rosiers (die ik de bijnaam de zaterdagschrijver gaf, zijn kritische brieven op zaterdag waren altijd weer een hoogtepunt in Wekkerwacht), Hilde D.W. uit Aalst (op wie ik echtwaar zwaar verliefd werd) en nog een aantal anderen op wiens namen ik nu niet kan komen maar die regelmatig zeer intelligente brieven stuurden. 

Toen we vertrokken bij Maeva, heb ik al die intelligente brieven mee naar huis genomen – ik had ze in de loop van enkele jaren netjes bijgehouden. ’t Waren twee vuilniszakken vol, geloof ik. Later moest ik nog meer gaan filteren (opruimen van de zolder, je kent dat wel) en de aller-intelligentste brieven bleven uiteindelijk over in een plastic zakje van de Werka uit het Koopcentrum in Sint-Niklaas. Nog later, tijdens een periode dat ik psychisch mijn verleden probeerde te vergeten, heb ik heel drastisch die Werka-zak met het huisvuil meegegeven. De momenten dat ik daarvan spijt heb, komen steeds minder vaak voor. Je moet zuinig zijn met spijt in het leven.

Over debiele namen op de radio

“Zou Bert De Groef ook iets willen schrijven voor de Maeva website?” vroeg Marc mij gisteren tussen twee klanten door. Een beetje zorgelijk keek ik hem aan.
“Ik heb mijn twijfels,” mompelde ik, “maar aan de andere kant heb ik nog iets te goed van hem, dus wie weet”.
Voor ik dat verder kon uitleggen, had ik zelf ook weer een klant. Terwijl ik de man, een oorlogsveteraan die een computer had gekregen van zijn dochter, probeerde duidelijk te maken dat de run-time erreur die op zijn scherm verscheen bij het opstarten échtig waar niets met het fijne kabelbedrijf te maken had, dacht ik verder na over Bertje De Groef.
Overigens, de instapdrempel voor Internet wordt steeds lager en dat vind ik super maar soms ligt die drempel echt wel té laag. De gepensioneerden die denken dat wij op het werk verantwoordelijk zijn voor elke losse vijs in hun computer, zou ik de kost niet willen geven. Uiteindelijk hing de oorlogsveteraan op, nadat hij mij vertelde dat hij zijn schoonzoon wel eens zou raadplegen, want dat was een ellentrieker.

Bert de Groef –
Radio Huguette 1980

Maar waar was ik? Bert De Groef, jawel.
Ik leerde hem kennen bij Radio Huguette Internationaal, een vrije radio die iets meer verdient dan een voetnoot in de geschiedenis omdat daar toch wel de kiem werd gelegd van het latere Maeva. Bert was een toffe gast, zeer zeker. En toen Patrick Valain in de eerste maanden van Maeva iemand zocht voor de namiddag (ik geloof voor Muziekmatinee), zei ik dat ik wel iemand kende, Bert dus.
Ik meen me te herinneren dat Valain eerst nog wat moeilijk deed over zijn naam (De Groef, wat voor een naam is dat?) maar dat obstakel was snel overwonnen.

Ik zat ooit een tijdje bij FM Kempen waar ik samen met Marc de programmaleiding deed. Tjonge, daar zat toch wat bij mekaar, hoor. Ik vernam dat ene Lode achter mijn rug had gezegd dat Van Praag toch wel een debiele naam was voor op de radio. Tja, daar was ik een paar dagen kapot van. Wat moest ik in godsnaam aanvangen om Lode alsnog voor mij te winnen? Hoe moest ik mezelf noemen? Ik kon toch moeilijk mijn naam veranderen in pakweg Eric Van Houte of zo? Maar alla, ik hoor Lode tegenwoordig vaak Voor De Dag presenteren bij Radio 1 dus hij heeft het echt gemaakt en ik ben een loser.

In elk geval, van Bert De Groef heb ik nog iets te goed. Ik zal hem eens mailen één van de dagen en vragen of hij Johan Henneman eens even wil vergeten en of hij wat wil schrijven voor de onvolprezen Maeva website waarvoor ik hier graag opnieuw een lans wil breken.

%d bloggers liken dit: