Wel ja, hoe gaat dat in het leven? Je hebt van die lange periodes tijdens dewelke je zo goed als nooit meer denkt aan andere tijden in je bestaan en dan hoor/lees/ruik je iets dat je met een rotvaart terug in je eigen verleden laat roetsjen. Door die mail van Martien Engel en de site van Mi Amigo 192 ben ik wat aan ’t rondsurfen geweest en kwam ik terecht bij een andere, voor mij ronduit fijne website waar ik ooit al eens op terecht was gekomen maar waarvan ik het bestaan zo goed als vergeten was.
Dossier Mi Amigo is van de hand Theo van Halsema en is een aanrader voor iedereen die ooit naar Mi Amigo heeft geluisterd, of het nu om de originele ging of om het vervolg vanaf de Magdalena. De site bevat tientallen teksten uit krantenartikels die ooit verschenen over Mi Amigo.
Zelf heb ik tijdens mijn verblijf aan boord flink wat foto’s genomen maar die werden allemaal in beslag genomen door de Nederlandse politie, dus je kan je wel voorstellen dat ik met een flinke brok van nostalgie in de keel plots na 26 jaar een foto zag van het toilet op de Magdalena. Rare ervaring: na een dikke kwarteeuw zit je nietsvermoedend op internet te zwalpen en zie je plots de godvergeten wc terug waarop je zelf nog hebt gezeten tijdens een zomer op de Noordzee, een zomer die redelijk allesbepalend is geweest in je leven.
Op diezelfde site staat ook nog de volledige programmering en ik moet lachen als ik zie dat ze mij op zaterdagochtend het programma Muziektrein hadden gegeven, een programma voor de derde leeftijd. Tjonge, ’t was wel echt een breed format.
Terwijl ik zo op die website de geur van 1979 zit op te snuiven, moet ik mezelf bijna echt dwingen om de realiteit onder ogen te zien: al die teksten gaan wel degelijk over een stukje geschiedenis dat ik zelf heb meegemaakt, waar ik met mijn gat bovenop zat. En geen haar op mijn hoofd dat er toen aan dacht dat ik een stukje geschiedenis meemaakte. Ik besefte toen enkel dat ik zat waar ik in mijn jongensdromen altijd had willen zitten. Geen zorgen, geen gezever. Plaatjes draaien vanop de zee. De kust, de rest van de wereld en de toekomst ver weg. Nothing matters in this whole wide world when you’re in love with a Jersey girl, zou Springsteen jaren later zingen.
Mijn Jersey girl heette drie maanden lang Magdalena.
Ja, die maand september in 1979… Veel radio van op zee viel er voor mij niet meer te beleven toen. Na mijn eerste periode aan boord was ik twee weken thuis geweest. Wel spannend, om toen naar de 272 m te luisteren en mijn collega’s bezig te horen. Ik kon eigenlijk nauwelijks vatten dat ik zelf zes weken op dat schip had gezeten en dat ik nu deejay bij een zeezender was. En ik verwachtte eerlijk gezegd niets meer te horen van de organisatie, ook al hadden ze mij verzekerd dat ik na een week of twee weer aan boord zou mogen.
En toch mocht ik voor een nieuwe periode aan boord, ze moeten echt een zwaar tekort hebben gehad aan dj’s. Nooit heb ik begrepen waarom er niet meer kandidaten waren. Mijn tweede periode duurde maar een paar weken, en ’t waren twee weken vol miserie, maar toch ook twee weken van avontuur. Die zomer van 1979 had ik niet alleen het onvoorstelbare geluk om deel te mogen uitmaken van een zeezender, hoe slecht hij ook was, maar ook om meteen een paar jongensboek-achtige weken te mogen meemaken. Zware stormen, een schip dat losgeslagen van zijn anker en zonder motor rondzwalpte op de Noordzee, een manklopende organisatie die wel een ankerketting maar geen anker aan boord kreeg, kortom alle mogelijke spannende dingen vielen mij ten deel.
Dat rondzwalpen mag je letterlijk nemen. Een paar dagen lang hadden we wel nog een motor zodat we tenminste min of meer op onze positie konden blijven, ook zonder anker. We wisselden elkaar af aan het roer in de stuurhut om rondjes te draaien. Boeiende ervaring, hoor: niet zomaar aan boord van een zendschip zitten, maar er ook nog mee varen.
Uiteindelijk begaf ook de motor het en waren we ècht stuurloos, overgeleverd aan de elementen, zoals ze dat zeggen in boeken. De laatste paar dagen – uitzenden deden we toen al niet meer – liepen we dag en nacht rond in onze zwemvesten. Toen de Magdalena uiteindelijk op een zandbank voor de Nederlandse kust vastliep, besefte ik dat het avontuur voorbij was. Ik denk niet dat ik de enige was die het niet erg vond toen we uiteindelijk door de Nederlandse rijkspolitie van boord werden gehaald op 21 september. Stinkend naar diesel, dagenlang niet gewassen en ongeschoren werden we gearresteerd. Onderweg naar verschillende politiebureaus konden we op Hilversum luisteren naar het radionieuws waarin werd gemeld dat het zendschip van Mi Amigo gestrand was en de bemanning was gearresteerd. Vreemde ervaring om dat zo over jezelf te horen.
Zoals de anderen mocht ik een nachtje doorbrengen in een cel. Veel trok ik mij daar niet van aan, tenslotte waren we geen misdadigers en ik wist wel dat ik ’s anderendaags naar huis mocht en daar was ik ook wel blij om. Hoe het nu verder zou moeten, daar had ik geen flauw idee van. Mijn zeezender-avontuur was voorbij. Veel zin om te gaan doen wat op mijn diploma stond – lesgeven – had ik niet meer. Toch zou ik een paar weken later een tijdje voor de klas staan. Groter verschil was natuurlijk niet denkbaar. Mijn carrière als leraar zou dan ook niet blijven duren, de lokroep van de ether was groter.
Ik had van radio maken geproefd en het smaakte naar meer.
Inderdaad, ik heb me vergist, Rudy Dero. In een reactie op mijn verhaal over de Magdalena maakt Rudy mij er attent op dat Kees Borrel geen zendertechnicus was aan boord maar een simpele kok. Natuurlijk heeft Rudy overschot van gelijk. En natuurlijk wist ik dat wel. Ik heb Kees Borrel nooit aan de zender zien werken, en ik kende zijn naam en reputatie ook al van toen hij nog kok (KOK) was aan boord van de originele MV Mi Amigo. ’t Zal wel aan mijn overenthousiasme te wijten zijn dat ik die fout maakte, zeker? Of aan het feit dat ik het woord zendertechnicus nu eenmaal een stuk mooier vind dan het woordje kok waardoor mijn onderbewustzijn daar voor koos. Of nog simpeler: blame it on the boogie. Met andere woorden, ik heb het inderdaad geschreven maar ik bedoelde iets anders.
De reactie van Rudy brengt mij er wel toe na te denken over de bedoeling van dit virtuele dagboek, dit weblogje, deze mengelmoes van herinneringen en zo. Pin me er niet op vast, beste lezer. Ik wil geen geschiedkundig werk afleveren, geen historiek van feiten en data. Schiet me niet af als er eens fouten in staan, als namen verkeerd geschreven zijn, frequenties niet helemaal juist blijken, of data verwisseld worden. Reageer gerust, wijs me erop, geef me de juiste informatie maar vermoord me niet, niet in gedachten en liefst ook niet in het echt.
Oja, en wat dat verhaal over Kees Borrel betreft. Dat hij in een zatte bui de zender aan boord van de Magdalena aanzette toen die nog in de haven lag, dat klopt dus wel degelijk. De man wilde een plaatje draaien voor een lokale schone, zoals Rudy dat zo mooi zegt. 10 kw in de bebouwde kom, zeg maar. Niet echt super verstandig, maar ’t blijft een leuke anekdote. Overigens, Jaap van Velzen kwam inderdaad bij ons aan boord om aan de zender te werken en hij heeft zijn eigen herinneringen aan die tijd op internet gezet.
De foto die hierbij staat, heb ik van zijn site gepikt. Ik sta er namelijk zelf op, en de foto’s van toen waar ik op sta, zijn zeldzaam. Ik ben die lange in het midden, in het roze hemd. Mijn God, ik herinner me dat hemd nog wel. Links van mij staat Jerry Hoogland, voor zover ik het kan bekijken. Rechts de Griekse kapitein, zijn naam ontschiet mij, ik zal thuis in mijn dagboek moeten kijken daarvoor.
Jaap was een fijne gast, een Hollander van het juiste soort. Hij stotterde een beetje, maar ik kon goed met hem overweg. Op zijn site schrijft hij (en mijn mond viel open toen ik dat las) Met de Belgische DJ Ben van Praag kon ik het goed vinden. Hij was geen DJ, zo vertelde hij, maar leraar in topografie. Topografie!! Topografie!! Jongens, ik denk niet dat ik in 1979 zelfs wist wat topografie betekent, laat staan dat ik er leraar in zou zijn. Jaap makker, ik was net zo min leraar topografie als Kees Borrel zendertechnicus was. Ik zal wel verteld hebben dat ik leraar Nederlands-Engels was.
En hoe zou het met dinges zijn tegenwoordig, met Sjaak van Dijk? Dat was een jongen uit de Westhoek, de kanten van Diksmuide geloof ik, die ook aan boord kwam in de laatste weken. Hij kwam voor de motor en zo. Ik geloof dat hij zelfs nog kapitein werd toen de Griek van boord ging. Ik was blij dat er een Belg aan boord kwam, zo was ik niet meer de enige tussen de Hollanders. Met Sjaak (hij heette natuurlijk anders, maar hij vond het wel fijn om ook een schuilnaam te hebben, en dat moest ook wel natuurlijk) ben ik na de Magdalena-periode nog eens naar de Ijzertoren getrokken, begot (foto’s opzoeken als ik weer terug ben) en op een andere keer liep ik hem tegen het lijf in de Veldstraat in Gent.
Met Erik Mes kon ik het beste overweg eigenlijk. Erik was een Hollandse dj, met een gevoel voor humor dat goed bij dat van mij aansloot. Hij had al meteen ambras met Ferry Eden, en uiteindelijk is hij uit eigen beweging van boord gegaan. Ook Erik heb ik nog terug gezien, hij is zelfs nog naar Hamme gekomen (foto’s!) en samen brachten we een bezoekje aan Mireille en Fernand van de fanclub.
Ferry Eden was de enige die van de originele Mi Amigo was overgebleven en toen hij aan boord kwam na enkele weken, kwam er ook voor het eerst een beetje structuur in het leven daar. Niet dat hij echt programmaleider werd of zo, maar hij liet zich wel gelden. Ik was eigenlijk een fan van Ferry want ik luisterde graag naar hem in de jaren daarvoor, vooral toen hij Ook Goeiemorgen presenteerde, met die schitterende jingles van hem. Die gezongen dingen van Teach In en van Trinity, dat vond ik al de max voor dat woord bestond.
Later, toen de Magdalena al gestrand was, ben ik Ferry in Holland gaan bezoeken, en toen was er sprake van om toch weer in de lucht te gaan vanop een schip, maar dat ging niet door. En nog later is Ferry in Vlaanderen verzeild geraakt, en heeft hij nog een tijdje bij Maeva programma gemaakt vanuit de Witte Villa, toen wij daar al weg waren. Hij is uiteindelijk getrouwd met Suzy uit Asse.
Erik Mes, Luc De Groot, Ben van Praag, Ton Schipper
Hoe is het weer overigens in Vlaanderen en omstreken, vrienden? Hier is het meer dan 30 graden, en het gaat nog warmer worden de komende dagen (mijn knie doet pijn, dus het zal wel kloppen). Dinsdag ben ik thuis en dan ga ik eens deftig de nieuwsgroep doornemen om te kijken wat voor spannende dingen er allemaal gebeurd zijn de voorbije twee weken. Via iRadio heb ik al eens vluchtig de opvallendste topics bekeken. Extra Gold staat opnieuw volop in de belangstelling, zie ik. Woensdag moet ik normaal weer programma doen daar, maar ik wil wel eerst eens weten wat er nu weer allemaal gaande is. In een soap meespelen, da’s het laatste waar ik zin in heb.
Marc heeft ook vakantie nu en in een sms liet hij weten dat hij samen met Serge Van Gisteren op weg was naar Hilversum, voor a final trip down Memory Lane. Zal wel met Veronica te maken hebben, hem kennende. Die zenden nog uit op de goeie ouwe middengolf tot eind augustus, maar dat moet ik hier missen in Zuid-Europa.
Een dikke week of zo geleden kreeg ik een smsje van Ludo uit Lint die me eraan herinnerde dat ik op 13 juli een kwarteeuw presentator op de radio was. Apart van het feit dat ik het een lelijk woord vind en dat ik mezelf nooit zo zie, was ik het zelf ook nog eens glad vergeten. Een gezonde dosis nostalgie is niet slecht in een mensenleven, maar echt vàst hang ik niet aan het verleden.
Uit de tijd vòòr ik het zelf deed, en enkel een fan was
Maar misschien is het nu, op deze zwoele en drukkende zomeravond in augustus 2004, wel goed eens in ’t eigen hart te kijken en een blik te werpen op die andere zomer in 1979, toen mijn wereld van de ene op de andere dag veranderde. De eerste dag van juli van dat jaar, ik ruik hem nog. Op de radio weerklonk voor het eerst in lange tijd weer het geluid van een nieuwe zeezender. Op die dag kwam Mi Amigo opnieuw in de ether. Ja jongens, dat waren nu eens drie woorden die mijn hart sneller deden slaan. Zeezender, Mi Amigo en ether. Wat was ik een fan van dat station in 1976-77! Daar zal ik nu maar niet over beginnen of ik blijf bezig. Ik was trouwens ook een fan van elke zeezender en een nog grotere fan van de ether.Geef toe, het idee dat iemand op een boot in een microfoon praat en volkomen draadloos wordt zijn stem overgebracht naar een radiotoestel dat ergens helemaal anders staat, dàt idee is toch te gek voor woorden? Een antennemast had voor mij een ongelooflijk groot waauw-gehalte.
Enfin, zal ik eens uit de doeken doen hoe ik bij Mi Amigo terecht ben gekomen die doldwaze zomer van 1979? Het verhaal is redelijk bizar en het bewijst hoe je het geluk een handje kan helpen en hoe je een droom kan laten uitkomen als tijd en plaats en toeval een beetje meewillen.
Ten eerste: Mi Amigo kwam dus terug in de lucht na een afwezigheid van bijna anderhalf jaar. Weliswaar vanop een ander schip, maar toch. Op 1 juli klonk Guitar Holiday keihard op de 272 m middengolf. Overal hé. In Nederland, in België en ver daarbuiten.
Ten tweede: ik was een paar dagen daarvoor afgestudeerd als leraar Nederlands/Engels (Rijksnormaalschool Gent, diploma op eenvoudige vraag te bezichtigen) en ik had nog geen job, dus vrij als een vogel, dàt was ik.
Ten derde: mijn toenmalig lief had ook een paar dagen daarvoor te kennen gegeven dat ze het niet meer zag zitten (Den Bunt in Hamme, tranen op eenvoudige vraag te bekijken) en ik was dus eigenlijk nog veel vrijer dan een vogel.
Ten vierde: ik was als gevolg van ten derde redelijk wanhopig en rijp voor a change of life.
Eigenlijk was het puur een kwestie van handelen zonder veel nadenken. Het was al zo lang een droom om ooit op een zendschip te zitten. Dat dateerde van de tijd van Veronica en nog meer: Noordzee. Om maar te zwijgen over Mi Amigo, het station waar ik me voor het eerst echt betrokken bij voelde, niet in het minst door het schitterende Baken 16, elke middag live vanaf de Noordzee. Handelen dus, zei ik. Het was de tiende juli, geloof ik, en inmiddels was de nieuwe Mi Amigo begonnen met de normale programma’s in plaats van dagenlang dat muziekje van Oasis te herhalen. Nu ja, normale programma’s was een beetje overdreven. Er was één (1) dj aan boord die eerste dagen: Wim de Groot. Later kwamen daar nog Daniel Bolen en Johan Vermeer bij. Allemaal live, geen bandjes meer vanuit Spanje zoals vroeger. Het was voor mij nu of nooit. Ik had nog nooit een radiostudio van binnen gezien. Geen idee wat een mengpaneel was, nikske niemendal wist ik. Ik besteedde een complete dag aan een proefprogramma van een halfuur, dat ik op cassette opnam, met enkel een platendraaier en een oude microfoon. Na een dag klonk het goed, hoewel het dus puur boerenbedrog was. Maar foert, ik dacht niet langer na en stuurde het bandje de volgende dag naar het enige adres dat ik kon bedenken: de Mi Amigo Fanclub in Wevelgem, ter attentie van Mireille en Fernand. Ik zou wel zien wat het werd.
Wat het werd? De post moet aan superspeed mèt prior gewerkt hebben, denk ik. Op 12 juli in de voormiddag ging de telefoon. Een warme stem met Westvlaams accent. Of ik nog altijd aan boord van de Magdalena wilde? Euh.. ja.En of ik al een dj-naam had? Euh.. ja. Die had ik inderhaast bedacht dezelfde dag van mijn boerenbedrog, in Antwerpen op de Keyserlei in tearoom St. Moritz, recht tegenover het Century Center, samen met mijn voormalig lief. Sommige dingen vergeet je nu eenmaal nooit, kwarteeuw of niet. De schoonbroer van mijn voormalig lief heette Van Praagh. Een goeie naam, vonden mijn toenmalig lief en ik, alleen die hasj was er te veel aan. En de voornaam kwam als vanzelf. Ik was in mijn kinderjaren een grote fan van Kapitein Zeppos en mijn held was de jonge Ben Kurrel die naast Zeppos 9schitterde. Ja, ik had dus een naam, meneer.
‘Kan je morgen om 9 uur in het Sint-Pieterstation zijn, in de cafetaria? Plak een grote sticker met een letter B op je koffer…’
En zo kwam het, mijn onbekende lezers, dat ik op 13 juli 1979, het jaar dat niet eens meer in de kalender van Windows XP zit (echt waar! juist gecontroleerd! 1 januari 1980 is het vroegste dat je kan oproepen!), dat ik op die dag in het Sint-Pieterstation werd opgehaald door Germain die mij even later buiten op de achterbank van een Mercedes dumpte en zelf vooraan ging zitten naast iemand die zich Patrick Valain noemde.
En we sjeesden van Gent naar Blankenberge in no time. En we gingen daar eerst nog eten in een restaurant vlakbij het station. En later werd ik naar een kleine boot gebracht, stiekem want het mocht niet van de polies. En nog wat later was die kleine boot onderweg op de Noordzee. En ik werd zeeziek, voor de eerste en de laatste keer in mijn leven. Het was redelijk slecht weer. En nog later zag ik haar liggen in de verte, en ze werd steeds groter, en het was echt echt echt: ik was op weg om aan boord van een superecht zendschip te gaan, en ik zou echt op de radio moeten praten hoewel ik nog nooit een studio had gezien. En oh oh oh waar was ik in godsnaam aan begonnen?