Mannix komt!

Ronny Van Gelder

Onderuit gezakt hang ik een beetje naar Vijf TV te zien. Ik snap nog altijd niet waarom ze dat een vrouwenzender noemen. Op het werk ken ik meer mannen dan vrouwen die er naar kijken, en je moet rekenen dat er op het werk meer vrouwen dan mannen zitten op mijn afdeling.
’t Is een rampenfilm. Naast advokatenfilms zijn rampenfilms gesneden koek voor mij, ik ben daar redelijk zot van. Deze, over de aardbeving in San Fransisco, is mij wel iets te melig.

Maar waarover ik het met u even wilde hebben: aanstaande zondag komt een langverwachte gast naar Zondag Zondag. ’t Is een man die Marc en ik alweer kennen uit onze Maeva-periode: Ronny van Gelder. Ronny is na de rumoerige jaren tachtig nogal low profile gebleven maar de laatste maanden is hij opnieuw in de belangstelling gekomen door zijn wedervaren bij Extra Gold. Ik zal hier niet verder over uitweiden, zondag mag hij daar zelf over zeggen wat hij wil. Als hij er al iets wil over zeggen.

Ronny Van Gelder

We zullen het ongetwijfeld ook hebben over zijn gloriejaren bij Maeva. Ronny was er eigenlijk van in het begin bij. De regel was toen dat alle programma’s op tape stonden, behalve het ochtendblok en het middagblok, programma’s die door Ron Van De Plas en mezelf werden gepresenteerd omdat we nu eenmaal in de studio woonden. De uitzondering op die regel was het nachtprogramma met Ronny Van Gelder. Ronny woonde niet bij ons maar mocht zijn programma toch live presenteren, dus elke avond kwam hij naar Ukkel. Nachtclub heette dat ding, en voor Ron en mij (en later voor Arie en mij) was het elke dag weer aangenaam vertoeven in het gezelschap van deze onvoorstelbaar enthousiaste en gezellige spraakwaterval. Bij Extra Gold viel Ronny op door zijn Hollandse accent, bij Maeva werd daar niet naar gekeken. Daar viel hij op door de schwung die in zijn programma zat. Je werd er in elk geval wakker van, en da’s de bedoeling van een nachtprogramma.

Ronny Van Gelder

Ik herinner me dat ik vaak ’s nachts bleef plakken bij Ronny in de studio, ook al moest ik om 6 uur in diezelfde studio zelf programma doen. Tja, een mens is jong en dan marcheert het allemaal nog wat beter hé. En ’s morgens kwam ik in de studio en moest ik eerst een broodmes halen om de rook te snijden die Ronny had achtergelaten, en de peuken in de asbak deden me denken aan de berg van Elversele

In 1984 heb ik nog met Ronny gewerkt bij Radio Mi Amigo vanuit Tervuren. Nu schaam ik me een beetje over die naam voor een station aan land, maar toen had het wel iets om opnieuw op een radio met die naam te draaien. We zullen het zondag wellicht ook wel eens over die tijd hebben. Misschien wordt het na al die jaren tijd om uit de doeken te doen hoe Guido Babbelaar (alweer eentje met die naam) en zijn stille vennoot Michel hun zelf aangestelde programmaleider Ronny Van Gelder wilden ontslaan, maar het niet rechtstreeks durfden zeggen uit angst voor represailles, en hoe ze dan maar een beroep deden op Marc en mezelf om ’s nachts stiekem naar Ronny’s woonplaats in het Gentse te rijden en daar een ontslagbrief in zijn bus te gaan steken. Times were when, beste vrienden. 

En hopelijk wil Ronny ook wat kwijt over zijn adembenemende avonturen als private investigator, want naast zijn radiocarrière was hij ook nog eens Mannix. Toen ik dat voor het eerst hoorde, lag ik zowat in een deuk. Ik kon me Ronny moeilijk voorstellen met een hoed en een vergrootglas op zoek naar voetsporen van overspelige echtgenoten en zo.

Het belooft een fijne namiddag te worden. Rechtstreeks te volgen via Radio Forest op 105.2 vanuit Hamme. U luistert toch ook? (priemende wijsvinger in de richting van de kijker en daarna fade out)

Er was ook leven vòòr de radio

Herman Brusselmans en ik

And now for something completely different.
Ik heb in mijn leven nog wel wat anders gedaan dan enkel radio. Er is niet alleen leven na de radio, er was zelfs leven voor de radio.
Het was 1974 of 75, dat wil ik kwijt zijn. En ik speelde basgitaar in een popgroepje. Dat noemden we toen zo, nu heet dat een project. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school in de Broedersschool in Hamme. Leo De Ridder speelde sologitaar en de drums werden beslagen door Herman Brusselmans, mijn toenmalige beste vriend. Ik had een knalrode Fender gekocht en een tweedehands versterker. Die had ik eerst bij me thuis gezet, op zolder. Toen ik er voor het eerst mijn gitaar op aansloot, zette ik de volumeknop volledig open en vol verwachting speelde ik mijn eerste riffje, het begin van Smoke on the Water. Het gevolg was een gescheurd plafond en mijn vader die het aan zijn hart kreeg, een kwarteeuw voor hij het echt aan zijn hart zou krijgen.

Vervolgens besloten we dan maar te gaan repeteren in de koeiestal bij Herman thuis, daar zouden alleen de koeien last hebben van ons. Het groepje kreeg de schitterende naam Assimtoot en volgens mij hebben we het een maand of twee volgehouden. Al die tijd waren we driftig op zoek naar een zangeres die we nooit vonden. We hadden een ongelooflijk beperkt repertoire met FBI van de Shadows als enige nummer. Voor de rest speelden we enkel improvisaties, vooral blues. Ik heb nog een opname van één van onze repetities met daarop een uitgesponnen improvisatie, waarbij Herman en ik een halfuur lang een solide ritmesectie vormden en Leo zijn gang kon gaan met zijn sologitaar.

Nathalie Meskens, ik, Herman Brusselmans, Leo De Ridder (c) VTM/De Mensen

Uiteindelijk splitte de groep omdat Leo het niet meer zag zitten, en Herman en ik konden moeilijk met ons tweetjes verder gaan zonder sologitarist en zonder zangeres. Na onze humaniora verloor ik Leo uit het oog. Nooit meer gezien, zoals dat in het leven gaat. Met Herman ging ik Germaanse volgen in Gent. Een jaar lang bijna kwam hij met zijn brommerke om 6.15 tot bij mij en dan gingen we met bus en trein naar Gent. Uit 1975, een scharnierjaar in ons beider leven, komt de foto die hier linksboven staat en die ik nog teruggevonden heb op zolder. Tjonge, was ik toen echt achttien? De bril die ik droeg, heb ik nooit meer kunnen evenaren. Het gevoel van optimisme en van alles kan en alles is mogelijk ook niet meer.

Gisteren kreeg ik een mailtje van Maarten, mijn neef. Maarten is bijna 18 en hij speelt echtwaar basgitaar in een project. Hij doet het een miljoen keer beter dan ik het ooit deed, want hij speelt ook nog akoestische gitaar èn hij zingt en schrijft zijn eigen songs. Dedju, ik heb hem nog op schoot gehad toen hij een peuter was en zijn vader onder de naam Marcel Couperus in mijn studiootje thuis een item kwam opnemen voor mijn ochtendprogramma dat syndicated verspreid werd via een twintigtal lokale radio’s. Ik vond het toen onvoorstelbaar dat mijn kleine broer een zoontje had. Dat zoontje heeft nog niet eens twee decennia later een eigen website waar je enkele songs van hem kan downloaden (reken maar dat ik dat gedaan heb!) en foto’s van hem kan bekijken.

Op enkele weken na is het drie jaar geleden dat mijn leven enigszins kantelde, net als dat van Maarten en een handvol andere mensen die ik graag zie. Zo te zien, stelt mijn neefje het goed en staat hij weer zo overeind als mogelijk is. En hij doet dingen waarop Marcel Couperus trots zou zijn.

Met mijn leuter in de hand

De vorige eeuw was nog volop in de herfst van haar bestaan. Radio Maeva was een dikke week of zo in de lucht. Ja vrienden, dit is nog eens een goeie ouwe anekdote uit de geschiedenis van die populaire vrije radio. Het ging tijd worden, hoor ik sommigen onder u al verzuchten. Ik weet het, ik weet het. De afgelopen dagen (zeg maar rustig: weken) heb ik zo weinig tijd (en eerlijk gezegd ook goesting) gehad, met die nieuwe job en al dat gedoe dat daar bij komt kijken en zo, dat het er niet van gekomen is.

Die nieuwe job valt eigenlijk goed mee. ’t Blijft het zelfde superfijne kabelbedrijf, maar toch lijkt het een heel ander euh.. bedrijf. De sfeer is helemaal anders, de manier van werken is een stuk minder strak en de teugels worden minder aangespannen. Marc heeft het met de aanpassing een stukje moeilijker dan ik. Die realiseert zich nog niet volledig dat er bij wijze van spreken geen enkele supervisor over zijn schouder staat mee te gluren als hij naar het toilet gaat. Bij wijze van spreken, zei ik dus.

Chris Van Opstal

Eergisteren was mijn goede vriend Chris Van Opstal jarig en dat vond ik aanleiding genoeg om hem nog eens uitgebreid te bellen op weg naar huis, vanuit de auto. Met Chris heb ik altijd enorm goed kunnen opschieten, zijn gevoel voor humor en zijn denkwijze sluit merkwaardig goed aan bij die van mij. Indertijd, bij Family Radio, amuseerden we ons allebei redelijk met het observeren en het bestuderen van de personages aan de Oorlogskruisenlaan. Chris is één van de weinigen uit die tijd met wie ik steeds contact ben blijven houden, ook al is dat de laatste tijd fel verminderd. Ik krijg nog altijd inwendig de slappe lach als ik me zijn wedervaren in de toiletten voor de geest haal. Op de middag ging ik Chris altijd gezelschap houden in de studio tijdens zijn programma, ik ging daar dan mijn boterhammetjes opeten want om in de grote refter te gaan zitten eten met de Franstaligen en zo, dààr had ik totaal geen zin in. Chris heeft overigens ooit nog eens dik onder zijn voeten gekregen van Danny Debruyn omdat hij op de radio vermeldde wat er tussen mijn boterhammen lag. Echt waar. Vlaanderen heeft geen boodschap aan het beleg van Ben van Praag, was het commentaar van de toenmalige programmaleider. Nee, dat zal wel niet.

Chris Van Opstal

Maar die toiletten dus. Op een middag ging Chris eens plassen en hij bleef verdacht lang weg, zodat ik zelf maar de volgende plaat startte vanop de DSC. Oh die DSC toch, die goeie ouwe Digital Station Controller, een mens zou er heimwee van krijgen. Toen Chris uiteindelijk met roodomrande ogen en zwaar zuchtend toch terugkwam, vertelde hij op zijn typische manier wat er gebeurd was. Ge weet toch dat de kuisvrouw altijd van die blokjes chloor of wat het ook is, in de wc gooit? Ja, dat wist ik, ik had ze zelf ook al zien liggen. Welnu vrienden, Chris stond te pissen en voor de joke mikte hij voluit op zo’n blokje. Waarna dat blijkbaar chemisch reageerde op de plas van Chris en sissend een hoop stoom of zo verspreidde. Chris boog zich onder het plassen nieuwsgierig naar beneden om die stoom te aanschouwen, en even later brandden zijn ogen en zag hij niks meer. En ik stond daar maar te gillen, met mijn leuter in mijn hand: ik ben blind, ik ben blind! Ik probeerde het me steeds weer visueel voor te stellen, en ik lag plat. Chris ook, uiteindelijk. 

Raar dat een mens zo’n details onthoudt.
Net zoals die keer bij Radio Maeva. Jaja, de eerste zinnen van dit stukje slaan wel degelijk ergens op. We waren enkele dagen in de lucht toen Peter Hoogland op een middag in Ukkel kwam en mij overhaalde om met hem mee te rijden. We zouden eens zien hoever Maeva te ontvangen was. Geen beter middel daartoe dan in de auto te stappen en weg van de zender te rijden tot het signaal zou wegvallen. Zo gezegd, zo gedaan. De Ford Capri van Peter was een uitstekend vervoermiddel en ik kon toch nog niet rijden, zodus. We rijden gewoon in de richting van Gent en we zien wel hoever we komen, zei Peter. Het was fijn en het was spannend. De radio keihard op Maeva en hopla wij weg. 

Peter Hoogland

En we bleven maar rijden, en op de radio bleef het maar keihard klinken zonder enige storing, en zo af en toe keken we elkaar eens aan met een blik van hoe is dit mogelijk en we reden Gent voorbij en het bleef maar duren en duren en uiteindelijk stond de Capri stil en wij stapten uit en de muziek van Maeva klonk nog altijd keihard uit de autoradio en we wisten al wel dat het bereik van de zender goed was maar dat het zo goed zou zijn hadden we niet verwacht en als twee kleine jongens stonden we naast de auto enthousiast te luisteren naar dit is maeva radio maeva het station waar pit in zit en met blinkende oogjes keken we naar het strand van Blankenberge en naar de Noordzee die een dikke honderd meter verder lag te schitteren in de zon. 

Voorwaar, ik zeg u: het voorjaar van 1981, het had wel iets.

Het idee van Danny Debruyn

Nog even aan ’t ronddwalen geweest in de virtuele archieven op mijn Travelmate. Wat vind ik daar? De website die op 1 april 2000 online stond op het domein radiomaeva.be

Die dag mocht Radio Maeva gebruik maken van alle frequenties van Family Radio, bij wijze van aprilgrap. Danny Debruyn had het idee geopperd en mij gevraagd om het uit te werken. Met hulp van Arie van Loon lukte dat wonderwel. Honderden mensen trapten met open ogen in de val. Het zag er ook allemaal wel net echt uit, moet ik toegeven. Trailers vol Maeva-jingles op de radio, een paar artikeltjes op RadioVisie (ja die mannen zijn altijd wel te vinden voor een goei joke) èn een echte website op een snel geregistreerd domein.. het gaf een heel geloofwaardige indruk. 

Op de vooravond van 1 april liet ik de reguliere website van Family Radio doorverwijzen naar de fake Maeva-site en dat gaf voor veel mensen de doorslag. Bij IP kregen ze op slag het angstzweet in hun portemonnee en DDB werd op het matje geroepen. Dit ging toch werkelijk te ver! Het succes van Family Radio werd hier in gevaar gebracht! Echt waar, ze waren lichtjes in paniek, hoe is het mogelijk? Echt grote lichten zaten daar niet aan het roer van die reclameregie.

Soit, de aprilwebsite staat nog altijd online. Vooral het gastenboek is leuk om nog eens door te nemen. 

Geniet ervan, vrienden.

Het blauw fabriekske

Ja, ik denk dat ik sjagrijniger ben geworden sinds mijn rookstop.

Bill Gates

Ik heb bijvoorbeeld drastische maatregelen genomen tegen het monopolie van de rijkste vent van de wereld en dus heb ik eindelijk Internet Explorer in mijn vuilnisbak gekieperd en vervangen door Mozilla FireFox. Als ik zo vrij mag zijn even een trendy uitdrukking te gebruiken: FireFox rocks, en nog geen beetje. Het is sneller dan IE, veiliger tijdens het surfen èn het werkt zonder probleem met mijn bank. Straks Zondag Zondag, aflevering zoveel. Centrale gast is deze keer Meneer Forest himself, ook bekend als Jan Van Gent of Geert van Den Bunt. Het wordt mijn eerste radioprogramma in lange tijd zonder sigaret. Bij Family Radio heb ik ooit nog eens proberen stoppen met roken. Dat was in de periode van de jaarwisseling naar het magische 2000. Zeer woelig tijdvak, met o.m. Chris Van Opstal in één van de hoofdrollen, en featuring een aantal medemensen als Grim VermeirenToos SmetYasmine en Els Havermans. Samen met Grim en Els ben ik er in geslaagd om twee dagen gestopt te blijven en toen gingen we weer paffen als nooit tevoren.

Yasmine bij Family

Oh ja, over Family Radio gesproken, ik heb hier nog een leuk hebbedingetje voor de verzamelaars: de complete website van dat station uit het jaar 2000. Interessant om nog eens door te bladeren op een zondagmiddag. De afdeling presentatoren bvb. En het gastenboek van die site is ook lezenswaardig. Tijdens de zoveelste paniekerige restyling van Family hadden ze de hele programmering toen overhoop gegooid, ik had nog enkel een programma op zaterdagmorgen.

Willy Sommers

Speciaal om die mededeling te horen, was ik ontboden naar het bureau van DDB en Rudy Dierckx. Geen ochtendprogramma meer, maar ik mocht wel blijven als webmaster van Contact en Family. En op zaterdag mocht ik ook nog de techniek doen voor Willy Sommers, overigens een heel aimabel man mèt gevoel voor humor.

Lang duurde het niet op die manier, ik ben niet gemaakt om ergens op de achtergrond mee te spelen, en de sfeer in het blauw fabriekske beviel mij toch al een tijd niet meer. Dus toen Jeroen Straeter mij belde met de vraag of ik mee wilde werken aan Multipop in Antwerpen, hoefde ik niet lang na te denken. Het was mij een waar genoegen dat ik op mijn beurt Rudy Dierckx en kompanen kon vertellen dat ik het voor bekeken hield.

En dan nu dringend naar Hamme. De risicowedstrijd Hamme-Antwerp vindt daar plaats, hoe is het mogelijk. Dat die hooligans mij maar niet te veel lastig vallen, ik ben licht sjagrijnig de laatste dagen.

Een lichte vorm van afzien

Mijn excuses.
Een week bijna niets geschreven maar dat heeft uiteraard een goeie reden. Drie dagen heb ik zo goed als alleen maar in de zetel gelegen en stapels afleveringen van Friends bekeken. Pas op, er was hier zeker geen sprake van luiheid maar wel van noodzakelijkheid

Die drie dagen vormden mijn eigen 72 uren waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze nodig zijn om alle nicotine uit je lijf te laten verdwijnen. Drie keer 24 uur een gevecht met mijn privé cold turkey maar het resultaat is nu wel dat hier een nieuwe mens voor u zit. De lichamelijke afkick heb ik achter de rug, nu begint het eeuwigdurend gebakkelei met mijn innerlijke duivel. Het feit dat ik al eens opnieuw begonnen ben na een jaar clean-zijn, bewijst dat die duivel moeilijk te temmen is.

En vandaag begon ook het werk op de nieuwe dienst, zowel voor Marc als voor mij. Beetje spannend wel, een soort van eerste schooldag, ken je dat gevoel? Nog niet veel anders moeten doen dan een paar uur meeluisteren met een collega. Alleen een beetje ironisch dat Iris (die collega dus) om het uur haar pakje Marlboro bovenhaalde voor een rookpauze.

Tijdens mijn gedwongen driedaagse is André Hazes overleden, en met open mond kwam ik tijdens het zappen terecht op een soort van voetbalwedstrijd-achtig gedoe waarbij de lijkkist van Hazes godbetert in ’t midden van de Arenahal stond en duizenden fans zich te buiten gingen aan een lichte vorm van massahysterie. Ieder zijn zin hoor, maar ik vond het vooral absurd. Net zo absurd als het feit dat iedereen nu plots André Hazes goed vindt, ook al lachten ze hem uit toen hij nog leefde. 

Word ik nu sjagrijniger door het gebrek aan nicotine?