Afscheid

Morgen is het mijn laatste dag op de klantendienst van het fijne kabelbedrijf. Vrijdag begin ik op de nieuwe dienst van datzelfde bedrijf en daar tussen zitten drie dagen vakantie.

Ik zie me daar nog binnen stappen ruim drie jaar geleden. Op aanraden van Marc, die daar al een paar jaar werkte, ging ik solliciteren en ja hoor, ze zagen het wel zitten met mij. De eerste september 2001 mocht ik beginnen. Op 11 september had ik een boete aan mijn been omdat ik te snel reed waar het niet mocht (ah ja, ik was te laat vertrokken thuis) en later die dag zag ik op de grote 6videowall waarop normaal het hele Vlaamse kabelnetwerk in de gaten wordt gehouden, twee grote wolkenkrabbers als kaartenhuisjes  ineenstuiken.

Drie jaar zijn voorbijgevlogen en morgen wordt het weer afscheid nemen. Zonder al te veel problemen overigens, ’t blijft maar een interne verhuis natuurlijk. 

In mijn radiocarrière heb ik al ontelbare malen afscheid genomen, van luisteraars, van collega’s, van radiostations. Tientallen laatste programma’s gemaakt en evenveel laatste platen gedraaid. Soms was dat All Things Are Possible, soms No Regrets. Mijn allerlaatste Wekkerwacht op 10 november 1983 vergeet ik nooit. Dàt was pas een afscheid. Ik kon toen niet echt iets zeggen over wat er aan de hand was, want Marc wou ook nog zijn laatste Lunchexpres doen later die dag en pas daarna gingen we bellen naar Valain om hem het nieuws mee te delen dat vijf van zijn medewerkers het voor bekeken hielden. Maar met muziek kan je soms meer zeggen dan met gesproken woorden, en de oplettende luisteraar hoorde toen wel dat er iets op til was.

Mijn laatste programma bij Radio Antigoon in 1998 sloot ik af met We Are Family, een knipoogje naar het feit dat ik een paar dagen later zou beginnen bij Family Radio. Tijdens het laatste ochtendprogramma dat ik deed bij de kleine keten FM Kempen draaide ik Ik ben gelukkig zonder jou en dat klopte als een bus: ik was superblij dat ik daar weg kon, bij dat bedrijf waar ik me langs geen kanten thuis voelde.

Radio Plus (1980)

Bij Radio Plus, in 1980, stapte ik op samen met de hele Nederlandstalige ploeg, en we deden daar een gezamenlijk laatste programma. LDGPeter HooglandDanny DebruynTon Schipper, ikzelf en nog enkele anderen, we zaten met tranen in de ogen dat laatste emotionele programma te maken.

Radio Plus (1980)

En zo was het altijd wel iets. Elk nieuw begin betekende dat er ooit een einde zou komen, en elk einde was op zijn beurt wel het begin van iets nieuw. Mijn leven is een aaneenschakeling van afscheid nemen en opnieuw van start gaan. Niets blijft eeuwig duren en alles gaat voorbij: jobs, radiostations, relaties, een huwelijk, vriendschappen, het leven van geliefden. Kortom, goede en slechte tijden, ze zijn geen van alle bestemd voor de eeuwigheid. 

En morgen om 13 uur sluit ik nog maar eens een periode af. Ik ben benieuwd of de laatste klant die ik dan als Contact Center Advisor aan de lijn zal hebben, een vriendelijke of een boze zal zijn. 

Ik hou van symboliek in het leven, en daarom ga ik van mijn drie tussenliggende vakantiedagen tussen de ouwe job en de nieuwe, gebruik maken om te stoppen met roken. Jawel, beste vrienden: een nieuwe cold turkey wacht op mij. Al eerder heb ik het een jaar volgehouden, en ’t zal ook nu wel weer lukken. 72 uur kwaad werk is het, niet meer dan dat, daarna is het menselijk lichaam vrij van nicotine. Daarna zit het allemaal in het koppeke en dat is het moeilijkste natuurlijk.

Zij die gaan stoppen, groeten u.
En nu naar Forest, voor een nieuwe Zondag Zondag. Daar ga ik nog eens flink doorpaffen, want symboliek of niet, niets menselijk is mij vreemd.

De lokroep van de ether

De MS Magdalena

Ja, die maand september in 1979…
Veel radio van op zee viel er voor mij niet meer te beleven toen. Na mijn eerste periode aan boord was ik twee weken thuis geweest. Wel spannend, om toen naar de 272 m te luisteren en mijn collega’s bezig te horen. Ik kon eigenlijk nauwelijks vatten dat ik zelf zes weken op dat schip had gezeten en dat ik nu deejay bij een zeezender was. En ik verwachtte eerlijk gezegd niets meer te horen van de organisatie, ook al hadden ze mij verzekerd dat ik na een week of twee weer aan boord zou mogen.

En toch mocht ik voor een nieuwe periode aan boord, ze moeten echt een zwaar tekort hebben gehad aan dj’s. Nooit heb ik begrepen waarom er niet meer kandidaten waren. Mijn tweede periode duurde maar een paar weken, en ’t waren twee weken vol miserie, maar toch ook twee weken van avontuur. Die zomer van 1979 had ik niet alleen het onvoorstelbare geluk om deel te mogen uitmaken van een zeezender, hoe slecht hij ook was, maar ook om meteen een paar jongensboek-achtige weken te mogen meemaken. Zware stormen, een schip dat losgeslagen van zijn anker en zonder motor rondzwalpte op de Noordzee, een manklopende organisatie die wel een ankerketting maar geen anker aan boord kreeg, kortom alle mogelijke spannende dingen vielen mij ten deel.

Dat rondzwalpen mag je letterlijk nemen. Een paar dagen lang hadden we wel nog een motor zodat we tenminste min of meer op onze positie konden blijven, ook zonder anker. We wisselden elkaar af aan het roer in de stuurhut om rondjes te draaien. Boeiende ervaring, hoor: niet zomaar aan boord van een zendschip zitten, maar er ook nog mee varen

Uiteindelijk begaf ook de motor het en waren we ècht stuurloos, overgeleverd aan de elementen, zoals ze dat zeggen in boeken. De laatste paar dagen – uitzenden deden we toen al niet meer – liepen we dag en nacht rond in onze zwemvesten. Toen de Magdalena uiteindelijk op een zandbank voor de Nederlandse kust vastliep, besefte ik dat het avontuur voorbij was. Ik denk niet dat ik de enige was die het niet erg vond toen we uiteindelijk door de Nederlandse rijkspolitie van boord werden gehaald op 21 september. Stinkend naar diesel, dagenlang niet gewassen en ongeschoren werden we gearresteerd. Onderweg naar verschillende politiebureaus konden we op Hilversum luisteren naar het radionieuws waarin werd gemeld dat het zendschip van Mi Amigo gestrand was en de bemanning was gearresteerd. Vreemde ervaring om dat zo over jezelf te horen.

Zoals de anderen mocht ik een nachtje doorbrengen in een cel. Veel trok ik mij daar niet van aan, tenslotte waren we geen misdadigers en ik wist wel dat ik ’s anderendaags naar huis mocht en daar was ik ook wel blij om. Hoe het nu verder zou moeten, daar had ik geen flauw idee van. Mijn zeezender-avontuur was voorbij. Veel zin om te gaan doen wat op mijn diploma stond – lesgeven – had ik niet meer. Toch zou ik een paar weken later een tijdje voor de klas staan. Groter verschil was natuurlijk niet denkbaar. Mijn carrière als leraar zou dan ook niet blijven duren, de lokroep van de ether was groter.

Ik had van radio maken geproefd en het smaakte naar meer.

Franske kan babbelen

Frans Babbelaar

Franske blijft een spraakwaterval. Als we hem hadden laten doen, had hij met gemak het hele programma vol gebabbeld. Voordeel van zo’n gast is dat de drie uur voorbij zijn voor je het weet. Wat ik nog niet wist: Frans is indertijd opgestapt bij Maeva omdat Valain hem geen kilometervergoeding wou geven toen hij voor het station ergens een interview moest gaan doen. Er zijn er nog die om financiële redenen opgestapt zijn bij Maeva en dat heb ik eigenlijk nooit goed begrepen, echt waar. Ik heb al vaker gezegd dat ik gratis had willen meewerken aan Maeva en dat meen ik nog altijd. Toen Ron Vandeplas mij ergens in het voorjaar van 1981 – we zaten toen in het Noordstation, geloof ik – het voorstel overbracht om bij Maeva te komen werken, bood hij mij uit naam van de organisatie 30.000 frank per maand in het zwart om daar in het appartement in Ukkel te gaan wonen en drie uur per dag programma te doen. Ik zou zelfs ja gezegd hebben als ik er niks voor zou gekregen hebben. En ook nu, bijna een kwarteeuw later, zou ik die tijd bij de populairste Vlaamse vrije radio ooit, voor geen geld hebben willen missen. Vandaar dat ik het altijd moeilijk had om collega’s te begrijpen die daar weg zijn gegaan puur om financiële redenen. Maar ik heb natuurlijk wel respect voor hun beweegredenen.

Erik Van De Venne was ook te gast vandaag, hij kwam praten over zijn musical-activiteiten. Erik is officieel directeur van het Maeva FM-feestcomité, hij organiseert uitstapjes en bijeenkomsten van een klein en select groepje die-hardfans van Maeva die ondanks alles ook een tijd lang in Maeva FM zijn blijven geloven. Ik heb de indruk dat het een beetje minder gaat met dat geloof tegenwoordig. Tja.

En nu hang ik achterover in mijn zetel met één blik op mijn schermpje en een tweede blik op de TV waar de idolen van 2004 hun best doen om niet te vals te zingen. Op het kanaal van de openbare omroep neem ik ondertussen Flikken op. En morgen begint op het werk mijn laatste volledige week bij de klantendienst. ’t Is aftellen en uitkijken naar een nieuw begin.

Mijn wedervaren in de gevangenis

’t Is 18 september en ik zit buiten met mijn Travelmate. De notelaar in mijn eigen hof van Eden ziet er uit alsof hij het elk moment kan gaan zeggen, maar ik heb vernomen dat het met de notelaars in Vlaanderen over het algemeen niet zo bijster goed gaat dus daar lig ik niet echt wakker van.

Zo, dat was de sfeerschepping.
Nu terzake. De afgelopen dagen heb ik niet zo veel (niets dus) in mijn dagboek geschreven, o.m. omdat ik me bezig heb gehouden met de technische aspecten van dat ding. Eerst stond het geval op Skynet, daarna ben ik overgeschakeld op Typepad en nu ben ik Movable Type aan ’t uitproberen en Nucleus, dat ik dank zij LVBlog ontdekt heb. We zullen wel zien wat het geeft, maar ik amuseer me er mee en dat is het belangrijkste.

Normaal gingen Marc en ik deze namiddag naar het Waasmeer voor De Briljantste Stem maar er is iets tussengekomen. We zullen Werner Michiels binnenkort op zondag wel vragen voor een diepte-interview over dat evenement. 

Frans Babbelaar

Een diepte-interview zullen we ongetwijfeld morgen ook hebben met onze ex-collega Frans Babbelaar, één van de populairste stemmen indertijd bij Maeva. Ik weet niet hoeveel Babbelaars er in Vlaanderen op de radio zitten tegenwoordig maar Frans was de originele. Hij presenteerde op geheel eigen manier het programma voor de huisvrouwen. ’t Was nooit echt mijn ding, maar omdat een radiomaker radio maakt voor de luisteraar en niet voor zichzelf, kon ik mij indertijd best verzoenen met de Frans op Maeva. Het station werd mede door hem nog populairder, en dat was voor mij belangrijker dan het feit dat ik geen grote fan was. Ik zag Frans voor ’t eerst terug op de Maeva-reünie in Zoersel in 2001 en vorig jaar nog eens op de begrafenis van Denise. Hij zit nu op Maeva FM en hoewel ik hem daar nog niet gehoord heb, lijkt hij het toch goed vol te houden.

Frans Babbelaar en Ben

Ooit ben ik één keer razend op hem geweest maar dat heeft hij nooit geweten. Dat moet rond februari 1982 geweest zijn. Ik zou toen naar Aalst Karnaval gaan met Hilde, een meisje dat er een hele tijd tevoren in geslaagd was het (toen nog) privé-nummer van de studio te pakken te krijgen. Toen ze de eerste keer belde, kreeg ze Willy De Geest aan de lijn, want we zaten midden in een vergadering van de beheerraad. Willy gaf de telefoon aan mij met de legendarische woorden ‘Ben, ’t is uw lief aan de lijn‘ want zo had ze zich verdorie voorgesteld. Ik had toen helemaal geen lief op dat moment, dus ik keek wel even raar op. Soit, op die dag dat ik naar Aalst zou gaan, bleek er geen bandje van Frans te zijn en toen ik dat aan Valain liet weten, gaf hij me de opdracht in Ukkel te blijven om het programma over te nemen zodat ik te laat zou zijn op mijn afspraakje. Ah ja, ik had nog geen auto en moest dus de trein nemen en vanuit Ukkel was dat geen sinecure. Hoho, wat was ik woest. Op Valain èn op de Frans. Dju toch, ik was witheet en toch heb ik dan maar programma gedaan. Ronny Van Gelder heeft mij daarna nog naar Aalst gebracht. En koud dat het was die dag. Om de één of andere reden zijn Hilde (voor wie ik op dat ogenblik al redelijk wat gevoelens begon te krijgen) en ik nog heel even tot aan café Dirk Martens geraakt maar dat was gesloten en we hebben toen keihard om de Lukken staan roepen voor de gesloten deur. Tjonge tjonge, wat een mens allemaal onthoudt. 

Luc de Groot

Diezelfde Lukken heeft mij net gemaild dat hij binnenkort op zijn site toe is aan de history van 1979, het jaar waarin wij elkaar leerden kennen. Vooruit Lukken, geef er een lap op jongen! Het begint voor mij soms allemaal een beetje wazig te worden, maar ik meen mij te herinneren dat ik ergens in een wc stond te plassen toen er plots een stem naast mij weerklonk met de vraag ‘Bent u Ben van Praag?‘, en dat bleek toen LDG te zijn. Op een fanbal van Mi Amigo was dat, geloof ik. En zo is het begonnen. Later is Luc mij nog komen halen toen ik uit de Hollandse gevangenis kwam waar ik een dag en een nacht had gezeten na de entering van de Magdalena. Daarna kwam de periode waarin ik meewerkte aan Radio Plus waar Luc zo’n beetje programmaleider was, maar dat is dan weer een heel ander verhaal.

Die Hollandse gevangenis! Jongens, één anekdote moet ik daar toch nog snel over vertellen. Het was september 1979, de Magdalena was al een tijdje op drift toen het schip vastliep op een zandbank voor de Nederlandse kust. De hele bemanning werd door de politie van boord gehaald en naar den bak in Amsterdam gebracht. Ik had aan die mannen verklaard dat ik geen dj was maar een grote fan van Mi Amigo. Ja ja, een fan met een koffer vol met platen. Daar geloofden ze natuurlijk geen bal van. Nu, op weg naar de cel realiseerde ik me dat ik in mijn achterzak een paar papieren had zitten met telefoonnummers in België van mensen van de organisatie. Dus ikke zweten natuurlijk. Toen we arriveerden op het politiekantoor, was het eerste wat ik vroeg of ik eens naar het toilet mocht. Ja hoor, dat mocht. Ik scheurde de papieren in kleine stukjes en gooide ze in de pot. Even daarna kwam een Hollandse flik grijnzend naar me toe. ‘Nou jongen,‘ zei hij, ‘als je de volgende keer bewijsmateriaal wil vernietigen, moet je wèl doorspoelen, hoor‘. Op dat moment kon ik er zo niet mee lachen, maar nu wel natuurlijk. Voor crimineel ben ik in elk geval niet in de wieg gelegd, zoveel is duidelijk.

Gaat Radio Forest internationaal?

Er waren geen pistolekes. Wel was er een kaasplank voorhanden, dat was in elk geval beter dan niets. Je moet er wel rekening mee houden dat in Hamme een kaasplank synoniem staat voor twee blokjes de man. Maar alla, het was een redelijk gezellige vergadering. Belangrijkste besluit van de avond was dat we met z’n allen vijf weken lang op de lotto gaan spelen. Winnen we de grote pot, dan gaat de helft ervan naar de radio en de andere helft delen we door negen. Als dit weblog dus plots een tijdje stil blijft en tegelijk verschijnen op de nieuwsgroep geruchten dat Forest opeens tot in Holland te ontvangen is, dan mag je rustig aannemen dat de grote pot gewonnen is door ons.

Vandaag ben ik nog eens gaan opnemen voor Extra Gold en ik doe op dit ogenblik een poging om er zelf naar te luisteren, maar de stream stottert als een bezetene. Ligt het aan mij of ligt het aan ginderachter, ik zou het niet weten maar prettig is anders.

Verder heb ik me vanmiddag bezig gehouden met schilderen bij mijn moeder. Ik doe dat graag en gratis, ik heb haar altijd al een sympathieke en toffe madam gevonden, al van toen ze mij nog de borst gaf. Zo’n 22 jaar geleden werd mijn moeder eens geïnterviewd door de mannen van de toenmalige Radio Forest die haar vragen stelden als en wat vindt u ervan, Moeder Van Praag, dat uw zoon zo met strafbare feiten bezig is en de massa oproept om te gaan betogen? waarop mijn ma met een krop in de keel antwoordde dat ze toch wel trots was op haar zoon. Jaja, gelukkige tijden waren dat. 
Toen ik dat verhaal in het verre Ukkel te weten kwam, zei ik tevreden tegen mezelf je hebt het gemaakt vent, ze gaan je moeder al interviewen. Tegenwoordig kan ik rustig in Hamme rondlopen zonder dat er een kat weet wie ik ben, maar toen was dat heel anders. Tja, ik was jong en voor een korte tijd vond ik die relatieve bekendheid wel te doen. Gelukkig gaat dat uiteindelijk ook allemaal voorbij.

Allez, wat is dàt nu weer? Ik hoor mezelf (heel even zonder gestotter) Dorine De Wilde aankondigen op Extra Gold en nu is het toch wel non-stop zeker! Dat kan ik beter ook niet meer doen dus, het klinkt zo idioot hé. Morgen en overmorgen zijn al opgenomen en daar doe ik het ook, dus ik zal maar niet luisteren, dan erger ik me ook niet.

Gisteren nog heel even met Ron Van De Plas gesproken, hij klonk bijzonder slappekes maar zo voelt hij zich ook, zei hij. Ron jongen, doe het rustig aan, maak je niet te druk, ’t is tenslotte maar radio.

Tot zover ons levensbeschouwelijk kwartiertje.

Radio in stukjes

Als reactie op Het Ukkelse Schema vroeg Steven VDP  waar de tape-programma’s van Maeva opgenomen werden. Leuke kapstok voor mij om daar wat over te vertellen.

De enige live-programma’s bij Maeva waren WekkerwachtLunchexpress en Nachtclub. Al de rest stond op tape, en elke dj nam zijn programma’s gewoon thuis op in een eigen ingerichte studio. Er waren, zeker in het begin, geen playlists. Er was geen echt format, er was eigenlijk niks. Iedereen mocht een beetje z’n eigen gang gaan, hoewel de grote lijnen wel waren uitgezet door Patrick Valain.

Edu de Groot, Bert De Groef, Patrick Valain, ik, Erwin Berghmans, Tony Van Rhode (1981)

De bedoeling was dat elke dj een hele week programma’s opnam en dan op zaterdag zijn bandjes ging afleveren in Overmere, bij Valain thuis. Daar werden dan ook de nieuwe berichten uitgedeeld, een wekelijkse brief met mededelingen of richtlijnen. De live-jongens (Ron en ik, later Arie en ik, nog later kwam Marc daar bij) waren daar zo goed als nooit bij aanwezig, wij werden redelijk gescheiden gehouden van de anderen. 

Aangezien alle programma’s in de eigen studio van de dj’s opgenomen werden, kon het ook niet anders of er waren soms duidelijke verschillen hoorbaar. Tegenwoordig zou dat natuurlijk niet meer kunnen, maar in die tijd vond niemand dat erg of zelfs maar raar.

In elk geval, meestal bracht Patrick later op zaterdag een hele zak met alle bandjes voor de komende week naar ons en wij mochten er dan voor zorgen dat de programma’s uitgezonden werden. Elk bandje begon met een aftelling waarbij de dj de naam van het programma zei en het tijdstip van uitzending, gevolgd door aftelling.. drie, twee, één waarna het eigenlijke programma startte. Ik herinner me dat er gasten waren die hun tape al lieten lopen terwijl ze nog van alles klaar moesten zetten en die deden dan een hele uitleg voor ze aan de echte aftelling toe waren. Meestal vrij grappig om te horen, behalve als we tijdens het nieuws en de uurwisseling beseften dat we het volgende programma nog niet klaar hadden gezet, en dat moest dan nog gebeuren tijdens een jingle of commercial net na het nieuws. Bij zo’n ellenlange aftelling waren het gevloek en de scheldwoorden vaak niet van de lucht. Nogal goed dat de collega in kwestie dat dan niet kon horen.

Later, vooral in de Witte Villa-periode, maakten sommigen er een sport van om hun programma niet meer voor een hele week op te nemen, maar soms de dag zelf nog. Vooral Peter Hoogland was bij de live-jongens berucht daarvoor. Soms stond hij tijdens het nieuws aan de deur te bellen en te zwaaien met zijn bandje. 

Het gebeurde ook wel dat wij zelf een fout maakten en een verkeerd bandje startten. We waren geen heiligen natuurlijk. Soms merkten we dat meteen op, soms werden we gebeld door Valain.

Steven, ik hoop dat je vraag hiermee afdoende beantwoord werd. Zo niet, geef dan maar een seintje. En nu ga ik eten, ’t zijn blinde vinken. Straks misschien nog een verslagje over vanmiddag bij Forest.

Heeft Arabella echt bestaan?

Ik zal eens een vraag beantwoorden die mij in de loop der jaren al ettelijke keren gesteld is. Allicht zal het antwoord op deze vraag sommige Maeva-fans ongelooflijk teleurstellen, maar de waarheid heeft haar rechten, vrienden. De vraag in kwestie is deze: heeft Arabella echt bestaan? En het antwoord luidt: nee, natuurlijk heeft Arabella nooit bestaan.

Arabella was een verzinsel, een onnozel ideetje dat zoals zo veel andere dingen bij Maeva spontaan ontstond en een eigen succesvol leven ging leiden. Ik kreeg op een dag in het najaar van 1981 een cadeautje van iemand (een luisteraar of een medewerker, ik weet het ècht niet meer – help me als jij het wel nog weet) en dat cadeautje bleek een plastieken beestje te zijn dat op een vogel leek. Het ding had een bek en pluimen, dus het moest wel een vogel zijn. Het had een touwtje aan z’n kop zodat je het aan het plafond kon ophangen. En wonder boven wonder: er zat ook een knopje aan waarmee je het geluid kon aanzetten. Het beest maakte met tussenpozen van pakweg tien seconden een tsjilpend geluid. Het ging zo van tsjieeeeeep tsjip tsjip tsjip tsjieeeeeeeep.

Zo’n prul was voor mij een geschenk uit de hemel natuurlijk. Elke ochtend ging ik ermee aan de slag in Wekkerwacht. Af en toe zette ik het knopje aan zodat het beest een tijdje begon te kwetteren, en in de stille tussentijd gaf ik commentaar. Ik vertaalde zogezegd wat de vogel zei en converseerde er een tijdje mee. Het duurde niet zo lang voor de vogel een eigen hoekje kreeg in het programma en elke dag zijn rolletje kwam spelen. Enfin, het was een soort van Samson avant la lettre. Ook Arie van Loon die een niet onbelangrijke rol speelde in Wekkerwacht, deed zijn duit in het zakje. Zo zaten wij, twee volwassen mensen, elke dag te converseren met een plastieken beest.

En het had verdorie nog succes ook, en niet zo’n beetje. De tape-medewerkers begonnen na een paar weken ook te praten over Arabella zoals ik haar genoemd had, uiteraard naar de papegaai uit Johan en de Alverman. Grappig was wel dat Edu De Groot het in zijn programma nog heel lang over Annabella had. 

In de maanden daarna zou Arabella zo’n succes worden bij de luisteraars dat de leiding van het station er wel brood in zag. De Arabella-sticker kwam op de markt en het beestje werd het officieuze logo van Maeva. In 1982 organiseerden we De Fleurige Nationale Vogeldag, zogezegd ter gelegenheid van de verjaardag van Arabella. Arie schreef het levensverhaal van Arabella en die dag kwamen er echt honderden verjaardagskaartjes binnen van luisteraars. Voor een plastieken beest hé, vergeet dat niet.

Maar Ben, hoor ik sommige cleveren onder u al vragen, in de Oktoberhallen van Wieze hebben we toch een echte papegaai gezien op het podium?
Ja inderdaad, Arie en ik kwamen het podium op met een echte papegaai in een vogelkooi. Maar we konden daar moeilijk met dat oranje plastieken beest op komen draven, of wel? Dus die vogel hadden we nog nooit daarvoor gezien, die kwam volgens mij uit een dierenwinkel.

Voorstelling van Arabella in Wieze (1982)

Arabella heeft de tijd overigens niet doorstaan, en daarmee bedoel ik het fantasiefiguurtje en niet het plastieken beest. Na de Vogeldag hebben Arie en ik haar laten vertrekken naar Zuid-Amerika of zo en nog later kregen we bericht dat ze daar jammerlijk was komen te gaan

P.S. Het oranje plastieken beest in kwestie heb ik ooit meegenomen naar huis, maar het is later zoek geraakt. Of gepikt en duur verkocht op de zwarte markt, dat kan ook. Wie het beestje vindt, mag contact met me opnemen.

Zondag Zondag – ik had zoiets van: joepie!

Nog rap voor ik zometeen m’n bed induik, een opstel schrijven met als titel Wat ik vandaag gedaan heb.
Ik moet vandaag vroeg gaan slapen want morgen begint het gewone werkleven weer. Bijna had ik gezegd dat het dagdagelijkse leven weer begint, ware het niet dat ik van dat woord zo ongeveer steil achterover ga. Brrr. Dagdagelijks. Gezellig samenzijn. Naar de mensen toe. Wat heb ik een hekel aan dat taalgebruik. Om nog maar te zwijgen van mijn favoriet: ‘en ik had zoiets van‘. Hoeveel keer je dàt onding hoort per dag. 

’t Was Flikken vandaag en ik had zoiets van ‘joepie, Flikken vandaag!’. Alleen ging ik als gewoonlijk blindelings af op mijn Humo en op de een of andere manier klopte het beginuur niet zodat ik de helft moest missen. En ik had zoiets van shit!

’t Was Zondag Zondag vandaag, weer voor het eerst sinds juni. Marc kwam bepakt en bezakt naar de studio, met zijn onafscheidelijke rode knapzak, waarin deze keer o.m. een thermoskan vol koffie zat voor mij. En ik had zoiets van waauw. Het werd een, zoals gewoonlijk, chaotisch klinkend programma met chaos die toch min of meer georganiseerd en georchestreerd was. Nogal goed dat Marc het een beetje voorbereidt met items als de Bizarre Top 7, de Radioscoop en dat soort zaken. Ik weet dat het makkelijk is om het programma aan die vaste items op te hangen maar ik kan nog moeilijk de energie opbrengen om daar zelf veel tijd in te steken. Wat radio betreft, wil ik me tegenwoordig vooral amuseren en vooralsnog lukt me dat wonderwel bij Forest.

’t Is wel een ongekende luxe voor mij: op amper 7 minuten sta ik van bij mij thuis in de studio. Dat heb ik nog nooit meegemaakt in mijn radiocarrière, ’t was altijd file van hier en file van ginder.Als ik een beetje minder zou roken, pakte ik mijn fiets om tot in Hamme te rijden. 

Ah ja! Nog bijna vergeten melden: morgen is Marc te gast in mijn programma op Extra Gold, tenminste als alles daar technisch een beetje vlot verloopt. Misschien dat er dan weer geruchten de kop opsteken omdat iemand van MaevaFM te horen is bij Extra Gold. Die mogelijkheid calculeerden we natuurlijk wel in tijdens de opname van het programma. En we hadden zoiets van hihihi.

Vandaag trouwens de reactie gelezen van Ad Van Zeil, mijn ex-collega van de pionier-Maeva. Ad was de eerste presentator van Tussen Boek en Plaat, de laatavondshow die door Erwin Bergmans later legendarisch werd gemaakt. Ad woont al 15 jaar aan de Costa Blanca. Wat is dat toch met die mannen van Maeva? Allemaal verhuizen ze naar een zuiders land. Allez, twee toch al waar ik het van weet.
Ad schrijft in zijn reactie iets over Denise. Nu, da’s wel een beetje pijnlijk, zij is al bijna een jaar overleden. Ik heb dat aan Ad gemaild, hij kon dat natuurlijk niet weten. 

Morgen dus opnieuw aan het werk bij het fijne kabelbedrijf. Drie weken niet in Mechelen geweest, benieuwd wat voor nieuwe ontwikkelingen er zijn en hoe de sfeer is. Voor mij is het aftellen naar oktober, het schijnt dat de nieuwe job dan begint. 

En ik heb zoiets van: geen moment te vroeg.

Oh captain my captain

Ik schreef nogal overmoedig: woensdag ben ik terug. Hoewel ik inderdaad dinsdagavond ongehavend de Zaventemse grond betrad, ben ik er tot vandaag nog niet toe gekomen iets in mijn dagboek te schrijven. Niet dat ik het te druk had of zo, integendeel. Maar ik wil het ook geen verplichting laten worden, want daar hou ik niet zo van.

Maar goed, de afgelopen dagen heb ik dus in feite zo goed als niets gedaan, behalve nog wat genieten van mijn resterende vakantiedagen. Ter mijner verdediging moet ik er bij zeggen dat ik wèl wat heb zitten grasduinen in mijn fotocollectie, op zoek naar foto’s uit mijn periode bij Radio Huguette die ik binnenkort op deze plaats ga publiceren. Foto’s van o.m. de illustere Jo Coene, de veelbesproken ouwe rot Rudi Van Vlaanderen en de Bekende Vlaming Peter Hoogland.

Verder ben ik toch wel enigszins geschrokken toen ik het nieuws vernam dat mijn collega Ron Vandeplas in het ziekenhuis terecht is gekomen. Ik kan niet zeggen dat het totaal onverwacht kwam, ook voor hem niet, hij is geen debiel en hij kent de risico’s natuurlijk. Natuurlijk hoop ik dat Ron zeer snel terug op de been is, maar ik zou het toch een beetje rustiger aan doen, als ik hem was. Verder gaat mijn goede raad niet, hij is een grote jongen die zijn eigen beslissingen kan nemen.

Ronny Van Gelder belde mij op met de vraag of ik vanaf maandag weer programma kan doen bij Extra Gold en ik heb maar ja gezegd, waarom niet. Het station heeft al tegenslag genoeg gehad de laatste tijd. Zeg maar rustig de hele tijd.

Zometeen ga ik eens langs bij Radio Forest, kijken hoe het leven daar staat. Joeri is live bezig, en ik ga eens op de koffie bij hem, en meteen ook even zien of alles in orde is voor de eerste Zondag Zondag van het nieuwe seizoen. Ik hoop dat Marc veilig vanuit de belegerde stad Antwerpen tot in Hamme geraakt. Hij heeft daar toch wat schrik voor. Voor morgen zijn er geen speciale gasten gepland, het wordt een uitzending waarin Marc en ik een beetje à l’improviste onze gang zullen gaan. Maar dat doe ik nog altijd het liefste, een programma zonder al te veel voorbereiding, inspelend op wat er ter plekke en op het moment zelf gebeurt.

Dead Poets Society – trailer

Oh, en wat ik ook nog gedaan heb deze week: op een nacht weer eens zitten kijken naar wat mijn absolute favoriete film is (denk ik): Dead Poets Society. Jaja, daar kan ik van zitten genieten, van dat verhaal van carpe diem en volg je eigen passie en oh captain my captain en de pakkende slotscène waarbij die jonge gasten op hun schoolbanken gaan staan en Robin Williams die op onnavolgbare wijze, net niet overdreven, thank you boys zegt. 

Straks ook een barbecue in mijn eigen hof. ’t Zal de laatste keer zijn dit jaar, denk ik. Het typische van een nazomer is namelijk dat hij niet eeuwig duurt. Maar ja, niets duurt eeuwig, behalve de eeuwigheid zelf.

(zwijg mij van de eeuwigheid, want als ik daarover begin na te denken, draait mijn kop zot en blijf ik bezig, ik zou bijna zeggen: tot in de eeuwigheid)