Het fijne kabelbedrijf

Mijn beide levens lopen weer door elkaar.
E-mailtje gekregen van Thierry, mijn supervisor van op het werk. Eigenlijk heet dat tegenwoordig een teamcoach. Als het kind maar een naam heeft, nietwaar? Thierry meldt dat hij dagelijks ‘met genoegen’ mijn weblog leest. ’t Is een fijne kerel, die Thierry. En dat zeg ik niet om eens flink de bazenpoeper uit te hangen, want in september wordt hij mijn voormalige teamcoach. Hij heeft dan een andere functie binnen het bedrijf, dus ik kan over hem zeggen wat ik wil zonder geweldige gevolgen voor mijn carrière, positief of negatief. Nee echt, hij is een goeie gast, die het goed kan vinden zowel met het volk op de werkvloer als met 8zijn eigen bazen. 

Het werk, daar schrijf ik niet zoveel over hier. Vergeleken bij wat ik in het verleden allemaal heb meegemaakt, is het natuurlijk ook niet onvoorstelbaar boeiend. Het is iets waarmee ik nu al drie jaar mijn brood verdien, dus in die zin moet ik wèl opletten met wat ik hier schrijf. Plus daarbij, het is nu eenmaal een bedrijf dat redelijk bekend is bij het grote publiek. Bekender dan Maeva ooit was. 

Er zijn op het werk heel weinig mensen die op de hoogte zijn van het andere leven en het verleden van Marc en ik. We lopen daar niet mee te koop. Thierry is zo’n uitzondering die het wel weet. Zo af en toe komt een collega iets meer te weten, maar aangezien de gemiddelde leeftijd van het personeel nogal laag ligt, komt er dan meestal een reactie als ‘Maeva? Aaah, mijn moeder luisterde daar altijd naar!

Hier is een leuke gedachte: aangezien Maeva zo’n 23 jaar geleden uitzond, is het niet uitgesloten dat sommige van mijn huidige collega’s bij het fijne kabelbedrijf verwekt werden toen hun ouders luisterden naar Wekkerwacht op de radio. Hoewel, dan moet het gebeurd zijn tijdens ochtendsex en het belang daarvan wordt schromelijk overschat. Een verwekking tijdens het romantische programma van Erwin Bergmans lijkt me realistischer.

Er zijn nog wel meer dingen waar ik het hier nog niet over gehad heb, en waarvan ik me afvraag of ik het wel zou doen. Over mijn tijd in Gent aan de universiteit en het regentaat bijvoorbeeld. Toch zal ik het daar nog moeten over hebben als ik vertel hoe ik stiekem een bandje met zelfgemaakte jingles opstuurde naar de studentenradio Aktief. Dat was zelfs nog voor ik afstudeerde, dus nog voor mijn radioleven begon.

Moet ik het hebben over mijn nog vroegere leven, toen ik deel uitmaakte van het popgroepje Assimtoot, waar ik de basgitaar betokkelde en waar de drums werden bespeeld door een andere Hammenaar, de inmiddels beruchte Brusselmans die samen met mij de lagere en de middelbare school doorliep in Hamme en waarmee ik later elke dag naar de unief in Gent ging? Misschien niet, hij heeft daar tenslotte al over geschreven, de klootzak. Eentje van het goeie soort dan wel, den Brus.

Moet ik hier schrijven over die allesbepalende twee maanden in 1980 toen ik in het ziekenhuis lag, schommelend tussen leven en dood? Misschien wel, want dank zij die maanden ben ik uiteindelijk bij Maeva terechtgekomen en niet in het Belgisch leger.

Kortom, er zijn nog zoveel prangende vragen die mij kwellen en waarop ik het antwoord nog moet vinden. Nu eerst nog rap eens gaan roken op het balkon van de niet-rokers wiens appartement ik op dit ogenblik bewoon. 

Afspraak met een kabouter

Het is raar, maar ik heb in mijn radio-loopbaan twee Benny Baetens gekend. 
De tweede werkte bij Uniek FM in Turnhout in de tijd dat ik daar ook programma deed. Mijn Kempense periode, zeg maar. Deze Benny had blonde haren en hij was een regelrecht succes bij de dames. Veel verder zal ik daar niet over uitweiden, want voor hetzelfde geld is Benny op dit ogenblik een rechtschapen en liefhebbende huisvader, wiens leven ik zeker niet in de war wil schoppen door uitgebreide onthullingen uit een ver verleden. Jaren geleden heb ik ooit eens opgevangen dat hij boer geworden is. Boer, godbetert. Dat zullen zijn fans ook nooit gedacht hebben waarschijnlijk. 

De andere Benny Baeten was de originele. Hij zat bij Maeva en deed het nachtprogramma, nadat Ronny Van Gelder was opgestapt. Benny Baeten (The Original) kwam eigenlijk van Maeva Lokaal in Antwerpen, en dat was dan weer gegroeid uit Radio Brabo. Toen bleek dat de ontvangst van Maeva vanuit Ukkel toch niet honderd procent was op alle plaatsen in Vlaanderen, besloot P. Valain dan maar hier en daar wat lokale stations over te nemen en Radio Brabo was de gelukkige voor Antwerpen. Benny Baeten kwam van daar en mijn collega Marc Hermans zat daar oorspronkelijk ook.

Ja, de Marc. Hoe die bij Maeva terechtgekomen is en uiteindelijk één van de drie Villa-boys werd… Dat was voor hem ook een kwestie van handelen zonder veel nadenken. Het geluk een handje toesteken, de kans grijpen wanneer ze op je afkomt onder begeleiding van een groot bord met in hoofdletters DIT IS HET MOMENT!

Toen Brabo werd omgetoverd in Maeva Lokaal, bleef Marc eerst in Antwerpen zitten, samen met collega’s als Luk Van der Donk, Willy De Knipper en anderen. Hij deed er de lokale ontkoppelingen. Ik ontmoette hem voor het eerst toen hij samen met Luk naar Ukkel kwam om in Wekkerwacht te komen praten over Maeva Lokaal. Dat spel daar in Antwerpen duurde niet lang, de jacht op Maeva was inmiddels al een tijdje open. In januari 1982 waren we voor het eerst in beslag genomen, geloof ik. En ook Maeva Lokaal werd snel door de overheid opgedoekt. Gevolg: Marc en zijn collega’s zaten zonder werk.

Patrick Valain had in die tijd al gemerkt dat het voor Arie en mezelf een beetje te moeilijk werd om met z’n tweetjes de hele tijd Maeva in de lucht te houden (elk uur programma’s starten, nieuwslezen en nog eens zelf programma doen ook) en hij stuurde het leven van Marc een heel andere richting uit met de simpele vraag: Wil je bij die twee in Ukkel gaan wonen, Marc?

Dat was voor Marc zo’n beetje hetzelfde als toen Germain aan mij vroeg of ik nog altijd aan boord van de Magdalena wilde. Tegenwoordig denkt Marc iets langer na als hij een keuze moet maken, maar toen was hij jong en hij wilde wel wat en dus pakte hij zijn koffer en liet zijn Antwerpse leven compleet achter zich, toenmalig lief en al. Vandaar dat vanaf die dag een Rotterdammer, een Antwerpenaar en een Hammenaar samen gingen wonen en bijna anderhalf jaar lang radiootje mochten spelen op 103 puntje 5.

Ik moet me zeker niet laten afleiden door het strand hier vlakbij, en de oceaan die af en toe mijn blik trekt en mij doet zoeken naar scheepjes en zo. Hoe kwam ik eigenlijk bij Benny Baeten? Welnu, ook deze Antwerpse krullebol kwam van het opgedoekte Maeva Lokaal bij de nationale broer terecht, net zoals Luk Van der Donk. En van Benny had ik in 23 jaar niets meer gehoord tot ik vorige week een e-mail van hem kreeg vanuit Spanje. Hij had mijn euh.. dagboek ontdekt op Internet en liet weten dat hij meeleest vanuit San Miguel de Salinas. Daar zit hij volgens Marc al sinds de late jaren tachtig. Internet is cool, zeg dat ik het gezegd heb.

En Luk Van der Donk.. ik zou verdorie niet weten waar die zit tegenwoordig, maar ik hoorde hem graag bezig ’s morgens voor ik mijn programma begon. Tussen Nevel en Dauw heette zijn ding, en hij deed dat op een manier die mij zeer aansprak. Mijn wekker liep af rond 5:30 en dan ging ik meestal in de woonkamer zitten, een koffie drinken en een beetje roken, en luisterde ik ondertussen naar de radio. In de vroegste periode naar Wout Wolkema en later dus naar Van der Donk. Er was overigens een tijd dat we nog geen telefoon hadden in Ukkel, en om te vermijden dat ik me zou verslapen, had ik een afspraak met Kabouter Rondbuik. Ja man, als iemand die Maeva niet kent op deze site terechtkomt, zal die ook nogal ogen trekken, denk ik. Kabouter Rondbuik, hoe bedenk je het? In elk geval, toen we dus nog geen telefoon hadden, kreeg ik van Rondbuik een walkie-talkie en als ik om 5:30 geen contact had gezocht met hem, kwam hij meteen naar de studio om mij wakker te maken.

(Mijn To Do-lijstje: vertellen over mijn calamiteiten bij het opstaan ’s morgens – over de hardhandige manier van wekken van Ron Vandeplas – over die keer dat Valain, Hoogland en Willy De Geest in allerijl naar Ukkel kwamen gereden omdat de zender uit de lucht was toen ik mij verslapen had – over de ochtend dat ik programma deed zonder dat ik het wist – over de kennismaking met Kabouter Rondbuik – en niet te vergeten, de hilarische anekdote over Arie en de zes telefoons)

‘Zou blonde Benny uit de Kempen ook Internet hebben?’
Op die manier moet ik één van mijn volgende bijdragen beginnen, dan kan ik eens uitweiden over de tijd van de Victoriestraat in Turnhout en het Lantaarnpad in Herentals. Dedju, op deze manier zou een mens nog aan zijn mémoires beginnen zonder dat hij er zelf erg in heeft. 

Shit! Het was te denken!

Zie me hier zitten.
Zie me hier zitten op het balkon in de regen, vier hoog, met een Marlboro die half nat is. Dat komt ervan als de mensen waar je logeert niet-rokers zijn.

Zie me hier zitten, op nauwelijks 500 meter van de Atlantische Oceaan, die niet kabbelt maar buldert. Dat is nu eens typisch mij: op reis gaan naar een land waar de zon zou moeten schijnen, en in plaats daarvan een Belgische herfststorm meemaken. Pft.

(dat schreef ik gisteren, maar nu schijnt de zon alweer, en de Oceaan kabbelt. Het heden is constant bezig om verleden te worden, en de toekomst is nooit ver weg).

%d bloggers liken dit: