
Tijd voor een gratis en door mezelf georganiseerd rondje lachen met Ben.
Ik schrijf deze woorden op mijn Travelmaatje in de tuin van mijn tijdelijke Franse maison. Of gîte, zoals ze het hier ook wel noemen, geloof ik. Waarom zeggen die Fransen niet gewoon huis zoals iedereen? Doch dit geheel terzijde, zoals mijn ex-beste vriend Herman B. het zo treffend zou zeggen.
Ter verdere sfeerschepping: mijn Franse buurman zit hier vlak bij mij. Hij is naar eigen zeggen een vampierenstok met vlijmscherpe punt aan ’t maken omdat hij vannacht vreemde geluiden hoorde in het huis. “Die stok moet verdomme voor vannacht klaar zijn,” gromt hij (in het Frans, uiteraard) terwijl hij met zijn Zwitsers mes aan de gang gaat.
Een jaar of 15 moet ik geweest zijn toen ik mezelf officieel het statuut van voorzitter van de Belgische Osmonds Fanclub toeëigende. Dat was niet zo moeilijk, ik had die club namelijk zelf opgericht. The Osmonds, beste vrienden, waren een muzikaal familiegroepje dat in de vroege jaren zeventig ongelooflijk veel wereldsucces had bij het tienervolkje van die dagen. Ze waren populairder dan The Jackson 5 en David Cassidy samen. Vooral de bijna jongste van de bende, Donny Osmond, zorgde overal ter wereld voor hysterische taferelen. Waarom ik die fanclub oprichtte? Vraag me niet waarom, zoals Yasmine het zo treffend zou zeggen. Ik hoorde hun muziek wel graag, veronderstel ik. Mijn toenmalige klasgenootjes begrepen er niets van en konden er hoogstens eens hartelijk om lachen. Het was natuurlijk totaal niet in bij jongens van mijn leeftijd om van die muziek te houden, dat was enkel iets voor meisjes. Ik zat op de Broederschool in Hamme, moet je rekenen. Daar zaten toen nog enkel jongens en we hadden niets te maken met de meisjes van de Sint-Jozefschool.

Maar soit, het zou mij (toen al) worst wezen wat de anderen dachten over wat ik graag hoorde of niet. Ik besloot dus een fanclub voor de Osmonds op te richten op mijn eentje. In diezelfde periode had ik ook een schoolblaadje gesticht onder de ongelooflijke titel Radio Pekbaans Popjournaal of kortweg RPP. Dat schreef ik elke week vol, met de hulp van Herman Brusselmans, Leo De Ridder, Dirk De Neve en nog enkele anderen. Zelf was ik hoofdredacteur, dat spreekt voor zich. Wat die titel betreft: ik was toen al redelijk gefascineerd door de zeezenders en Veronica had een popjournaal, vandaar. Plus daarbij, de straat waar ik toen woonde (de Groeneboomgaardstraat in Hamme) was sinds kort voorzien van een gloednieuw en modern wegdek, de pekbaan lag voor de hand.
Wat ik eigenlijk wilde zeggen: ik was het dus al gewend om een wekelijks magazine vol te schrijven en op een aantal exemplaren te verspreiden. Osmond News, zoals ik het blaadje van de fanclub noemde, stuurde ik elke maand op naar de leden van de club. Ik had geadverteerd in de Joepie en ik vroeg 50 Belgische frank per jaar als lidgeld. Een stuk of duizend jonge meisjes werden lid van mijn club, dus ik had redelijk snel 50.000 ballen verdiend als jonge snotneus. Ik drukte het magazine gratis op de stencilmachine van school, met dank aan broeder Emiel die mij daarvoor de toelating gaf. En elke maand trok ik met een paar grote zakken volgepropt met drukwerk naar de post. De artikels in het magazine schreef ik zelf, ik vertaalde ze uit enkele Britse en Amerikaanse tijdschriften die ik bestelde bij mijn gazettenman waar ik ook de Joepie haalde.

Ik kreeg ook verdomd veel brieven van jonge meisjes (ze waren natuurlijk van mijn eigen leeftijd toen, en waarschijnlijk allemaal op middelbare leeftijd nu) die dachten dat ik de Osmonds persoonlijk kende. Er was er zo eentje waarmee ik op den duur, en buiten de fanclub om, persoonlijker begon te corresponderen. Ze woonde in Oostende en ik vond haar best tof. Op een dag stond in de krant een artikel over haar. Ze was van het Europagebouw in Oostende gevallen. Of gesprongen, daarover bestond blijkbaar twijfel.
In die dagen was ik 15. Jong, onbezonnen, vol van de toekomst, en redelijk onder de indruk van het voortijdig beëindigde leven van een meisje waar ik wel wat voor voelde, al had ik haar nog nooit ontmoet. Het betekende ook het einde van de Belgische Osmonds Fanclub. Weer iets dat voorgoed voorbij was.
En nu ga ik wat vertoeven dans le piscine, zoals de Fransen hier om onbegrijpelijke redenen zeggen. Waarom zeggen ze niet gewoon zwembad, zoals iedereen?