De goeie ouwe camouflagetechniek

Op de nieuwsgroep (be.radio, altijd goed voor het nodige amusement tijdens lege momenten op vakantie) lees ik ergens in een draadje over radiotunes uit de jaren 80, dat iemand het heeft over de noodtune van Maeva, gebruikt tijdens ‘zogezegde‘ inbeslagnames.
Dat kan ik natuurlijk niet zomaar over mij laten gaan. Deskundig meepraten over formats en sidekicks en dat soort dingen die horen bij moderne radio-talk, da’s niet echt meer aan mij besteed. Maar als het gaat over iets waar ik zelf bij was, mag ik tussenbeide komen.

Ten eerste: de Brasilian Love Song van Love Unlimited was geen noodtune, maar was wel de officiële tune van Maeva. Doordat we die tijdens de nooduitzendingen en bij elke inbeslagname tot in den treure draaiden, werd die tune natuurlijk uiteindelijk geassocieerd met die toestanden.

Ten tweede: er waren geen zogezegde inbeslagnames. De cijferdeskundigen van de radiogeschiedenis zullen het juiste aantal wel weten, maar het waren stuk voor stuk èchte inbeslagnames. Of de BOB en andere gerechtelijke instanties ook telkes èchte zenders in beslag namen, dàt is heel andere koek. We begonnen het op de duur wel te kennen natuurlijk. Vaak werden we van te voren gewaarschuwd dat ze op komst waren en hadden we nog de tijd om de zender uit de lucht te halen en te verstoppen. Soms stond er in de studio gewoon ook een fake zender, gevuld met beton of zo, en de echte zender was goed gecamoufleerd. Kortom, we werden wat ze nu ervaringsdeskundigen zouden noemen.

De camouflagetechniek ging zover dat we op een keer niet alleen een fake zender hadden geplaatst, maar eveneens een fake studio met daarin een fake disc-jockey. Als ik straks nog wat tijd heb, zal ik dat verhaal eens vertellen. Nu wou ik alleen maar even duidelijk maken dat er nooit zogezegde inbeslagnames zijn geweest bij Maeva, enkel zogezegde zenders. Mission accomplished.

Patrick Valain op de stoel

Ben van Praag, begin jaren 80

Heb je dat ook? Als je Frank Deboosere bezig hoort in het radionieuws over de voorbije zomer die zeer abnormaal warm was, dat je dan verbaasd naar je radio kijkt en Deboosere met een welgemikte trap onder de kont het zwijgen wil opleggen? Zeer abnormaal warm, my ass. Enfin, niks om je druk over te maken natuurlijk, maar wat mij betreft lucht het op als ik me visueel voorstel dat ik Deboosere zo’n behandeling kan geven.

Ik zou in mijn tuin willen gaan zitten, maar het regent in Waasmunster. Binnen blijven en beetje US Open kijken dan maar. En ondertussen de reactie van Jo Van Daele lezen waarin hij het heeft over een Maeva-foto die ik een jaar geleden of zo op dit weblog plaatste. ’t Gaat om een foto van tijdens een Maeva-driveinshow in Peizegem of Putte. Ik zit daar op de schouders van Bruno van de technische ploeg en ik herinner me dat soort toestanden nog wonderwel. De show werd toen vooral gemaakt door Bruno en zijn makkers, niet zozeer door mij, ook al stond mijn naam op de affiche. Ik hoop dat Jo eens de groetjes doet aan Bruno en William.

Waar zouden die gasten uithangen tegenwoordig? Zouden ze nog iets met radio of muziek te maken hebben? Zouden hun wilde haren de eeuwwisseling overleefd hebben? Of is het met hen gegaan zoals in het liedje van Abba: and now you’re working in a bank.. the family man, the football fan, and your name is Harry
Geert heeft het leven nièt overleefd, lees ik. Dat is de miserie met die echo’s uit het verleden: dat je toch telkens weer moet horen dat mensen die er toen waren, er nu nièt meer zijn. Tja, over pakweg honderd jaar zijn we er allemaal niet meer, op enkele toekomstige eeuwelingen na die nu nog in de pampers liggen te bleiten.

Patrick Valain, 1984

Weet je wat ik doe, nu het toch regent?
Ik zet de volledige aflevering van Maeva’s Praatstoel online waarin Patrick Valain mijn gast was. Het programma werd uitgezonden tijdens de eenmalige Maeva-reünie in mei 2001 via de kabel op Radio Zeven. Het was een zeer uitzonderlijk gebeuren want Valain wilde eigenlijk totaal niet meer op de radio komen, maar deed het voor één keertje toch. Ik vond het mp3-bestand toevallig nog ergens op mijn harde schijf, ooit heb ik het gedownload van de site van Dick Verheul, waar nog heel wat leuke Mi Amigo-fragmenten te vinden zijn. Wie de volledige aflevering wil horen, dat kan hieronder.

Maeva’s Praatstoel met Patrick Valain – presentatie Ben van Praag – mei 2001

Witte muren en blauwe deuren

Witte Villa, begin 21ste eeuw

Ik had het eergisteren toch over de omheining rond de Witte Villa, hé?
Die omheining stond er niet van in het begin, hoor. Je moet je proberen voor te stellen hoe we in Asse beland waren. Het eerste anderhalf jaar van zijn bestaan zond Maeva uit vanop een appartement in Ukkel. Dat zuig ik niet uit m’n duim, ’t staat in de radiogeschiedenisboeken. Nadat we in januari 1982 voor de eerste keer in beslag werden genomen, een aantal keer teruggekomen en steeds opnieuw opgepakt, besloot de BOB tenslotte het appartement te verzegelen. Dat fantaseer ik niet, ik heb de zegels nog steeds. Zelf van de deur getrokken. Zou dat na 23 jaar nog strafbaar zijn?

Soit, we waren onze vaste stek in Ukkel dus kwijt en we moesten op zoek naar iets anders. Er brak een tijd aan van op de dool zijn, van hier en daar uitzenden uit allerlei noodstudio’s, van betogingen en demonstraties, dagelijks tientallen lezersbrieven in de kranten en patati en patata. ’t Was spannend en avontuurlijk en de luisteraars waren vastgeklonken aan de radio en elke keer als onze tune plots op de radio klonk, verwachtte de Maevafan te horen dat we opnieuw uit de lucht moesten. Ik herinner me dat ik op een dag als practical joke midden in Wekkerwacht een plaat onderbrak en de tune startte, een paar minuten wachtte en toen doodleuk zei: “Dit is Radio Maeva op 103.5. Luisteraars, blij dat u er bij bent“. De telefoon ging even later en Patrick Valain liet weten dat hij bijna bezweken was aan een hartaanval. Gelukkig had Patrick een redelijk gevoel voor humor, haha.

Arie van Loon, 1983

Maar: zo kon het natuurlijk niet eeuwig blijven doorgaan.
We zaten uit te zenden vanuit de garage van Noël Dhondt toen we van Valain te horen kregen dat Maeva een definitieve nieuwe uitzendlocatie had gevonden. Ergens in Asse, op het hoogste punt van Vlaanderen blijkbaar, hadden ze een leegstaand huis gevonden waar we zouden gaan wonen. ’t Moest enkel nog een klein beetje opgeknapt worden, zei onze grote roerganger. Jaja. Het bleek net geen krot te zijn, maar de muren stonden nog recht gelukkig. Op een paar weken tijd knapten we het huis inderdaad op, met veel hulp van onder meer Achiel en Denise. Toen de muren tenslotte mooi wit waren geverfd en de deuren hemelsblauw, was het een behoorlijk bewoonbaar gebouw waar Arie, Marc en ik konden gaan wonen. Een paar slaapkamers, een badkamertje, een keuken en een woonkamer, meer moest dat niet zijn voor drie avontuurlijke jongens in de fleur van hun leven. Nog een studio ook natuurlijk, en een plekje in de woonkamer (onder de tv) waar we dikke Bertha konden zetten. Een joekel van een zender, ongeveer zo groot als een bescheiden koelkast.

Witte Villa, 1983

Op de radio crëerden we een heel ander beeld. Daar klonk het alsof Maeva een hele trits studio’s had. We spraken over de nieuwsstudio, terwijl we het nieuws lazen vanop een stoeltje in de enige uitzendstudio. De produktiestudio’s waar we het vaak over hadden? Tja, die hadden we wel, maar dan verspreid over Vlaanderen bij elke disc-jockey thuis. Kortom, ’t was een fantasiewereld, maar daar was niks verkeerd mee. ’t Was niet de bedoeling dat de luisteraar bij ons kon binnenkijken. Op een dag heb ik, tegen alle principes in, een buitenstaander meegenomen naar de Villa. Mijn leraar van de rijschool ontdekte tijdens één van onze autoritten wie ik was, viel daarvan steil achterover (ja, de tijd dat mensen steil achterover vielen als ze mijn naam hoorden, is ècht wel voorbij nu) en bood me onmiddellijk aan om me wat gratis extra lessen te geven, op voorwaarde dat ik hem eens mee zou nemen naar DE Witte Villa. ’t Werd voor hem een ware teleurstelling toen hij merkte dat Vlaanderens populairste radio ocharme één studio had, en nog een vrij kleine ook. Maar die gratis rijlessen had ik in elk geval op zak.

Patrick Valain besefte dat je Maeva niet zomaar midden in Asse kon neerpoten zonder maatregelen te treffen tegen nieuwsgierige luisteraars en dus kregen we na een tijd… jawel: een omheining. Van een afstand gezien, leek de Villa vanaf dan een beetje een concentratiekamp, en zo werd het ook her en der omschreven. Maar ’t was zeker niet zo dat wijzelf opgesloten waren of zo, ben je gek! Het gaf het station wel weer een apart imago, het had opnieuw iets ongenaakbaars.

De Villa staat er nog steeds. Een jaar of pakweg vijf geleden ben ik er nog ’s naartoe gereden, samen met Arie van Loon. Herinneringen ophalen, eens kijken naar een stukje verleden, je kent dat wel. Het is nu ècht een mooi huis geworden met normale bewoners en zo. ’t Schijnen zelfs Maeva-fans te zijn die dus in een soort van relikwie wonen. We wilden nog aanbellen en vragen of we eens binnen rond mochten kijken, maar we deden het tenslotte maar niet. Jammer, nu kunnen we het niet meer doen, Arie en ik, want Arie leeft niet meer. Spijt komt altijd te laat, vrienden.

Maeva, of de ronde van Vlaanderen

Heel dat gedoe rond Forest en de stekker die daar heel onverwacht werd uitgetrokken gisteren, deed me vanmorgen (op weg naar het werk) terugdenken aan de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw, toen Maeva dik in de problemen kwam door de voortdurende inbeslagnames. We waren inmiddels voorgoed verdreven uit het Ukkelse appartement. De studio’s daar waren uiteindelijk verzegeld en Maeva was voor immer en altijd persona non grata geworden in het Brusselse.
De Witte Villa was nog niet gevonden, en dus waren we op de dool, van hier naar daar, steeds weer uitzendend vanop andere locaties in het Vlaamse land.

Zo zonden we een dikke week uit van bij Noël D’Hont bijvoorbeeld (zie Frambosius uit Heusden) en waren we van plan om te gaan uitzenden vanop de Kluisberg, waar toen toch al een relaisstation van ons stond. Ook hadden Valain en de raad van beheer het drieste plan om die enorm hoge mast die jarenlang in Lebbeke stond te kopen en daar een caravan onder te zetten om van daaruit de Maeva-programma’s de ether in te slingeren. Dat laatste idee ging niet door, helaas. Lef had Maeva in elk geval wel.

Maar waar ik toe wilde komen: Valain had op een dag het idee om gewoon naar een bestaand lokaal station te stappen en met poen uit te pakken om een tijdlang de Maeva-programma’s van daar uit te zenden. Ik ben na al die jaren echt waar kwijt wààr het precies was – andere mensen zullen dat ongetwijfeld wel nog weten – maar het ging in elk geval ongeveer op de volgende manier. Valain nam ons (de live-jongens dus) mee naar dat station. Er was daar al een studio, dus dat was gemakkelijk. Noël bracht een Maeva-zender mee, een dikke Bertha. Het plan was om die aan te sluiten op de bestaande mast en baf! we zouden vertrokken zijn. We kwamen aan bij die radio, samen met de baas van dat station en we gingen binnen. Een plaatselijke dj was programma aan het doen. De baas zei: ‘We stoppen ermee, want Maeva begint hier’ en hij nam hoogstpersoonlijk de naald van de plaat die toen aan ’t draaien was. De arme dj van dienst mocht meteen beschikken. 

De studio stond overigens vlakbij de plaatselijke discotheek en ik herinner me de sensatie toen tijdens het weekend de zender van Maeva keihard stoorde op de geluidsinstallatie. Lang duurde dat avontuur ook niet, maar de baas had wel een stapeltje flappen ontvangen van Valain. ’t Was heus niet allemaal romantiek hoor, de Maeva-belevenissen. Keiharde poen speelde eigenlijk constant mee op de achtergrond, maar wij lieten dat maar gebeuren, voor ons was het op elk moment een spannend jongensboek, een heerlijk piraten-avontuur waar wij niet alleen op de eerste rij zaten, maar waarin we ook nog eens een hoofdrol mochten spelen.

Ik ben geen goeie ondernemer

De nieuwsgroep be.radio staat de laatste dagen weer bol van postings over Maeva en alle mogelijke afgeleiden. Ik volg meestal met zijdelingse belangstelling dat soort van discussies, zonder mij zelfs maar te ergeren aan de bijdragen van mensen die van ver de klok hebben horen luiden terwijl ze er toch geen idee van hebben waar de klepel hangt. Die belangstelling heeft natuurlijk te maken met het feit dat het hier onderwerpen uit mijn eigen verleden betreft. 

Zo gaat het nu, behalve over Maeva, ook al over Radio Bravo, over de Maeva-reünie in 2001 en het daaruit volgend kabelavontuur, en ook wordt er 3geschreven over het mogelijke bestaan van een ketenradio onder de naam Mi Amigo in de jaren 80.

Die ketenradio heeft nog echt bestaan ook, en ik heb er bijgezeten. Meer nog, ik deed er de programmaleiding, samen met mijn twee toenmalige gabbers Marc Hermans en Eric Hofman. De keten was voortgevloeid uit de Mi Amigo in Duisburg die uitzond op 107.8, aan de rand van de band. En nee, dat was niet alweer een droom van Hofman, zoals iemand die het denkt te weten het beweerde op de nieuwsgroep. De radio in Duisburg bestond al onder de naam Radio Lipstick en werd pas Mi Amigo toen Ronny Van Gelder, samen met Marc en ik een verbond aangingen met Guido Van Linthout van Lipstick. Eric Hofman kwam er later wel bij. Die Mi Amigo zond met een zwaar vermogen uit en zorgde voor concurrentie tegen de snel achteruit boerende Maeva. 

Toen de zender in Duisburg het zwijgen werd opgelegd, besloten Eric, Marc en ik door te gaan met Mi Amigo, maar dan onder de vorm van een samenwerkingsverband tussen een aantal lokale radio’s die de opgenomen Mi Amigo-programma’s uitzonden. Dat duurde wel een tijdje, tot het stukliep op gebrek aan geld. Iemand verwoordt het vrij accuraat op de nieuwsgroep: goeie radiomakers zijn zelden goeie ondernemers.

Ik ben blij dat ik geen goeie ondernemer ben. Meer nog, ik ben daar redelijk trots op. Er is niets mis met ondernemen of zakendoen – vrijheid blijheid, het is een motto dat al heel mijn leven in mijn liberaal hartje woont – maar het is niets voor mij. 

Exclusieve beelden van P.Valain!

Zoals ik al eerder beloofde, alweer een fragmentje uit de DVD Een bom in de radio, gemaakt door Marc en mezelf in 1987, met een amateurcamera die we hadden gekregen van Denise en Achiel. Die twee deden overigens wel meer voor Maeva èn voor ons, daar moet ik ook eens een apart hoofdstuk aan wijden eigenlijk. 

Sinds ik het vorige fragment hier geplaatst heb, krijg ik via reacties op dit weblog en via e-mail af en toe de vraag of de DVD niet te koop is. Op dit ogenblik nog niet, maar ’t is zeker niet uitgesloten. Morgen gaan Marc en ik vergaderen om een redelijke verkoopprijs vast te stellen en om de taken te verdelen. Bijvoorbeeld wie gaat de kopietjes maken en wie gaat de hoes ontwerpen en wie gaat de hoestekst schrijven en wie gaat ermee leuren op de markt in Hamme. Enfin, het wordt een saaie, zakelijke bespreking, je kent dat wel.

Het fragmentje in kwestie dus, laat ik het daar eens over hebben. We zaten toen in de Witte Villa en er waren genoeg momenten dat we ons verveelden dus toen we die camera kregen, was het feest. Plus niet te vergeten, het was 1983 en video was echt nog een wonder. We kregen namelijk ook nog een videorecorder van Denise en Achiel, dat vergat ik nog te zeggen. Zoals Arie van Loon het schreef op 13 maart 1983 in het Villa-dagboek: “Zaterdagmiddag : hoera hoera de video was er. Noël kwam hem brengen en een deejay speelt graag met elektronische apparaten. Echt leuke dingen kun je nu honderd keer bekijken, zoals Frankenstein die de kop van een schone dame er af trekt.

(hier even onderbreken om te melden dat de goede verstaander al lang doorheeft dat er wel nog uittreksels uit het Villa-dagboek zullen verschijnen op deze pagina’s)

De aprilgrap van 1983 – Maeva wordt Maeva TV

’t Was toen ongeveer de tijd voor onze jaarlijkse aprilgrap en hoewel we in 1983 nooit meer het effect konden halen van de grap van het vorige jaar (toen we zogezegd op een schip op de Noordzee gingen zitten), amuseerden we ons kostelijk met de voorbereiding ervan. Maeva zou beginnen met Maeva TV en om het geheel een beetje aannemelijker te maken, liepen we met onze verse videocamera opvallend rond tijdens de programma’s en buiten op de parking voor de Villa en zo. We vonden dat zo plezant dat we er zelfs mee doorgingen nà de aprilgrap.
In het bewuste fragment zien we Marc in zijn rol van reporter die bvb. Patrick Valain volgt als die op bezoek komt in de Villa. Verder is ook Bert De Groef te zien tijdens de presentatie van de Top 50. Het ding duurt bijna drie minuten, dus het downloaden neemt wat meer tijd in beslag dan bij het vorige fragment, maar een mens moet er wat voor over hebben, of niet?

Of zoals ons moeder altijd zegt: Een kermis is een geseling waard.

Frambosius uit Heusden

Noël D’Hont en Marc Hermans

Gisteren ben ik eindelijk nog eens tot bij Noël geraakt. De satelliet-ontvanger die hij bijna twee jaar geleden bij mij kwam plaatsen, heeft al een paar maanden rare kuren, in die zin dat hij niet meer werkt. Dus gisteren heb ik dat bakske dan maar losgekoppeld en ben ik ermee richting Heusden gereden.

Noël D’Hont is stilaan een legendarische naam aan ’t worden in de radiowereld. Volgens mij kennen alle radiomakers op z’n minst zijn naam. Noël stond technisch mee aan de wieg van Maeva en hij was bij de luisteraars eigenlijk net zo bekend als de dj’s. Om de één of andere reden hadden we voor hem de intrigerende naam Frambosius bedacht en die naam zit er na al die jaren nog zo diep in dat ik gisteren tot mijn eigen verbazing mezelf Ah, Frambosius! hoorde zeggen toen ik binnentrad in zijn werkplaats.

De inbeslagnames en het voortdurend moeten leveren van nieuwe zenders mogen hem dan geen windeieren hebben gelegd, Frambosius was in elk geval iemand die met hart en ziel achter Maeva stond, en dit dag en nacht zoals dat in het liedje gaat. Zijn zenders waren zijn kinderen, en hij maakte ze zelf. De Maeva-zenders hadden soms zelfs een naam. Dikke Berta was er zo eentje.

Tijdens de woelige periode tussen Ukkel en de Witte Villa waren we op schok door Vlaanderen en zonden we uit vanop diverse locaties. Zo zonden we ooit tien dagen lang uit van bij Noël thuis. Marc en ik mochten daar al die tijd slapen ook, en we werden goed verzorgd door Rosette, mevrouw Frambosius eigenlijk. De studio stond tijdelijk opgesteld in zijn atelier annex garage, en in de hoge mast in zijn tuin hingen de dipolen waarmee we uitzonden. Die mast staat er nu nog altijd, hoewel ze een stuk hoger is, en er in 2004 nog veel meer inhangt dan alleen maar dipolen. ’t Is indrukwekkend als je onderaan staat. Ik heb uiteraard al heel wat masten meegemaakt sinds 1979 maar die mast van gisteren mag er toch best zijn, hoor. Toen ik zo naar boven keek, besefte ik dat ik waarschijnlijk nooit vanzeleven nog van mijn fascinatie voor masten en zenders en dat soort dingen af geraak. Dat een radiosignaal zich onzichtbaar kan voortplanten door dat mysterieuze ding dat ether heet, verwondert mij nog altijd mateloos. Draadloos internet en bluetooth: juist hetzelfde. Dat al die signalen zomaar in de lucht hangen, da’s toch een mirakel?

Ik herinner me dat ik Noël vaak eindeloos uitvroeg over hoe radiosignalen nu juist werken en waarom je die eigenlijk niet kan zien als dat toch trillingen zijn, net zoals licht ook trillingen zijn die je wèl kan zien. En het verschil tussen middengolf en FM en kortegolf en patati en patata, Noël probeerde het me geduldig duidelijk te maken. ’t Is altijd een fijne kerel geweest, die Frambosius. 

Ik hoop dat ik mijn satelliet-bakske ook snel netjes gerepareerd terug thuis heb, want nu hangt die schotel in mijn tuin er zo zielig en nutteloos bij. Heilige Frambosius, patroon van de ether, doe uw best!

Ben van Praag, Noël D’Hont, Frans Babbelaar (2001, Zoersel)

Een bom in de radio

Omdat het vandaag 2 november is, zullen we het nog eens hebben over een station dat al ruim twee decennia tot het radio-hiernamaals behoort: taratataaaaa…. Radio Maeva!

In 1987 hadden Marc en ik een eigen video-bedrijfje opgericht, omdat we toch met ièts onze dagelijkse boterham moesten verdienen en radio alleen was daarvoor niet genoeg. Onze eerste eigen produktie was een videofilm over onze tijd bij Maeva. We hadden namelijk in het voorjaar van 1983 een videorecorder en bijhorende camera cadeau gekregen van Denise en Achiel en vanaf die dag begonnen we met het sporadisch filmen van leuke momenten.

Drie jaar later besloten we al die fragmenten bij elkaar te rapen en er een film van te maken. We noemden het eindresultaat Een bom in de radio, naar een uitspraak van Ron Van De Plas, die in het prille begin van Maeva tegen mij opmerkte (toen de eerste zakken met post binnenstroomden): “Jongen, we zitten hier op een bom!“.

Commercieel was de film een flop. We verkochten er een paar honderd exemplaren van, maar video stond toen ook nog maar in de kinderschoenen. Onlangs kregen Marc en ik onze ouwe film op DVD in handen gestopt. Een cadeautje van Marc Goris, een grote Maeva-fan uit Sint-Niklaas. Bij het bekijken van de beelden moet je wel in gedachten houden dat alles gefilmd was met amateur-materiaal en dat er nog geen sprake was van commerciële TV.

Video: Een bom in de radio

De hele film kan je hier bekijken, op Youtube.
Met een fijne kabelverbinding is dat binnen op een wip en een snik. Meer fragmenten uit de film volgen later nog, als jullie braaf zijn.

Mannix komt!

Ronny Van Gelder

Onderuit gezakt hang ik een beetje naar Vijf TV te zien. Ik snap nog altijd niet waarom ze dat een vrouwenzender noemen. Op het werk ken ik meer mannen dan vrouwen die er naar kijken, en je moet rekenen dat er op het werk meer vrouwen dan mannen zitten op mijn afdeling.
’t Is een rampenfilm. Naast advokatenfilms zijn rampenfilms gesneden koek voor mij, ik ben daar redelijk zot van. Deze, over de aardbeving in San Fransisco, is mij wel iets te melig.

Maar waarover ik het met u even wilde hebben: aanstaande zondag komt een langverwachte gast naar Zondag Zondag. ’t Is een man die Marc en ik alweer kennen uit onze Maeva-periode: Ronny van Gelder. Ronny is na de rumoerige jaren tachtig nogal low profile gebleven maar de laatste maanden is hij opnieuw in de belangstelling gekomen door zijn wedervaren bij Extra Gold. Ik zal hier niet verder over uitweiden, zondag mag hij daar zelf over zeggen wat hij wil. Als hij er al iets wil over zeggen.

Ronny Van Gelder

We zullen het ongetwijfeld ook hebben over zijn gloriejaren bij Maeva. Ronny was er eigenlijk van in het begin bij. De regel was toen dat alle programma’s op tape stonden, behalve het ochtendblok en het middagblok, programma’s die door Ron Van De Plas en mezelf werden gepresenteerd omdat we nu eenmaal in de studio woonden. De uitzondering op die regel was het nachtprogramma met Ronny Van Gelder. Ronny woonde niet bij ons maar mocht zijn programma toch live presenteren, dus elke avond kwam hij naar Ukkel. Nachtclub heette dat ding, en voor Ron en mij (en later voor Arie en mij) was het elke dag weer aangenaam vertoeven in het gezelschap van deze onvoorstelbaar enthousiaste en gezellige spraakwaterval. Bij Extra Gold viel Ronny op door zijn Hollandse accent, bij Maeva werd daar niet naar gekeken. Daar viel hij op door de schwung die in zijn programma zat. Je werd er in elk geval wakker van, en da’s de bedoeling van een nachtprogramma.

Ronny Van Gelder

Ik herinner me dat ik vaak ’s nachts bleef plakken bij Ronny in de studio, ook al moest ik om 6 uur in diezelfde studio zelf programma doen. Tja, een mens is jong en dan marcheert het allemaal nog wat beter hé. En ’s morgens kwam ik in de studio en moest ik eerst een broodmes halen om de rook te snijden die Ronny had achtergelaten, en de peuken in de asbak deden me denken aan de berg van Elversele

In 1984 heb ik nog met Ronny gewerkt bij Radio Mi Amigo vanuit Tervuren. Nu schaam ik me een beetje over die naam voor een station aan land, maar toen had het wel iets om opnieuw op een radio met die naam te draaien. We zullen het zondag wellicht ook wel eens over die tijd hebben. Misschien wordt het na al die jaren tijd om uit de doeken te doen hoe Guido Babbelaar (alweer eentje met die naam) en zijn stille vennoot Michel hun zelf aangestelde programmaleider Ronny Van Gelder wilden ontslaan, maar het niet rechtstreeks durfden zeggen uit angst voor represailles, en hoe ze dan maar een beroep deden op Marc en mezelf om ’s nachts stiekem naar Ronny’s woonplaats in het Gentse te rijden en daar een ontslagbrief in zijn bus te gaan steken. Times were when, beste vrienden. 

En hopelijk wil Ronny ook wat kwijt over zijn adembenemende avonturen als private investigator, want naast zijn radiocarrière was hij ook nog eens Mannix. Toen ik dat voor het eerst hoorde, lag ik zowat in een deuk. Ik kon me Ronny moeilijk voorstellen met een hoed en een vergrootglas op zoek naar voetsporen van overspelige echtgenoten en zo.

Het belooft een fijne namiddag te worden. Rechtstreeks te volgen via Radio Forest op 105.2 vanuit Hamme. U luistert toch ook? (priemende wijsvinger in de richting van de kijker en daarna fade out)

Met mijn leuter in de hand

De vorige eeuw was nog volop in de herfst van haar bestaan. Radio Maeva was een dikke week of zo in de lucht. Ja vrienden, dit is nog eens een goeie ouwe anekdote uit de geschiedenis van die populaire vrije radio. Het ging tijd worden, hoor ik sommigen onder u al verzuchten. Ik weet het, ik weet het. De afgelopen dagen (zeg maar rustig: weken) heb ik zo weinig tijd (en eerlijk gezegd ook goesting) gehad, met die nieuwe job en al dat gedoe dat daar bij komt kijken en zo, dat het er niet van gekomen is.

Die nieuwe job valt eigenlijk goed mee. ’t Blijft het zelfde superfijne kabelbedrijf, maar toch lijkt het een heel ander euh.. bedrijf. De sfeer is helemaal anders, de manier van werken is een stuk minder strak en de teugels worden minder aangespannen. Marc heeft het met de aanpassing een stukje moeilijker dan ik. Die realiseert zich nog niet volledig dat er bij wijze van spreken geen enkele supervisor over zijn schouder staat mee te gluren als hij naar het toilet gaat. Bij wijze van spreken, zei ik dus.

Chris Van Opstal

Eergisteren was mijn goede vriend Chris Van Opstal jarig en dat vond ik aanleiding genoeg om hem nog eens uitgebreid te bellen op weg naar huis, vanuit de auto. Met Chris heb ik altijd enorm goed kunnen opschieten, zijn gevoel voor humor en zijn denkwijze sluit merkwaardig goed aan bij die van mij. Indertijd, bij Family Radio, amuseerden we ons allebei redelijk met het observeren en het bestuderen van de personages aan de Oorlogskruisenlaan. Chris is één van de weinigen uit die tijd met wie ik steeds contact ben blijven houden, ook al is dat de laatste tijd fel verminderd. Ik krijg nog altijd inwendig de slappe lach als ik me zijn wedervaren in de toiletten voor de geest haal. Op de middag ging ik Chris altijd gezelschap houden in de studio tijdens zijn programma, ik ging daar dan mijn boterhammetjes opeten want om in de grote refter te gaan zitten eten met de Franstaligen en zo, dààr had ik totaal geen zin in. Chris heeft overigens ooit nog eens dik onder zijn voeten gekregen van Danny Debruyn omdat hij op de radio vermeldde wat er tussen mijn boterhammen lag. Echt waar. Vlaanderen heeft geen boodschap aan het beleg van Ben van Praag, was het commentaar van de toenmalige programmaleider. Nee, dat zal wel niet.

Chris Van Opstal

Maar die toiletten dus. Op een middag ging Chris eens plassen en hij bleef verdacht lang weg, zodat ik zelf maar de volgende plaat startte vanop de DSC. Oh die DSC toch, die goeie ouwe Digital Station Controller, een mens zou er heimwee van krijgen. Toen Chris uiteindelijk met roodomrande ogen en zwaar zuchtend toch terugkwam, vertelde hij op zijn typische manier wat er gebeurd was. Ge weet toch dat de kuisvrouw altijd van die blokjes chloor of wat het ook is, in de wc gooit? Ja, dat wist ik, ik had ze zelf ook al zien liggen. Welnu vrienden, Chris stond te pissen en voor de joke mikte hij voluit op zo’n blokje. Waarna dat blijkbaar chemisch reageerde op de plas van Chris en sissend een hoop stoom of zo verspreidde. Chris boog zich onder het plassen nieuwsgierig naar beneden om die stoom te aanschouwen, en even later brandden zijn ogen en zag hij niks meer. En ik stond daar maar te gillen, met mijn leuter in mijn hand: ik ben blind, ik ben blind! Ik probeerde het me steeds weer visueel voor te stellen, en ik lag plat. Chris ook, uiteindelijk. 

Raar dat een mens zo’n details onthoudt.
Net zoals die keer bij Radio Maeva. Jaja, de eerste zinnen van dit stukje slaan wel degelijk ergens op. We waren enkele dagen in de lucht toen Peter Hoogland op een middag in Ukkel kwam en mij overhaalde om met hem mee te rijden. We zouden eens zien hoever Maeva te ontvangen was. Geen beter middel daartoe dan in de auto te stappen en weg van de zender te rijden tot het signaal zou wegvallen. Zo gezegd, zo gedaan. De Ford Capri van Peter was een uitstekend vervoermiddel en ik kon toch nog niet rijden, zodus. We rijden gewoon in de richting van Gent en we zien wel hoever we komen, zei Peter. Het was fijn en het was spannend. De radio keihard op Maeva en hopla wij weg. 

Peter Hoogland

En we bleven maar rijden, en op de radio bleef het maar keihard klinken zonder enige storing, en zo af en toe keken we elkaar eens aan met een blik van hoe is dit mogelijk en we reden Gent voorbij en het bleef maar duren en duren en uiteindelijk stond de Capri stil en wij stapten uit en de muziek van Maeva klonk nog altijd keihard uit de autoradio en we wisten al wel dat het bereik van de zender goed was maar dat het zo goed zou zijn hadden we niet verwacht en als twee kleine jongens stonden we naast de auto enthousiast te luisteren naar dit is maeva radio maeva het station waar pit in zit en met blinkende oogjes keken we naar het strand van Blankenberge en naar de Noordzee die een dikke honderd meter verder lag te schitteren in de zon. 

Voorwaar, ik zeg u: het voorjaar van 1981, het had wel iets.

%d bloggers liken dit: