
Ik heb zowaar een mailtje gekregen van Benny Baeten. Die uit de Kempen, jawel. Niet de originele die naar Spanje vertrokken is en mij een half jaar geleden of zo ook al mailde, maar de gekloonde naamgenoot die deel uitmaakte van mijn Kempense periode. Uniek FM in de Victoriestraat in Turnhout, weet je wel. Mijn Straeter-tijd noem ik die periode wel eens schertsend. Mijn God, waar is de tijd.
Zalige periode, daar niet van. Marc en ik hebben daar enkele fijne zomers doorgebracht. De winters waren minder aangenaam, maar ook die gingen voorbij. Sinds de Maeva-tijd heb ik een flink aantal radiobazen versleten en ben ik zelf ook een flits in de eeuwigheid radiobaas geweest, maar een radiobaas als Jeroen Straeter maken ze niet meer tegenwoordig.
Ik ben redelijk veel kwaad geweest op die gast (ik niet alleen trouwens) maar hij slaagde er toch telkens weer in om dat kwaad bloed te laten bedaren. Charisma, heet dat. Een soort Valain-gehalte was hem niet vreemd.
Shit, ik herinner mij nog die keer dat Chris Van Opstal al een tijdje geen geld had gekregen voor zijn programma’s en dat hij dat uiteindelijk zo beu was dat hij in de studio de non-stop had opgezet tot Jeroen verbaasd kwam vragen waarom er niet gepresenteerd werd. Waarop Chris de gevleugelde uitspraak deed: “Geen flappen, nie klappen!”
Hij kreeg uiteraard tenslotte zijn geld zoals iedereen dat uiteindelijk wel kreeg.

Of die keer dat Marc Hermans programma aan ’t doen was in het uitstalraam in de Victoriestraat, met uitzicht op de voorbijfietsende Turnhoutse jeugd, de zon in het gezicht tijdens alweer een Kempense zomer in het begin van de jaren 90. ’s Middags ging Jeroen meestal eten in Het Wapen Van Turnhout, onze stamtaverne eigenlijk. En Jeroen had een hekel aan alleen eten, dus die middag ging hij Marc uit de studio halen, midden in het programma. “Ja maar, ik ben programma aan het doen,” sputterde Marc heel terecht tegen. En Jeroen, tenslotte toch de baas van Uniek FM, zei alleen maar: “Nou, dan zet je toch gewoon de automaat op joh”.

Enfin, over Jeroen Straeter zijn hele weblogs vol te schrijven, en wellicht doe ik dat nog eens als ik eens een maandje niets schrijf op mijn eigen weblog, haha. Nee serieus, ’t was een zeer aangename tijd, onze Kempense periode. En Benny Baeten maakte daar dus heel opvallend deel van uit. Deze jonge, blonde god was een toffe gast waar ik heel goed mee kon opschieten. Hij had zo goed als altijd een hele trits jonge Kempense meiden achter zijn gat, maar tegenwoordig (zo laat hij mij weten) is hij heel gelukkig gezinshoofd en zijn de vrouwen verleden tijd, behalve de zijne. Hij heeft ook totaal geen voeling meer met het radiowereldje, en toen ik dat las, voelde ik begot heel even een steekje jaloezie.

Ja, er is nog wel meer in het leven dan alleen maar radio. Daarom dat het ook zo makkelijk gaat (denk ik), een maand niks schrijven in dit weblog. Natuurlijk heeft de wereld niet stil gestaan. Op sommige plaatsen heeft hij zelfs gebeefd dat het niet mooi meer was. In mijn eigen privé-bestaan is één van de wensen uit mijn lotto-droom uit gekomen: ik loop sinds nieuwjaar rond met een iPod die 20 gig aan muziek bevat. Ik heb er meteen een iTrip bij gekocht, zo’n FM-zendertje waardoor je naar je eigen favoriete muziek kan luisteren op de autoradio.
Verder kan ik u melden dat Zondag Zondag nog altijd bestaat, dat ik nog steeds mijn dagelijkse radiobijdrage lever aan Radio Forest en het Westvlaamse Extra Gold, dat Maeva FM uiteindelijk de wapens heeft neergelegd, dat de Lukken het verre van gemakkelijk heeft, dat Koen Godderis op zodanig opvallende wijze van de nieuwsgroepen verdwenen is dat iedereen het erover begint te hebben en dat ik na een maandje toch weer lichte trillingen in mijn vingers voelde die mij aangaven dat het tijd werd om me opnieuw op het webloggen te storten.
En Marc en ik zitten nog steeds dagelijks op anderhalve meter van elkaar in de gebouwen van het fijne kabelbedrijf, waar we ons proberen te handhaven in de wereld van targets en commerciële argumenten waarmee we de concurrentie dienen te overtroeven. We zijn zelfs allebei al lid geweest van het Gouden Team. In de praktijk betekent dit dat je dan in het aanschijn van de hele afdeling letterlijk gekroond wordt met een gouden kroontje op je kop en een blinkend jasje aan je lijf. Lachen geblazen, jawel. Ik denk dat we allebei al iets te veel jaren achter de rug en iets te veel kerven in onze ziel hebben om daar nog veel plezier aan te beleven zodat het wel eens omgekeerd zou kunnen werken. Alleen zoeken we nog een manier om dat voorzichtig duidelijk te maken aan de mensen die het voor het zeggen hebben.
Ik denk dat ik zometeen mijn bed induik, want morgen is het vroeg dag. Maar wees niet bevreesd, ik ben terug, en mijn vingers tintelen weer.