Aan u de keuze

Zie ze rijden, de gekleurde mannetjes in de Ronde van Italië.
Vijf jaar geleden, in het magische jaar met de drie nullen, stond ik in een ziekenkamer in het gasthuis van Aalst (daar waar de koning ooit lag, ja) en de tv toonde daar diezelfde gekleurde mannetjes tijdens diezelfde jaarlijkse koers. De man in het bed was mijn vader, een koers- en voetbalfanaat in hart en nieren. Met zijn nieren was niks mis, met zijn hart des te meer.
“Het interesseert me niet meer,” zei hij, wijzend naar de fietsende mannetjes.
Welnu, dat vond ik geen goed nieuws. Een paar dagen later, op een zondagochtend, kreeg ik dan ook telefoon van mijn schoonbroer. Mijn vader was er niet meer. 
(mijn oma, mijn vader, mijn broer, mijn ex-schoonvader, een aantal goeie vrienden.. hun dood werd me telkens telefonisch gemeld – geen wonder dat ik telefoons heb leren haten.. hoe ben ik ooit bij het fijne kabelbedrijf terechtgekomen, waar ik elke dag uren aan de telefoon zit?)

Zou het verlies aan interesse in iets waar je ooit zo gek van was, altijd betekenen dat je aan het einde van je latijn en van je leven bent? Laten we hopen van niet, vrienden. Mijn interesse voor de hedendaagse radio is nog minder dan die van de doorsnee mens voor diezelfde hedendaagse radio. Nu hou ik me ook niet bepaald wanhopig vast aan de dingen die voorbij zijn, aan de radiojaren van vroeger. Die zijn hoe dan ook onherroepelijk voorbij, dus je daaraan vastklampen heeft geen zin.

Dat neemt niet weg dat ik het af en toe wel aangenaam vind om aan vroeger te denken en eens te luisteren naar de kleine geluidjes die ik sinds kort online zet. Maar wat dat betreft, is het wellicht uit met de pret. Ik had jullie toch verteld van die ouwe Akai bandrecorder die ik een tijd geleden in bruikleen kreeg van de mannen van Forest? Welnu, ik heb begot een aangetekende dreigbrief gekregen van de twee bejaarde ex-bazen van ex-Forest. Of ik de bandrecorder voor 18 mei wil terugbezorgen, zoniet ondernemen ze juridische stappen. “Aan u de keuze”, zo schrijven ze nog zeer fijnzinnig onderaan. Alsof ik hun prullen zou willen houden, dacht ik enigszins geërgerd na het lezen van de brief. Toen ze een aantal weken geleden zonder waarschuwing de stekker hadden uitgetrokken, beloofde ik dat ze hun bandrecorder natuurlijk terugkregen, nadat ik al mijn oude banden zou overgezet hebben op computer. Geen probleem, zeiden ze toen. En ge zijt toch niet kwaad op ons hé, Ben?  Toen niet, nee.

Enfin, laat ik toch vooral niet tè boos worden op die twee broers, hun grijze haren doen me een beetje aan die van mijn vader denken. Plus daarbij: aan het geneuzel in die brief te zien, is hij ofwel geschreven door een would-be advokaat ofwel door de vrouw van één van de broers. Ik heb dat nog meegemaakt in mijn carrière. Radiobazen waar ik voor de rest goed mee kon opschieten, die geregeerd werden door een bitse vrouw. Wee je gebeente als je dààr mee te maken krijgt.

Nu, ik zal wel op zoek gaan naar een tweedehands bandrecorder om de rest van mijn archief voor de eeuwigheid veilig te stellen. 

Verder gaat alles naar wens. Mijn vakantie is bijna een week voorbij, het fijne kabelbedrijf is opnieuw mijn dagelijkse decor, de zon schijnt vandaag, er komt een lang weekend aan, mijn belastingsbrief viel dit jaar goed mee en ik ben al een paar weken compleet in de ban van de schitterende serie Stargate SG-1, die ik sinds kort heb leren kennen. Kortom, wat er ook verkeerd gaat in dit leven, ik vind altijd wel iets troostend waar ik me aan optrek.

%d bloggers liken dit: